CivieltechnischCentrumUitvoering ResearchenRegelgeving
Aanbeveling
47
PLAATMATERIALEN VOORBEKISTINGSDOELEINDEN
(TRIPLEX/MULTIPLEX)
Deze CUR-Aanbeveling istot stand gekomen dankzijeeninbreng vandeStichting Centraal
Orgaan Aigemene Bouwdoeleinden (COAB),APA-The Engineered WoodAssociation, Kym-
mene Schauman B.V.,TRIMA B.V.,RETUtrecht enhet Centrum Hout.
De CUR-Aanbeveling isgoedgekeurd doordeVereniging vanNederlandse Houthandelaren
(VVNH) enhet Centrum Hout.Tevens isCUR-Aanbeveling 47beoordeeld doorCUR-Voor-
schriftencommissie 18'Uitvoering' enconsistententbevonden metNEN6722(VBU1988).
Deze
Aanbeveling isopgesteld doorCUR-Voorschriftencommissie 39'Plaatmaterialen voor
bekistingsdoeleinden'. Ophet moment vanverschijnen vandeze Aanbeveling wasdesa-
menstelling vandecommissie alsvoigt:
ing. P.A.Breek (voorzitter), ir.J-WG. vandeKuilen (secretaris, rapporteur), ing.G.J. vanAalst,
ir. C.B.M. Dingjan (corresponderend lid),G.Lindeboom, P.Meinen, ing.A.Mooiman, M.G.R.
Verhorst, ing.C.F.Vink, ing.J.P.C. Wagemaker (corresponderend lid),WWeststrate, prof.ir.
J.H. van Loenen (mentor), ing.HW. Corporaal (coordinator).
1
Redactionele bijlagebijCement 1997nr.3(maart)
Vanuit
debouw bleek datergrote behoefte bestondaaninformatie metbetrekking tothet
gedrag, hetgebruik enhet hergebruik vanplaatmaterialen voorbekistingsdoeleinden. Be-
langrijke aandachtspunten hierbijzijn:deonvoldoende kennisbijde gebruikers opde bouw-
plaats, deonduidelijkheid overdegestelde eiseninNEN 6720 (VBU1988), hetverkeerd
toepassen vantypen plaatmateriaal eneen meervoudig gebruikvanplaatmateriaal.
Met deze CUR-Aanbeveling wordtvoorzien inde behoefte aanspecifieke regelgeving voor
het gebruik vanplaatmateriaal voorbekistingsdoeleinden. DeAanbeveling bevatdefinities,
algemene materiaaleigenschappen, bepalingsmethodeneneisen voortriplex toegepast
als bekistingsmateriaal voorbetonconstructies. Verderworden indeze Aanbeveling eisen
gesteld metbetrekking totdelevering, deverwerking, hettransport, deopslag enhet herge-
bruikvan triplex.Ditalles metalsdoeleenbetere afstemmingte bereikentussendeleveran-
cier ofhandelaar vangelaagde plaatmaterialen endegebruiker (deaannemer).
Bij het opstellen vandeAanbeveling isrekening gehouden methetfeitdat dehandel intri-
plex voor bekistingsdoeleinden, zichuitstrekt totver over delandsgrenzen. Erisaansluiting
gezocht bijbestaande normeringinen buiten Nederland enbijde inontwikkelingzijnde Euro-
pese regelgeving. Aisbasis voordeze Aanbeveling diendentevensdekernpunten uithet on-
derzoek vanCUR-Onderzoekcommissie B55 'Plaatmaterialen voorbekistingsdoeleinden'.
2
INHOUD
1
Onderwerp
4
2
Toepassingsgebied
4
3
Termen
endefinities
4
4
Eigenschappen
4
4.1
Aigemeen
4
4.2
Krimp-enzwelgedrag
4
4.2.1
Diktezwelling
4
4.2.2
Uitzetting
5
4.3
Mechanischeeigenschappen
5
5
Eisen
5
5.1
MatenenmaatafwUkingen
5
5.1.1
Lengteenbreedte
5
5.1.2
Dikte
5
5.1.3
Rechtheid
6
5.1.4
Haaksheid
6
5.2
Vochtbestandheid
6
5.3
Betonoppervlak
6
6
Bepalingsmethoden
7
6.1
MatenenmaatafwUkingen
7
6.1.1
Lengte.breedte endikte
7
6.1.2
Rechtheid
7
6.1.3
Haaksheid
7
6.2
Eigenschappen
7
6.2.1
Vochtbestandheid
7
6.2.2
Mechanischeeigenschappen
7
6.2.3
Volumiekemassa
7
6.2.4
Stootweerstand
7
6.2.5
SIUtvastheid
8
6.3
Rekenwaardenvoorsterkte
8
6.3.1
Aigemeen
8
6.3.2
Buigsterkte
8
6.3.3
BuigsWheid
8
6.3.4
Roischuifsterkte
9
6.4
RekenwaardenbUsamengestelde bekistingsconstructies
9
6.4.1
Aigemeen
9
6.4.2
Stuiksterkte
9
6.4.3
Verschuivingsmodulus
9
7
Levering 10
7.1
Aigemeen
10
7.2
Identificatie
10
7.3
Controle
10
8
Verwerking
10
8.1
Zagen,borenenafwerken
10
8.1.1
Zagen
10
8.1.2
Boren
10
8.1.3
Afwerken
vanzaagranden enboorgaten
10
8.2
Schroevenennagelen
11
8.2.1
Eisen
11
8.2.2
WUzevanbevestiging
11
8.3
WUzevanondersteuning
11
8.4
Ontkisten
11
9
Transport 11
9.1
Pakketten
11
9.2
Hijsen
11
10 Stapeling
enopslag 12
10.1
Stapeling
12
10.1.1
Stapellatten
12
10.1.2
Stapelingvan
losse(gebruikte) platen
12
10.1.3
Stapelingvan
pakketten
12
10.1.4
Stapelingvan
samengestelde bekistingsconstructies
12
10.2
Opslag
12
10.2.1
Kortetermijn
opslag
12
10.2.2
Langetermijn
opslag
12
11
Hergebruik
vanhetplaatmateriaal
13
11.1
Schoonmaak
13
11.2
Reparaties
13
11.3
Afke
uringscriteri a
13
11.4
Repetitiefactor
13
11.5
Afval
enrecycling
Titels vanvermelde normen 14
BijlageA. Hetgedragvan houtentriplex
15
3
1
2
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
4
4.1
4.2
Onderwerp
Deze CUR-Aanbeveling geeftdefinities, algemene materiaaleigenschappen, bepalingsme-
thoden eneisen voortriplex voorbekistingsdoeleinden. VerdergeeftdezeAanbeveling ei-
sen voor delevering, verwerking, transport,opslagenhergebruik vantriplex.
Deze Aanbeveling geeftgeenberekeningswijze vanbekistingen.
Toepassingsgebied Deze CUR-Aanbeveling isvan toepassing optriplex datwordt gebruikt voorbekistingen van
betonconstructies.
Termen endefinities
Triplex: eenhoutachtig plaatmateriaal, bestaandeuiteensamenstellingvan tenminste drie
fineerlagen, waarbijdevezelrichtingvan opeenvolgendelageninhet algemeen loodrechtop
elkaar staat.
Toelichting
In de praktijk wordtvoortriplex metmeer dandrie lagen ookdeterm multiplex gebruikt.
Lengte: dedimensie inde richting vandevezel vandebuitenlaag.
Breedte: degrootste dimensie loodrechtopdelengte.
Dikte: dekleinste dimensie loodrecht opde lengte.
Evenwichtsvochtgehalte: hetvochtgehalte waarbijhetplaatmateriaal pertijdseenheid even-
veel vocht uitde omgeving opneemt,alsaan deomgeving afstaat.
Stootweerstand: deweerstand vaneen plaat tegen stootbelastingen.
Slijtvastheid: deweerstand tegenslijtage vandecoating.
Eigenschappen
Aigemeen Om tekunnen wordengebruikt alsbekistingsmateriaal, moetendevolgende eigenschap-
pen vanhettriplex bekend zijn:
? het krimp- enzwelgedrag;
? de stijfheid;
? de sterkte;
? de stootweerstand;
? de slijtvastheid.
Toelichting
Het uiteindelijke betonoppervlak wordtmede bepaald doordeeigenschappen vanhetbekis-
tingsmateriaal. Hetisdaarom vanbelang hoehetplaatmateriaal reageertopvocht uitdeom-
geving. Krimpleidtbijvoorbeeld totnaden tussen deplaten. Vochtopname kanleiden totuitzet-
ting enals gevolg daarvan, toteen stuiknaad ofeen afname vandestijfheid.
Krimp- enzwelgedrag
Er moet rekening wordengehouden methetzwellen vandeplaat indikterichting enhet uit-
zetten inhet vlak vandeplaat doorvochtopname.
Toelichting
In bijlage Ais achtergrondinformatie overhetvochtgehalte opgenomen.
4
4.2.1
Diktezwelling
Voor dediktezwellingvan triplexmoeteenwaarde van0,25% per%vochtgehalteverandering
worden aangehouden.
Toelichting
In de praktijk betekent diteen diktezwelling vanongeveer 5%bijnieuwe platen(vochtgehalte
12%) en2,5% bijgebruikte platen(vochtgehalte 18%).Eenplaat meteendikte van18mm zal
bij een aanvangsvochtgehalte van12% zwellen toteen dikte van18,9 mm.
4.2.2Uitzetting
Voor delineaire uitzetting inhet vlak vandeplaat moet eenwaarde van0,01% per%
vochtgehalteverandering wordenaangehouden (fig.
1).
Toelichting Door hetmonteren opdeonderliggende constructiezaldeze uitzetting nietgeheel optreden
(verhinderdevervorming). Genoemdeuitzettingkan danookworden gezienalsbovengrens.
Figuur 1
Uitzetting vaneen
p/aat
dooreenvochtge-
halteverandering van10%
4)
0000000000000000
; 00 0000 0000 00 00 00
/00 00 00 00 00 00 00 0000
o
00 0000 000000 0000
/ 00 0000 0000 0000 0000
00 0000 00000000 0000
2500
mm
-,
.--J
I
-1
I
.J
I
.J
I
-.J
I
--.J
I
---'
2,5
mm
-f
4.3
Mechanische
eigenschappen
De volgende mechanische eigenschappen vanhetplaatmateriaal moetenbekendzijnvoor
het ontwerpen vaneen bekisting, waarbijdebekistingsplaatwordt beschouwdalsapart con-
structief systeem:
a) de buigsterkte (richtingevenwijdig aanhetdekfineer)
fb,O,k:
b) de buigstijfheid (stijverichting)
Eb,o,k/;
c) de rolschuifsterkte
fv,r,k'
Indien debekisting wordtberekend alseen samengestelde constructie(plaat+dragers)
moeten aanvullend devolgende materiaaleigenschappen bekendzijn:
d) de druksterkte inhet plaatvlak inde baddingsrichting
fe,k;
e) de buigsterkte inde richting loodrecht ophet dekfineer
f
b,90,k;
f) de elasticiteitsmodulus voordruk inde slappe richting
Ee,9o,k;
g) de stuiksterkte femb,k;
h) de volumieke massa
Pk;
i) de verschuivingsmodulus vanhetverbindingsmiddel k"
Eigenschappen dieverder vanbelang zijn,zijn:
j) de stootweerstand;
k) de slijtvastheid.
Toelichting
De stootweerstand enslijtvastheid kunnenwordenvastgesteld viabeproeving, maarzijnniet
bruikbaar alswaarde ineen ontwerpberekening.
Zij
geven eenindicatie vanhetteverwachten
plaatgedrag,
5 Eisen
5.1 Matenenmaatafwijkingen
Maatafwijkingen wordenonderscheiden intoelaatbare afwijkingenvoordelengte, debreed-
te, dedikte, derechtheid ende haaksheid vandeplaat overeenkomstig NEN-EN315.
De toelaatbare maatafwijkingen vanhetplaatmateriaal geldenbijeen vochtgehalte van
(10
±
2)% (m/m).
5.1.1 Lengteenbreedte
De maatafwijking inlengte- ofbreedterichting magtenhoogste 3,5mm bedragen, onafhan-
kelijk vandeplaatafmeting.
5.1.2 Dikte
De diktevan deplaatmoetten minste
(0,97t-0,4)
mmenmagten hoogste
(1,03t+
0,2)mm
bedragen, waarbij
t
de werkelijke diktevandeplaat is,inmm, overeenkomstig deopgegeven
waarde vandeleverancier. Perplaat magdevariatie indikte nietgroter zijndan 0,6mm.
5
6
5.1.3
5.1.4
5.2
5.3
Toelichting
Veelal wordtdoordeleverancier eenplaatdikte opgegeven dieafwijkt vandewerkelijke piaat-
dikte. Meestal isde werkelijke plaatdikte kleinerdandeopgegeven dikte.Zozal een plaat die
wordt besteld als18mm eenwerkelijke diktekunnen hebbenvan17,5 mm.Deaangegeven
toleranties hebbendanbetrekking opdewerkelijke diktevan17,5 mm.
Indien dewerkelijke plaatdikte 18mm is,betekenen detoelaatbare maatafwijkingen datde
dikte vandeplaat magvarieren tussen17,1mmen18,7 mm.Deze variatie indikte kantegroat
zijn voor hetgewenste betonoppervlak. Indat geval kandeafnemer nauwkeuriger eisenspeci-
ficeren.
Rechtheid
De afwijking vanderechtheid vandeplaatranden, bepaaldvolgens6.1.2,magtenhoogste
1 mm/m bedragen, uitgaandevandestandaard plaatafmetingen.
Haaksheid
De afwijking vandehaaksheid vandeplaatranden, bepaaldvolgens6.1.3,magtenhoogste
1 mm/m bedragen, uitgaande vandestandaard plaatafmetingen.
Vochtbestandheid
Triplex moetvoldoen aandeeisen volgens klasse3,aangeduid metdeterm buitenklimaat,
van NEN-EN 314-2.
Toelichting
Klasse 3volgens NEN-EN 314-2komtvrijwel overeen metdeklasse Exterieur Ivolgens NEN
3278. Hetklimaatvolgens klasse3van NEN-EN 314-2komtovereen metklimaatklasse IIIvol-
gens NEN6760. Samen metNEN-EN 314-1beschrijft dezenorm debepaling vandesterkte
van delijmvoeg (kookproef).
Betonoppervlak De aan hetbetonoppervlak testellen eisennahet ontkisten zijnvastgelegd inNEN 6722
(VBU 1988) enbetreffen:
? oppervlakte-oneffenheden;
? aftekeningen;
? plaatselijke oneffenheden;
? maatafwijkingen bijhoeknaden;
? luchtbellen.
Toelichting
Het uiteindelijke resultaatvanhetbetonoppervlak isin belangrijke mateafhankelijk vandewij-
ze van ondersteuning, hettype bekistingsplaat ende uitvoering.
De eisen inNEN 6722 (VBU1988) dievan belang zijnvoor deplaat, betreffen oppervlakte-
oneffenheden, aftekeningenenplaatselijke oneffenheden.
Oppe rvlakte-oneffen heden
Oppervlakte-oneffenheden kunnenworden veroorzaakt doordateenplaat istoegepast met
een lagere stijfheid danwaarvan isuitgegaan bijde berekening. Verderkanoak deondersteu-
ningsconstructie onvoldoendestijfzijn, ofeen combinatie vanbeide.
Aftekeningen Doordat hout(fineer) eennatuurproduct is,kan hetzijn datdenatuurlijke tekeningvan hetma-
teriaal, zoalsvlammen, kwasten,groeiringen ofhoutstructuur, gespiegeldophet betonopper-
vlak zichtbaar wordt.lndeoppervlaktebeoordelingsklassen lA,IBen IIAisdit niet toegestaan.
Dergelijke aftekeningen kunnenwordenvoorkomen doorinoverleg metdeleverancier een
plaat tekiezen meteenhoge volumieke massaofeen zware coating, danweldoor eencombi-
natie vanbeide.
Plaatselijke oneffenheden
Onderplaatselijke oneffenhedenvallenbehalve deinNEN 6722 (VBU1988) genoemde plaat-
beschadigingen, bramenenbekistingsnaden oakrandzwellingen.
Randzwellingen ontstaandoorvochtopname viaderanden vandebekistingsplaat. Onderran-
den vallen oakderanden bijcenterpengaten, schroef-ofnagelgaten ofandere sparingen waar-
bij de rand vandeplaat vrijligt.
Randzwellingen tredenoakopals deranden zijnafgewerkt, zijhet inmindere mate.Doorhet
grote verschil invochtgehalte vanhethout bijfabricage, hetvochtgehalte dooropslag enhet
vochtgehalte bijhet betonstorten, zullenmetname bijde eerste inzetrandzwellingen kunnen
optreden. Hetklimatiseren aandebuitenlucht voordatdeplaat wordt ingezet (zie10.2) isder-
halve zinvol, vooralbijplaten meteenhoge volumieke massa.
6
6.1
6.1.1
6.1.2
6.1.3
Figuur 2
De bepafing vanderechtheid vandepfaatranden Bepalingsmethoden
Maten enmaatafwijkingen
Lengte, breedte endikte
De lengte, breedte endikte vandeplaat moeten wordenbepaald overeenkomstig
NEN-EN 324-1.
Rechtheid De rechtheid vandeplaatranden moetworden bepaald overeenkomstig NEN-EN324-2als
oiL infiguur 2.
Haaksheid
De haaksheid vandeplaatranden moetworden bepaaldovereenkomstig NEN-EN324-2als
oiL infiguur 3.
Figuur3
De bepafing vandehaaksheid
Reacties