Aanbeveling
64
(derde herziene uitgave)
Vloeistofdichte kunsthars-
gebonden systemen
Deze CURjPBV-Aanbeveling bevateisenenregels waaraan dematerialen, desysteem-
opbouw endeverwerking vanvloeistofdichte kunstharsgebonden systemenmoeten
voldoen. Vloeistofdichte kunstharsgebonden systemenzijnnaadloze systemen, vervaar-
digd opbasis vankunstharsen dieterplaatse ineen ofmeer lagen opeen ondergrond
worden aangebracht doormiddel vangieten, spanen, spuiten, rollenofkwasten. Deze
CURjPBV-Aanbeveling gaatinop deeisen dieworden gesteldaandeondergrond ende
omgevingscondities ophet moment vanaanbrengen vanhetkunstharsgebonden sys-
teem. Met deze CURjPBV-Aanbeveling wordtvoorzien inde behoefte aanregelgeving voor
vloeistofdichte kunstharsgebonden systemenalsonderdeel vaneenbodembeschermen-
de voorziening. DezeCURjPBV-Aanbeveling isdusdanig opgesteld, datdeze aanvul-
lend isop deCURjPBV-Aanbeveling 65.Indeze Aanbeveling zijnaanvullendej
specifieke eisenopgenomen voorvloeistofdichte kunstharsgebonden systemen.
Een belangrijk onderdeelvandeze CURjPBV-Aanbeveling zijndeinde bijlage weerge-
geven inventarisatietabellen dieeen hulpmiddel vormenvooreenjuiste keuze vanhet
toe tepassen kunstharsgebonden systeem.
In deze herziene uitgaveisaansluiting gezochtmetEuropese normenmetbetrekking
tot scheuroverbrugging vankunstharsgebonden systemenenresistentie. Genoemdwor-
den denormen: FinalDRAFT prEN13529 endeFinal DRAFT prEN1062-7. Ineen aan-
tal gevallen wordtverwezen naardezenormen.
Deze CURjPBV-Aanbeveling istot stand gekomen inhet kader vanhetPlan
Bodembeschermende Voorzieningen(PBV),waarin deStichting PBVophet gebied
van bodembeschermende voorzieningenkennisontwikkelt, kwaliteitborgtenkennis
overdraagt. HetPBV sluitaanbijdevigerende regelgeving vandeoverheid enpast in
haar streven ombodemverontreiniging tegentegaan. DezeCURjPBV-Aanbeveling is
opgesteld doorCURjPBV-Voorschriftencommissie 76'Herziening CURjPBV-
Aanbeveling 64'.
Op het moment vanpubliceren vandeze Aanbeveling wasdecommissie alsvoIgt
samengesteld:
dr. ir.H.A. Kormeling (voorzitter),ing.M.J. vanBrink (secretarisjrapporteur), dr.B.P.
Alblas, M.C.Brand, ir.H. Borsje, H.H.P. Brouwer, N.van Dijkhuizen, ing.J.T.
Dobbelsteen, ing.M.deJonker, J.M.Mortier, ing.E.Overvelde, H.Roseboom, ing.P.A.
Ruardi, K.H.Schuil, Th.Visser, ir.J.M.H.J. Smit(coordinator).
Deze CURjPBV-Aanbeveling isgoedgekeurd doordeAlgemene Voorschriften-
commissie 'BodemenMilieu'.
Deze CURjPBV-Aanbeveling vervangtCURjPBV-Aanbeveling 64'Vloeistofdichte
kunstharsgebonden beschermlagen(tweedeherziene uitgave)'vanmei2001.
CUR/PBV-Aanbeveling 64-3e druk
6.4 Hecht/aag
De hechtlaag moetbestaan uiteen ophet systeem afgestemd productenworden aange-
bracht overeenkomstig devoorschriften vandeproducentjleverancier.
6.5 Systeemdikte
Het kunstharsgebonden systeemmoetinhet overeengekomen aantallagenwordenaan-
gebracht. Delaagdikte vanelke laag moet voldoen aandein5.2-4 overeengekomen mini-
male waarde.
6.6 Voegen
Dilatatievoegen inde ondergrond moeteninhet kunstharsgebonden systeemworden
doorgezet. Deaan tebrengen voeginclusief voegflanken moetenvloeistofdicht zijn.Het
kunstharsgebonden systeemmagoverdilatatievoegen wordendoorgezet alshet systeem
de verwachte vervorming kanopvangenjoverbruggen endeleverancier vanhetsysteem
hiermee akkoordis.
Toelichting
Tijdens deinventarisatie moetzijnvastgesteld welkevervorming inde voeg
optreedt.
6.7 Aans/uitingen
Bij alle aansluitingen, zoalsbijwanden endrempels, moethetkunstharsgebonden sys-
teem worden doorgezet opeen zodanige wijzedatdevloeistofdichtheid vanhetsysteem
is gewaarborgd.
7 Geschiktheidsonderzoek
Alvorens eensysteem, datdevloeistofdichtheid moetwaarborgen, wordttoegepast moet
door middel vaneenbasiskeuring zijnaangetoond datditsysteem kanvoldoen aandein
deze CURjPBV- Aanbeveling gesteldeeisen.
Toelichting
In inventarisatietabel IIiseen aantal testvloeistofgroepen opgenomen.Pergroep
is een testvloeistof aangewezen. Alsuitdebasiskeuring blijkt,dathet materiaal
voldoet aandeze testvloeistof, magervan uitworden gegaan,dathet materiaal
tevens voldoet aandeandere vloeistoffen binnendezegroep.
8. Basiskeuring
8.1 Bepatingvandev/oeistofdichtheidjbestandheid
8,1.1
Uitvoering test
De vloeistofdichtheid vanhetkunstharsgebonden systeemmoetalsvoIgt worden aange-
toond. Brenghetgekozen kunstharsgebonden systeeminde in5.2-4 aangegeven laag-
dikte aanopeen stuk plastic folieofglasplaat vantenminste
400
mmbij
400
mm.
Plaats nauitharden vanhetkunstharsgebonden systeemeenglazen cilinder, meteen
middellijn van
(IOo±r)
mmeneen lengte vantenminste 500mm ophet oppervlak. De
aansluiting tussenhetkunstharsgebonden systeemendeglazen cilinder moetzodanig
worden uitgevoerd datgeen lekkage optreedt.
Hiervoor kandevolgende werkwijze wordengevolgd:
breng aandeonderzijde vandeglazen cilinder aandebinnen- enbuitenzijde, een
coating aantoteen hoogte vanca.50mm enlaat deze coating goeddrogen;
CUR/PBV-Aanbeveling64-3e druk
breng deglazen cilinder aanopdevooraf gereinigde ondergrond endicht dezeafmet
hetzelfde productalsisaangebracht opdecilinder. Zorgervoor dateventuele porien
goed worden afgedicht enlaat hetgeheel goeddrogen;
breng terplaatse vandeaansluiting eentweede laagcoating aanomerzeker vante
zijn datdeaansluiting dichtisen laat hetgeheel goeddrogen.
Vul deglazen cilinder toteen hoogte van(400±5) mmmetdetestvloeistof (zieinventa-
risatietabel IIen 4.3-4) endicht decilinder vervolgens aandebovenzijde afom verdam-
ping tevoorkomen, maarzorgervoor datergeen onderdruk kanontstaan. Dehoogte van
400 mmisgebaseerd opnormaal gebruikvanhetsysteem. Alsdedruk ophet systeem
groter isdan 400 mmmoet dewerkelijke drukworden gebruikt. Verwijder detest-
vloeistof nadatdevoorgeschreven belastingsduurisverstreken. Voorkomhierbijdatde
testvloeistof zichover hetoppervlak verspreidt. Verwijderdaarnadeglazen cilinder. Als
belastingsduur moetdeovereengekomen waardeworden aangehouden. Debelastings-
duur magechter nietminder zijndan
72
uur. Beoordeel directnadeproef tothoe verde
testvloeistof isingedrongen enofde vloeistof deachterzijde heeftbereikt.
8.1.2 Aanta/bepalingen
De vloeistofdichtheid moetworden onderzocht aandehand van3proeven.
8.1.3 Keuringscriterium
Het kunstharsgebonden systeemwordtvoordeonderzochte laagdiktealsvloeistofdicht
aangemerkt alsbijdedrie proefstukken wordtvoldaan aandeeis zoals gesteld in
5.2.2.
8.2 Scheuroverbruggend vermogen
8.2.1 Classificatie
De leverancier moetopgeven voorwelke toepassing hetsysteem getestmoetworden. Dit
moet geschieden opbasis vande:
omgevingscondities zie4-3-2;
- vervorming zie4-3-3;
De testen moeten wordenuitgevoerd opconform 8.2.2vervaardigde proefstukken.
Tijdens detest conform 8.2-4moet deontstane scheurwijdte gelijkzijnaandescheur-
wijdte vandeopgegeven klasse.
Voor deklasse Aototenmet A4geldt datalseen systeem voldoetvooreenbepaalde
scheurwijdte, hetsysteem dantevens voldoet voorallekleinere scheurwijdtes. Dit
behoeft danniet meer proefondervindelijk teworden aangetoond.
8.2.2 Vervaardigen proefstukken
Het kunstharsgebonden systeem,datmoet worden getestopscheuroverbrugging, moet
worden aangebracht inde inparagraaf
5.2.4
overeengekomen laagdikteconformde
richtlijnen vandefabrikantjleverancier diezijn omschreven inde betreffende technische
informatiebladen. Hetproefstuk moetworden vervaardigd inhet laboratorium bijeen
temperatuur van
(20
±
3) °C en moet onder dieomstandigheden bewaardblijventotdat
de testen worden uitgevoerd. Degebruikte materialen, dewijze vanaanbrengen alsme-
de degebruikte gereedschappen moetenbijderesultaten vanhetonderzoek wordenver-
meld.
Het kunstharsgebonden systeemmoetworden aangebracht opeen cementgebonden
trottoirtegel aandeniet ingezaagde zijdeconform NEN
7014
meteenafmeting van
300 x300 x45 mm. Zaag detegel, voorafgaand aandeapplicatie, aandeonderzijde in
het midden enevenwijdig aandezijden ineen richting zorgvuldig toteen diepte van35
mm meteenwijdte van
2
tot 3mm in.
Breng vervolgens hetkunstharsgebonden systeemaanconform derichtlijnen vande
fabrikantjleverancier diezijn omschreven inde betreffende technischeinformatiebladen.
CUR/PBV-Aanbeveling 64-
3e
druk
8.2.3 Voorbehondeling vandeproefstukken
De proeven mogenpasworden uitgevoerd naeen conditioneringsperiode vantenmin-
ste 7dagen bijeen temperatuur van(20±3)
dc.
Afhankelijk vandeomgevingscondities
moeten deproefstukken eenaanvullende behandeling ondergaanzoalsweergegeven in
8.2.3-1
tjm
8.2.3.3.
8.2.3.1 Binnentoepassingen
De proefstukken moeten,totaan hetmoment vanbeproeving, wordenopgeslagen bij
(+20±3) °Cen (+65±I5) %RV.
8.2.3.2 Buitentoepassingen
Voor eenkunstharsgebonden systeemdiewordt toegepast inbuitenomstandigheden
moet debestandheid tegentemperatuurswisselingen wordenonderzocht. Hetproefstuk
moet bijeen ouderdom vantenminste 7dagen alsvoIgt worden behandeId:
breng detrottoirtegel moetaandeonderzijde enzijkanten wordenvoorzien vaneen
dampdichte epoxycoating. Hierbijmaggeen coating ophet kunstharsgebonden sys-
teem komen;
breng na7dagen verharding vandeepoxycoating moethetproefstuk 3dagen worden
opgeslagen inwater meteentemperatuur van(20±2)
dc.
Toclichting
De dampdichte epoxycoating moetbinnendringen vanwater inde trottoirtegel
voorkomen.
Vervolgens moethetproefstuk wordenonderworpen aan20van devolgende cyclivan
temperatuurswisselingen: opslag onderwaterbijeen temperatuur van(+20 ±3) °C gedurende 2uur;
afkoelen toteen temperatuur van(-15±3) °C gedurende 3uur;
opslag bijeen temperatuur van(-15±3) °C gedurende 4uur;
besproeien metIeidingwater meteentemperatuur van+20 °Cgedurende 15minuten;
opwarmen toteen temperatuur van(+20 ±3) °C gedurende Iuur en15minuten;
opwarmen toteen temperatuur van(+60 ±3) °C gedurende Iuur en30minuten;
opslag bijeen temperatuur van(+60 ±3) °C gedurende 10uur;
besproeien metIeidingwater meteentemperatuur van+20 °Cgedurende 15minuten;
afkoelen toteen temperatuur van(+20 ±3) °C gedurende Iuur en45minuten.
8.2.3.3 Overigetoepassingen
Voor kunstharsgebonden systemendieworden toegepast onderandere omstandighe-
den, zoals invriescellen, moetinoverleg metdefabrikantjIeverancier dewijze vanvoor-
behandeling vandeproefstukken wordenbepaald.
8.2.4 Uitvoering testen
De scheuroverbrugging voorbinnen- enbuitentoepassingen dientteworden getestdoor
de proefstukken conformprEN1062-7, proefC.IAnnex Cte beproeven. Aansluitend
dient descheurwijdte (w)teworden geclassificeerd conformAnnexAvan prEN 1062-7·
Toclichting
De classificatie conformAnnexAvan prEN 1062-7 komtovereen metdeklassen
zoals vastgeIegd indeze CURjPBV-AanbeveIing.
8.2.4.1 Overigetoepassingen
Voor hettesten tenbehoeve vanoverige situaties moetoverleg plaatsvinden metdefabri-
kantjIeverancier.
CUR/PBV-Aanbeveling64-3e druk
8.2.5 Aanta/bepa/ingen
Het scheuroverbruggend vermogenmoetworden onderzocht aandehand van3proef-
stukken.
8.2.6 Keuringscriterium
Nadat hetproefstuk volledigrustinde testmal moethetoppervlak wordenbeoordeeld.
Hierbij mogengeenscheuren wordengeconstateerd inhet horizontale vlak.
8.3 Hechtsterkte
De hechtsterkte vanhetkunstharsgebonden systeemaandeondergrond moetworden
bepaald volgensCUR-Aanbeveling
20.
9.
Uitvoeringscontrole
9.1 A/gemeen
AIs hetaanbrengen vaneenkunstharsgebonden systeemplaatsvindt dooreenonderne-
mer diebeschikt overeenprocescertificaat, gebaseerdopdeze CURfPBV-Aanbeveling
en afgegeven dooreencertificatie-instelling dieiserkend doordeRaad voorAccreditatie,
mag worden aangenomen datdeonder hetprocescertificaat geleverdedienstvoldoet aan
de eisen indeze CURfPBV-Aanbeveling.
9.2 Controleondergrond
Door middel vaneencontrole tijdensenna deuitvoering moetworden nagegaan ofhet
vloeistofdichte, kunstharsgebonden systeemopeen juiste wijzewordt ofisaangebracht.
9.2.1 Huidtreksterkte
AIleen ingeval vangerede twijfelmoetdehuidtreksterkte vandeondergrond worden
bepaald overeenkomstig CUR-Aanbeveling
20.
Aantal bepalingen
De huidtreksterkte moettenminste driemaal worden bepaald.
Keuringscriterium:
Elke gevonden huidtreksterkte moetvoldoen aandein5.3-3 gestelde eis.
9.2.2 Vochtgehalte
Het vochtgehalte vandeondergrond moetworden vastgesteld overeenkomstig devoor-
schriften vandeleverancier.
Aantal bepalingen
Het aantal bepalingen moetzodanig zijndateen goed inzicht wordtverkregen inhet
aanwezige vochtgehalte.
Keuringscriterium:
Het vochtgehalte moetvoldoen aandein5-3-4 gestelde eis.
9.2.3 Scheuren
De voorkomende scheurenmoeteninhet werk worden gemeten (zieook4-3.3).
Vervolgens moetdeteverwachten bewegingwordenbepaald opbasis vantheoretische
grondslagen.
Aantal bepalingen
De bepaling moetzodanig zijndateen goed inzicht wordtverkregen inde mate waarop
het kunstharsgebonden systeemscheuroverbruggend moetzijn.
CUR/PBV-Aanbeveling 64-3e druk
9.3 Uitvoeringscontrole
9.3.1 Omgevingscondities, temperatuurenluchtvochtigheid
De oppervlakte- enomgevingstemperatuur, alsmededeluchtvochtigheid moetenmet
daarvoor geeigende apparatuur wordengemeten totop
0,1
°Cof
1%
relatieve luchtvoch-
tigheid nauwkeurig. Vandegebruikte apparatuur moeteenkalibratierapport beschik-
baar zijn,datniet ouder magzijndanzesmaanden.
Aantal bepalingen
Het aantal bepalingen moetzodanig zijndatsteeds eengoed inzicht wordtverkregen in
de aanwezige temperaturen enluchtvochtigheid.
Keuringscriterium:
De gemeten temperaturen enluchtvochtigheid moetenvoldoen aandein5-4 gestelde
elsen.
9.3.2 Verwerking, loogdikte
De laagdikte moetworden gemeten totop
0,1
mm nauwkeurig.
Aantal bepalingen
Het aantallaagdiktemetingen moetzodanig zijndatsteeds eengoed inzicht wordtver-
kregen inde aangebrachte laagdikte.
Keuringscriterium:
De gemeten laagdikten moetenvoldoen aan dein5.2.4 overeengekomen waarde.
9.4 Keuringencontrole nouitvoering
9.4.1 Hechtsterkte
De hechtsterkte vanhetaangebrachte systeemmoetalsvoIgt worden bepaald.
Boor inhet kunstharsgebonden systeem,meteencilinderboor meteenmiddellijn van
(50±I)
mm,droog eenkern toteen diepte vanca.
30
mm. Lijmvervolgens ophet opper-
vlak eendolly metafmetingen dieovereenkomen metdemiddellijn vandegeboorde
kern. Treknauitharden vandelijm dedolly metconstante snelheid, loodrecht ophet
oppervlak, totdatbreuk ontstaat. Legdekracht waarbij breukoptreedt vast.
Bereken dehechtsterkte doordekracht bijbreuk tedelen doorhetoppervlak vandedolly,
tot op
0,1
N/mm
2
nauwkeurig.
Aantal bepalingen
De hechtsterkte moettenminste driemaal worden bepaald.
Keuringscriterium:
Elke gemeten hechtsterkte moetvoldoen aandein5.2.5 gestelde eis.
9.4.2 Onvolkomenheden
Direct nadathetsysteem beloopbaar ismoet hetgehele oppervlak visueelworden gecon-
troleerd opeventueel aanwezige blazen,scheurtjes, porienofvormen vancraquele inhet
systeem.
Keuringscriterium:
Het aantal onvolkomenheden moetvoldoen aandein5.2.6 gestelde eis.
10. Verslagvandebeproevingen
De resultaten vandeuitgevoerde proevenenbeoordelingen moetenschriftelijk wordenvast-
gelegd. Inhet verslag moet,voorzover vantoepassing is,ten minste worden aangegeven:
CUR!PBV-Aanbeveling64-
3e
druk
wie deproeven heeftuitgevoerd;
de datum waarop hetonderzoek isuitgevoerd;
een omschrijving vandewijze waarop eventuele proefstukken zijngenomen ofver-
vaardigd engeprepareerd, alswordt afgeweken vanhetgeen indeze Aanbeveling is
voorgeschreven; de gebruikte testvloeistof alsmededetemperatuur daarvanendebelastingsduur;
het resultaat vandeuitgevoerde proeven;
of wordt voldaan aandeeis indeze CURjPBV-Aanbeveling voordebetreffende proef.
AIs bijkeuringscontrole vanhetkunstharsgebonden systeemopeen ofmeer punten niet
wordt voldaan aandeeisen indeze CURjPBV-Aanbeveling, moethetkunstharsgebon-
den systeem alsniet geschikt vooreenvloeistofdichte vloerworden aangemerkt of,als
het systeem reedsisaangebracht, alsniet vloeistofdicht wordenaangemerkt.
11. Nazorg
11.1 Afspraken
Er moeten afspraken wordengemaakt metbetrekking tot:
- de frequentie waarmeehetsysteem moetworden gereinigd;
de daarbij intezetten reinigingsmiddelen;
de temperatuur vanhetreinigingsmiddel;
een regelmatige controleofde uitgangspunten, voortgekomenuitdeinventarisatie,
niet worden overschreden.
12. levering vanmaterialen
12.1 Informatieb!aden
AIle materialen moetenvergezeld gaanvaninformatiebladen die,voor zover vantoepas-
sing, tenminste devolgende gegevensbevatten:
de naam enhet adres entelefoonnummer vandeproducentjleverancier;
de productnaam;
de eigenschappen vanhetmateriaal waaraaninde CURjPBV-Aanbeveling 64eisen
zijn gesteld;
de toepassingsmogelijkheden enverwerkingsinstructies;
de minimaal enmaximaal aantebrengen laagdikte ineen arbeidsgang;
de wijze vandoseren vandecomponenten (bijmeercomponenten producten);
de benodigde mengapparatuur enmengtijd;
de verwerkingstijd nahet mengen;
de temperatuur waarbijhetproduct magworden verwerkt;
de voorwaarden metbetrekking tothet toelaatbaar gehaltevochtinde ondergrond, de
luchtvochtigheid entemperatuur vandeondergrond enomgeving;
de inacht tenemen veiligheidsvoorschriften tijdensdeverwerking;
de wijze vannabehandeling;
condities vooropslag entransport.
12.2 Vrachtbrief
Op devrachtbrief diedelevering begeleidt, moetentenminste devolgende gegevens zijn
vermeld: de naam enhet adres entelefoonnummer vandeproducentjleverancier;
de productnaam;
het type bindmiddel;
de productiedatum;
de hoeveelheid ofhoeveelheden.
12.3 Verpakking
Op deverpakking vanfabrieksmatige vervaardigdematerialenmoetentenminste de
benodigde veiligheidseisen wordenvermeld, overeenkomstig dehiervoor geldende nor-
men tenaanzien vangezondheid, milieuenopslag.
CUR/PBV-Aanbeveling 64-3e druk
Titels vandevermelde normenenCUR-Aanbevelingen
NEN 7014
prEN 1062-7
(FINAL DRAFT)
ISO 4628/1
ISO 4628/2
ISO 4628/4
ISO 4628/5
PrEN 13529 (Draft)
CUR-Aanbeveling 43
CUR/PBV-Aanbeveling 44
CUR/PBV-Aanbeveling 651974
2°°3
1982
1982
1982
2°°3 Betontegels
Paints andvarnishes -Coating materials andcoating
systems forexterior masonry andconcrete -
Part
T
Determination ofcrack bridging properties.
Paints andvarnishes -Evaluation ofdegradation ofpaint
coatings -Designation ofintensity, quantityand
size ofcommon typesofdefect
Part I:General principleandrating schemes
Part
2:
Designation ofdegree ofblistering
Part 4:Designation ofdegree ofcracking
Part 5:Designation ofdegree offlaking
Products andsystems forthe protection andrepair of
concrete structures- Testmethods -Determination
to severe chemical attack
Siergrindvloeren metepoxy alsbindmiddel
Beoordeling vanvloeistofdichte voorzieningen
(derde, herziene uitgave).
Ontwerp enaanleg vanbodembeschermende voorzieningen
CUR/PBV-Aanbeveling64-
3e
druk
BIJLAGE
Inventarisatietabel IInventarisatie vandeondergrond
Inventarisatie uitgevoerddoor(naam): Inventarisatie
t.b.v.ondergrond:
Datum:
Type ondergrond
I
VLOEROPPERVLAK
I
BEOORDELING
1.1 Grootte
(m
2)
envorm oppervlak (zet
een eenvoudige plattegrondop)
1.2 Is
de vloer binnen ofbuiten gesitueerd?
1.3 Zijnermechanische beschadigingen aanwezig?
1.4 Is
er vervuiling doorchemische invloeden
waarneembaar (vlekken)?
1.5 Zijn
ervervormingen aanwezigtenopzichte van
de oorspronkelijke vorm?
Ais erscheuren aanwezigisde scheurwijdte ende
1.6 verwachtemaximalevervorming vandescheur
conform 4.3.3vermelden
1.7 Is
er craquelevorming aanwezig?
1.8 Iser een sterke vervuiling aanwezig?
1.9 Zijn
erslijtageplekken zichtbaarinhet oppervlak?
1.10 Zijnerdoorvoeren aanwezig?
1.11 Iser voldoende afschotaanwezig?
1.12 Zijn
ervoldoende afwateringspunten aanwezig
en vertonen dezegebreken?
1.13 Zijn
erdilatatie- en/ofschijnvoegen aanwezigen
zijn deze weljniet voorzien vaneen afdichting?
1.14 Is
de ondergrond losofvast vandewand enzijn deze
voegen weljniet afgedicht?
1.15 Zijndevoegkanten mechanisch beschadigd?
1.16 Zijn
deafdichtingen onthecht,mechanisch
beschadigd ofchemisch aangetast?
1.17 Zijn
erter plaatse vandedeuropeningen
verhogingen aanwezig?
onderdeel
ALGEMENEINDRUK
1.18
Geeft
hettotaalbeeld aanleidingtotnader onderzoek?
1.19
Zoja, opwelk onderdeel ofonderdelen?
Bijzonderheden
CURfPBV-Aanbeveling 64-3e druk
BIJLAGE
Inventarisatietabel IIInventarisatie vandechemise hebelastingen
Datum: Inventarisatie uitgevoerddoor(naam): Inventarisatie
vloer(deel): Testvloeistof:
Met een
Bijeen
CHEMISCHE BELASTINGEN
temperatuutijdsduurIntensiteit
Testvloeistof
van ...... °C van
2.1 Benzine
47,5Vol.-% tolueen
17,1 Vol.-% n-heptaan
3,0 Vol.-% methanol
2,0 Vol.-% tert-butanol
2.2 Vliegtuigbrandstof 1.
50,0 Vol.-% isooctaan
50,0 Vol.-% tolueen
2. Aviation Gasoline 100LL
Nato-code F-18
3. Turbo FuelA-1
Nato-code F-34/F-35
2.3 Verwarmingsolie, dieselenongebruikte 80,0
Vol.-% n-paraffine
(CnCls)
motor- enversnellingsbakolie 20,0
Vol.-% methylnaftaleen
2.4 Aromatische
koolwaterstoffen 60,0
Vol.-% tolueen
incL groep 2en 3behalve groep4aen4b 30,0
Vol.-% dimethylbenzeen
en aebruikte motor-enversnelJimtsbakolie
10,0
Vol.-% methvlnaftaleen
2.4a Benzeen enbenzeenhoudende 30,0
Vol.-% benzeen
mengsels 30,0
Vol.-% tolueen
incl. groep
2l/m 4b
30,0
Vol.% dimethylnaftaleen
10,0 Vol.-% methylnaftaleen
2.4b Ruweolie 10,0
%bij gewicht iso-octaan
10,0 %bij gewicht tolueen
20,0 %bij gewicht verwarmingsolie
10,0 %bij gewicht 1-methylnaftaleen (min95%)
47,7 %bij gewicht zwareolie
0,2 %bij gewicht thiofeen (99%)
0,3 %bij gewicht dibenzyldisulfide
0,5 %bij gewicht dibutyldisulfide (97%)
1,0 %bij gewicht menselvannafteenzuren
(naphthenic acids,zuurwaarde 230)
0,1 %bij gewicht fenol
0,2 %bij gewicht pyridinegemengd met2%
(gewichtsprocenten water)
2.5 Mono-
enpolyalcoholen 48,0
Vol.-% methanol
(tot 48vol.-% methanol), 48,0
Vol.-% isopropanol
Glycol ethers 4,0
Vol.-% water
2.5a Ailealcoholen englycol ethers incl.groep 5 methanol
2.6 Gehalogeneerde koolwaterstoffen incl.groep
6b
trichlooretheen
2.6a Ailealifatische gehalogeneerde koolwaterstoffen
incl. groep
6
en
6b
dichloormethaan
2.6b Aromatische gehalogeneerde koolwaterstoffen monochloorbenzeen
2.7 Aileorganische estersenketonen incl.groep 7a 50,0
Vol.-% ethylacetaat
50,0 Vol.-% methylisobutylketon
2.7a Aromatische estersenketonen
50,0Vol.-% methylester vansalicylzuur
50,0 Vol.-% acetofenon
2.8 Alifatische
aldehvdes 35
-40 %oplossinl! vanformaldehvde
2.9 Waterige
oplossingen vanorganische zuren 10
%waterige oplossing vanazijnzuur
tot 10%
CURfPBV-Aanbeveling
64-3e
druk
BIJLAGE
Inventarisatietabel IIIInventarisatie vanmechanische belastingen
Datum: Inventarisatie uitgevoerddoor(naam): Inventarisatie
t.b.v.vloer(deel):
I
MECHANISCHE
BELASTINGEN
I
INTENSITEIT
3.1
Voetgangersverkeer
Overig verkeer isniet toegestaan.
3.2
Metmankracht bewogenvoertuigen
Onderscheid makentussen hardeenzachte wielen.
3.3
Motorisch bewogenvoertuigen
Onderscheid makentussen hardeenzachte wielen.
3.4
Slepende /rollende lasten
Vooral slepende lastenmoeten wordenopgetekend
omdat deze,inprincipe, eenslechte uitwerking
hebben opkunstharsgebonden vloersystemen.
3.5
Vallende lasten
Kans opkleinere beschadigingen.
3.6
Belasting
overgehele vloeroppervlak
Zware lastenworden verplaatst ofopgeslagen
over gehele oppervlak.
3.7
Statische puntlasten
In bijvoorbeeld magazijnenof(buiten)opslagplaatsen
wordt materiaal en/ofmaterieel instellingen
opgeslagen. Stellingengevenpuntlasten ophet
kunstharsgebonden beschermlaagendeze moeten
worden doorgegeven aandedraagvloer.
3.8
Incidentele puntlasten
Indien ersprake isvan incidentele puntlasten
dan moet opde plattegrond wordenaangegeven
waar dezezichbevinden.
Bijzonderheden
CUR/PBV-Aanbeveling 64-
3e
druk
BIJlAGE
InventarisatietabelIVInventarisatie vanfysische belastingen
Datum: Inventarisatie
uitgevoerddoor(naam):
Inventarisatiet.b.v.vloer(deel):
Indien ja.welke temperatuur
THERMISCHE BELASTINGEN
JA
entijdsduur?
4.1
Langdurige belastingmethoge temperaturen
Wordt hetvloeroppervlak langdurigbelastdoor
(vloei)stoffen methoge temperaturen?
4.2
Kortstondige belastingmethoge temperaturen
Wordt hetvloeroppervlak steedskortstondig
belast door(vloei)stoffen methoge temperaturen?
4.3
Ruimtemethoge temperatuur
Is de vloer gesitueerd ineen ruimte waar
voortdurend eenhoge temperatuur heerst?
4.4
Ruimtemetlage temperatuur
Is de vloer gesitueerd ineen ruimte waar
voortdurend eenlage temperatuur heerst?
4.5
Temperatuurswisselingen buiten
Wordt hetvloeroppervlak blootgesteldaanwisselende
hoge enlage buitentemperaturen?
Bijzonderheden
CUR!PBV-Aanbeveling64-3e druk
BIJLAGE
Inventarisatietabel VInventarisatie
vanadditionele onderwerpen
Datum: Inventarisatie
uitgevoerddoor(naam): Inventarisatie
tbvvloer(deel):
I
ADDITIONELE ONDERWERPEN
I
JA
I
N.V.T.
5.1
Is
vlakheid gewenst?
5.2
Moet
hetdroge oppervlak stroefzijn?
5.3
Is
slijtvastheid vereist?
5.4
Moet
deafwerking onderafschot worden aangebracht?
5.5
Moet
eennatofvettig oppervlak stroefzijn?
5.6
Moet
deafwerking elektrisch geleidend zijn?
5.7
Is
er voortdurend brandgevaaraanwezig?
5.8
Moet
brandvoortplanting wordenbeperkt?
OVERIG
5.9
Moetstofafgifte beperktzijn?
5.10
Moet
deafwerking snelworden belast?
5.11
Moeten
eroplosmiddelvrije productenworden
toegepast?
5.12
Moetenerreukvrije producten wordentoegepast?
5.13
Is
de kleurechtheid vanbelang?
5.14
Is
er een maximum voordelaagdikte?
5.15
Watishet maximale toegestane gewicht?
5.16
Moetendewand/vloeraansluitingen wordenopgezet?
5.17
Moeten
dedilatatie- en/ofschijnvoegen
vloeistofdicht wordenafgewerkt?
5.18
Is
de vloer 'opstaal' gefundeerd?
Ligt erfolie onder devloer?
5.19
Iser een geventileerde kruipruimteaanwezig?
Is
er aan deonderzijde vandevloer isolatie aangebracht?
5.20
Watvoor typeondergrond betrefthet?(beton, asfalt,
anhydriet, kunsthardgebonden, keramieke.a.)
5.21
Wordtervloerverwarming toegepast?
Bijzonderheden
CUR/PBV-Aanbeveling 64-3e druk
BIJlAGE
InventarisatietabelVIInventarisatie uitvoeringsomstandigheden
Datum: Inventarisatie
uitgevoerddoor(naam):
lnventarisatiet.b.v.vloer(deel):
UITVOERINGSOMSTANDIGHEDEN OMSCHRIJVING
6.1
Grootte
envorm oppervlak (plattegrond)
6.2
Binnenen/ofbuiten
6.3
Inhoeveel fasenmoethetwerk worden uitgevoerd?
6.4
Nahoeveel tijdMAG deafwerking wordenbelast
conform deopgave vandefabrikant?
6.5
Hoeveeltijdisbeschikbaar gegevenalvorens
de afwerking wordtbelast?
6.6
Ishet werk goed bereikbaar?
6.7
Iser ruimte aanwezig omdeproducten opteslaan
conform deeisen vandefabrikant?
6.8
Iser voldoende ruimteaanwezig omdeproducten
gebruiksklaar temaken?
6.9
Ishet afte werken vloeroppervlak vrijvan bouwverkeer?
6.10
Ishet afte werken vloeroppervlak vrijvan obstakels
en/of opslag?
OMGEVINGSCONDITIES
Gemetenop............... (datum)
6.11 Relatieve luchtvochtigheid
6.12 Temperatuur
omgeving
6.13 Temperatuur ondergrond
6.14 Temperatuur
dauwpunt
nb. Temperatuur ondergrondmoetminimaal 3°C boven temperatuur dauwpuntliggen
Bijzonderheden
CUR/PBV-Aanbeveling64-3e druk
BIJLAGE
Inventarisatietabel VIIVerband
tussenrelatieve vochtigheid, luchttemperatuur endauwpunt
Luchttemperatuur Relatieveluchtvochtigheid (%)
(Ge) 5055
60 65
7075
80 85
90
5
-4,1-2,9
-1,8 -0,9
°
0,9
1,82,7
3,6
6
-3,2-2,1
-1-0,1
0,91,8
2,83,7
4,5
7 -2,4-1,3
-0,2 0,8
1,82,8
3,74,6
5,5
8
-1,6-0,4
0,81,8
2,83,8
4,75,6
6,5
9
-0,80,4
1,72,7
3,8 4,7
5,76,6
7,5
10
0,11,3
2,63,7
4,7 5,7
6,77,6
8,4
11
12,3
3,54,6
5,66,7
7,68,6
9,4
12
1,93,2
4,55,6
6,6 7,7
8,69,6
10,4
13
2,84,2
5,46,6
7,68,6
9,610,6
11,4
14
3,75,1
6,4 7,5
8,6 9,6
10,6 11,5
12,4
15
4,76,1
7,38,5
9,510,6
11,512,5
13,4
16
5,67
8,3 9,5
10,5 11,6
12,513,514,4
17
6,57,9
9,210,4
11,5 12,513,514,515,3
18
7,48,8
10,2 11,4
12,4 13,5
14,515,4
16,3
19
8,39,7
11,1 12,3
13,4 14,5
15,516,4
17,3
20
9,310,7
1213,3
14,4 15,4
16,417,4
18,3
21
10,211,6
12,914,2
15,3 16,4
17,418,4
19,3
22
11,112,5
13,815,2
16,3 17,4
18,419,4
20,3
23
1213,5
14,816,1
17,2 18,4
19,420,3
21,3
24
12,914,4
15,7 17
18,2 19,3
20,321,3
22,3
25
13,815,3
16,717,9
19,1 20,3
21,322,3
23,2
26
14,816,2
17,618,8
20,1 21,2
22,323,3
24,2
27
15,717,2
18,619,8
21,1 22,2
23,224,3
25,2
28
16,618,1
19,520,8
2223,2
24,225,2
26,2
29
17,519,1
20,521,7
22,9 24,1
25,226,2
27,2
30
18,420
21,4 22,7
23,9 25,1
26,227,2
28,2
Bijzonderheden
23
CUR/PBV-Aanbeveling 64
Nederlandse normen,voornormen enNAD's zijneenuitgave vandestichting Nederlands
Normalisatie-instituut (NEN),Vlinderweg 6,postbus 5059,2600 GBDelft (voorbestellingen
telefoon 015-269°391).
Met nadruk wordteropgewezen datdeze CUR-Aanbeveling destand vantechniek enkennis
weergeeft opmoment vanuitgifte. DeCUR houdt zichdanookaanbevolen teworden geln-
formeerd overervaringen diemet hetgebruik vandeze Aanbeveling wordenopgedaan.
CUR-Aanbevelingen wordendriejaarnapublicatie geevalueerd en,alsdaar aanleiding toe
bestaat, geactualiseerd. Hiervanwordtmelding gemaaktinde vakpers.
Auteursrechten
Alle rechten voorbehouden. Nietsuitdeze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagenin
een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt,inenige vormofop enige wijze,
hetzij elektronisch, mechanisch,doorfotokopieen, opnamenofop enig andere manier, zon-
der voorafgaande schriftelijketoestemming vanCUR. Hetistoegestaan overeenkomstig arti-
kel 15aAuteurswet 1912gegevens uitdeze uitgave teciteren inartikelen, scriptiesenboeken,
mits debron opduidelijke wijzewordt vermeld, alsmededeaanduidingen vandemaker,
indien dezeinde bron voorkomt. "CUR-Aanbeveling 64(derde herziene uitgave)
"Vloeistofdichte kunstharsgebonden systemen",december2004,Stichting CUR,Gouda".
Aansprakelijkheid De CUR endegenen dieaan deze publicatie hebbenmeegewerkt, hebbeneenzogroot moge-
lijke zorgvuldigheid betrachtbijhet samenstellen vandeze uitgave. Nochtans moetdemoge-
lijkheid nietworden uitgesloten datertoch fouten enonvolledigheden indeze uitgave voor-
komen. ledergebruik vandeze uitgave engegevens daaruitisgeheel vooreigen risicovande
gebruiker endeCUR sluit,mede tenbehoeve vanaldegenen dieaan deze uitgave hebben
meegewerkt, iedereaansprakelijkheid uitvoor schade diemocht voortvloeien uithet gebruik
van deze uitgave endedaarin opgenomen gegevens,tenzijdeschade mochtvoortvloeien uit
opzet ofgrove schuld zijdens CURen/of degenen dieaan deze uitgave hebben meegewerkt.
Gouda, december
2004
Het bestuur vandeCUR
Stichting CUR,Buchnerweg
I,
Postbus 420,2800 AKGOUDA, tel0182-540600
Reacties