Aanbeveling73
Stabiliteit van
steenconstructies
CUR-Aanbevelingen hebbenveeialbetrekking opnieuwe materialen en/ofnieuwe
bouwconstructies. Indeze Aanbeveling 'Stabiliteitvansteenconstructies' isdit echter
niet hetgeval. Inde huidige TGB-Steenconstructies (NEN6790)wordt alhet nodige
gezegd overdestabiliteit vansteenconstructies. InCUR-rapport 94-4'Stabiliteit woning-
bouw' worden reedsmeeruitgebreide theorieenbeschreven, waarbijhetbegrip neutra-
Ie wanden wordtgeintraduceerd.
In het kader vanhetCUR-metselwerkonderzoek ishet stabiliteitsgedrag vansteencon-
structies onderzocht. Aisresultaat hiervankoneenaantal aannamen uitCUR-rapport
94-4 beter worden onderbouwd. Daardoorishet numogelijk omhetprincipe vandesta-
biliteitsbeschouwingen dieinCUR-rapport 94-4zijnbeschreven, teformaliseren indeze
CUR-Aanbeveling. Tevenszijnverschillende methodentenbehoeve vandeAanbeveling
verder ontwikkeid.
Ontegenzeggelijk zijnerovereenkomsten tussensteen-enbetonconstructies. Erzijn
duidelijke verschillen tussendemateriaaleigenschappen, maardeschematisering van
constructies endewijze vantoetsen ervanvertonen groteovereenkomsten. Hetinde
huidige normen NEN6720(VBC 1995)enNEN 6790aangetraffen onderscheidbijde
beschouwing vandestabiliteit vandeze constructies isonnodig. Bijhet opstellen van
deze Aanbeveling isdaaram gestreefd naarhetcreeren vangrate overeenkomsten tus-
sen hetbeschouwen vandestabiliteit vansteen- enbetonconstructies. Daaromworden
in deze Aanbeveling zoweldeinNEN 6720gehanteerde symbolenaiseen deel vande
rekenregeis voorhettoetsen vandestabiliteit overgenomen.
Redactionele bijlagebijcement 6/2000
CUR-Aanbeveling 73
DezeCUR-Aanbeveling is,inhet kader vanhetCUR-project 'ConstructiefMetselwerk',
opgesteld doorCUR-commissie C105 'Utilisatie metselwerkonderzoek'. Desamenstel-
ling vandeze commissie wasbijhet verschijnen vandeze Aanbeveling alsvoIgt:
ir. J.Stroband (voorzitter)
ir. S.N.M. Wijte(rapporteur)
ir. ATh. Vermeltfoort (secretaris)
ing. AM.H.M.A Claessens
R.J. van derHam
ir. P.de Jong
ir. M.H.M. Nieuwenhuys
ing. M.J. Oversteegen
dr.ir. R.van derPluijm
ing. G.J.Roelofsen
ing. AE.M. vanderWaart
ing. ABrink (corresponderend lid)
ir. J.H.M. Lavrijssen (corresponderend lid)
P.A Timperman (corresponderend lid)
profir. C.S.Kleinman (mentor)
ir. M.L. Ywema (coordinator)
Deze Aanbeveling isgoedgekeurd doordeAlgemene Voorschriftencommissie
'Metselwerk' enheeft instemming vanNEN-commissie 35100104'TGB Steen-
constructies' .
inhoud
biz.
1 Onderwerp 6
2 Toepassingsgebied 6
3 Tennen
endefinities 6
3.1 Wanden 6
3.2 Constructies 6
3.3 Constructiedelen 6
4 Symbolen 7
5 Materialen
enmateriaaleigenschappen
8
5.1 Stenen,
blokken enelementen
8
5.2 Mortels
8
5.3 Metselwerk
8
5.3.1 Algemeen
8
5.3.2 Schuifsterkte
vandeaansluiting penant-bouwmuur
8
5.3.2.1 Rekenwaarde
8
5.3.2.2 Representatieve waardevaninverband uitgevoerde
aansluitingen
8
5.3.2.3 Representatieve
waardevandeschuifsterkte vaneen
loodvoeg inkalkzandsteen 9
5.3.3 Steenverband 9
6 BelastingsgevaUen
enbelastingscombinaties 9
6.1 Belastingen
volgensNEN6702 9
6.2 Aanvullingen
metbetrekking totdewindbelasting 10
7 Schematisering
enkrachtsverdeling 10
7.1 Schematisering
vandeconstructie 10
7.1.1 Algemeen 10
7.1.2 Type-indeling
vandragende wanden 10
7.1.3 Meewerkende
flensbreedtebijL-en T-vormige
stabiliteitskernen 10
7.1.3.1 Beginsel 10
7.1.3.2 Profielen
metvolledige samenwerking 11
7.1.3.3 Profielen
metniet-volledige samenwerking 11
7.1.3.4 Extra
toename vannormaalkracht inT- en L-vormige
doorsneden 12
7.2 Theorieen
enrekenmethoden 12
7.2.1 Algemene
theorieen 12
7.2.2 N
iet -lineaire elasticiteitstheorie 12
7.2.3 Quasi-lineaire
elasticiteitstheorie 13
7.2.4 Lineaire
elasticiteitstheorie 14
7.2.5 Stabiliteit
uitdekantelweerstand vanbouwmuren 14
7.3 Krachtsverdeling
algemeen 15
7.3.1 Rekenmethode 15
7.3.2 Scheefstand 15
CUR-Aanbeveling
73
CUR-Aanbeveling 73
7.3.3Minimale excentriciteit
16
7.4 Krachtsverdeling inwanden ingeschoorde raamwerken 16
7.5 Krachtsverdeling inongeschoorde enschorende
raamwerken 16
7.5.1 Algemeen
16
7.5.2 Bepaling vandekrachtsverdeling ineen ongeschoord
raamwerk metbehulp vandeec·methode
16
7.5.2.1 Algemeen
16
7.5.2.2 Verendingeklemde constmctiedelen
18
7.5.2.3 Volledigkmisvormige constmctiedelen
18
7.5.2.4 Onvolledig kmisvormige constmctiedelen
20
7.5.2.5 Vormfactor
20
7.5.3 Bepaling vandekrachtsverdeling ineen schorend
raamwerk metpassieve en/of neutrale kopwanden met
behulp vandeec-methode
20
7.6 Krachtsverdeling inoverige schorende constmcties 21
7.6.1 Algemeen
21
7.6.2 Krachtsverdeling zondertweede·orde
22
7.6.2.1 Voorwaarden
22
7.6.2.2 Kniklengte
22
7.6.3 Bepaling vandekrachtsverdeling metbehulp vande
e -methode
22
c
7.6.3.1 Voorwaarden
22
7.6.3.2 Totaleexcentriciteit
22
7.7 Schijfwerking vandevloeren
23
7.8 Stabiliteit vandekopgevel
23
8
Toetsing
24
8.1 Toetsing vanpassieve wanden
24
8.2 Toetsing vanneutrale wanden
24
8.2.1 Algemeen
24
8.2.2 Positiesvankrachten werkzaam opeen neutrale wand
24
8.2.2.1 Excentriciteit aandebovenzijde vandewand
24
8.2.2.2 Excentriciteit aandeonderzijde vandewand
25
8.2.3 Verplaatsingseis
27
8.2.3.1 Algemeen
27
8.2.3.2 Bepaling vanhetoptredende verplaatsingsverschil
27
8.2.3.3 Bepalenvanhetuiterst toelaatbare verplaatsingsverschil 27
8.3 Toetsing vanactieve wanden enkemen
28
8.3.1 Toetsenvandemomentcapaciteit
28
8.3.1.1 Algemeen
28
8.3.1.2 Toetsenvanactieve wanden enkemen ineen
constructie zonderneutrale wanden
28
8.3.1.3 Toetsenvanactieve wanden enkemen ineen
constmctie metneutrale wanden
28
8.3.2 Toetsenvandwarskracht
28
8.3.3 Toetsenvanlangsschuifkrachten inde aansluiting
penant-bouwmuur 28
8.3.3.1 Algemeen
28
8.3.3.2 Deuvelweerstand
29
8.4 Toetsing vandestabiliteit vanconstmcties waarbijde
weerstand wordtverzekerd doordekantelweerstand
van debouwmuren.
29
8.4.1 Algemeen
29
8.4.2 Bepaling vandeweerstand tegenkantelen vaneen
constmctie 29
9Detailleringseisen 30
9.1 Algemeen 30
9.2 Ondersteuning vanwanden opvloerranden 30
9.2.1 Algemeen 30
9.2.2 Actievewanden ineen constructie zonderneutrale
wanden 31
9.2.3 Actievewanden ineen constructie metneutrale wanden 31
9.3 Aansluiting vanactieve wanden aandeonderzijde van
vloeren 31
Titels vanvermelde normenenandere documenten 32
Bijlage ABepaling vanEfvoor L-en T-vormige doorsneden 33
CUR-Aanbeveling
73
CUR-Aanbeveling 73
OnderwerpDeze CUR-Aanbeveling bevatregels voorhettoetsen vandestabiliteit vandraag-
constructies bestaandeuitdragende wandenvanmetselwerk. DeAanbeveling iseen
aanvulling opdebestaande normenvoor hetbeoordelen vansteenconstructies.
2 Toepassingsgebied
De CUR-Aanbeveling isvan toepassing opdraagconstructies samengestelduitdragende
wanden vanmetselwerk ensteenachtige vloeren.
3 Termenendefinities
3.1 Wanden
Actieve wand:
Dragende wanddiedeel uitmaakt vaneenschorende constructie ofeen ongeschoorde
constructie.
Neutrale wand:
Dragende wanddiedeel uitmaakt vaneengeschoorde constructieenwaarvan isaange-
toond datdeze tengevolge vandebeperkte vervormingen vandeschorende constructie
niet gaat aanpendelen.
Passieve wand:
Dragende wanddiedeel uitmaakt vaneengeschoorde constructieenwaarvan denor-
maalkracht inde wand voordeschorende constructie beschouwd moetworden alseen
aanpendelende last.
3.2 Constructies
Geschoorde constructies:
Constructies waarvandehorizontale belastingwordtopgenomen doortothetzelfde
samenstel vanconstructies behorendeschorendeconstructies.
Ongeschoorde constructies:
Constructies waarvandehorizontale belastingwordtopgenomen doordeconstructie
zelf enwaarin tengevolge vandedaardoor optredende uitbuigingen tweede-orde-
momenten en-krachten ontstaan.
Schorende constructies:
Constructies waarvanzoweldeeigen horizontale belastingalsdehorizontale belasting
van detot hetzelfde samenstel vanconstructies behorendegeschoorde constructies
wordt opgenomen enwaarin tengevolge vandedaardoor optredende uitbuigingen twee-
de-orde-momenten en-krachten ontstaan.
3.3 ConstructiedeJen
Raamwerk:
Draagconstructie bestaandeuiteen samenstel vanlineaire constructiedelen enten
behoeve vandeberekening totlineaire constructiedelen geschematiseerde vlakkecon-
structiedelen, waarvandesysteemlijnen terplaatse vandeknopen opelkaar aansluiten
en zogenoemde stijveknopen vormen.
Stijve knopen:
Stijve knopen zijnverbindingen tussenvloeren enwanden ineen raamwerk waarbijeen
tussenwand sprakeisvan eendoorgaande vloerenbij een eindwand vaneenover de
gehele diktevandewand opgelegde vloer.Tevens moeten deverbindingen voldoende
sterk zijnomdekrachten tengevolge vandevoorgeschreven belastingentekunnen
opnemen.
CUR-Aanbeveling73
4 Symbolen
a. Latijnse hoofdletters
C
Ef
(EI)k
(EI)d
FV;d
Fv;u
Fvl;u
Fh;d
Fh;u
C
rep
H
I
Ll' L
2
Md
Mu
N'd
N'v;d
N'u;d
rotatie-veerconstante
fictieve eiasticiteitsmodulus
buigstijfheid vandebeschouwde wandvolgens deIineaire elasticiteitstheorie
rekenwaarde vandebuigstijfheid volgensdequasi-lineaire elasticiteitstheorie
rekenwaarde vandeIangsschuifkracht
rekenwaarde vandeuiterst opneembare Iangsschuifkracht
rekenwaarde vandedeuvelweerstand vaneenopgesioten vloer
rekenwaarde vandehorizontale kracht
rekenwaarde vandeweerstand tegenkantelen
representatieve waardevanheteigen gewicht vandewand
hoogte vandeconstructie
kwadratisch opperviaktemoment vaneendoorsnede
dagmaten tussendeIijven vandeaangrenzende wanden
rekenwaarde vanhetmoment
rekenwaarde vanhetuiterst opneembare moment
rekenwaarde vandenormaaikracht
rekenwaarde vandetotale verticale belasting
rekenwaarde vandeuiterst opneembare normaaldrukkracht
b. Latijnse kleineletters
b
b
e
b
v
b
o
bI' b
2
eo
e
l
e
c
e,
!'rep
~;rep
h;v;rep
h
I
I
c
I
v breedte
vandebeschouwde doorsnede
meewerkende flensbreedte
breedte vandeaansluiting tussenpenant enbouwmuur
lijfdikte; breedtevandeoplegging
breedte vandemeewerkende flensdelen
(grootste) beginexcentriciteit
beginexcentriciteit
toeslagexcentriciteit
totale excentriciteit
representatieve waardevandedruksterkte vanmetselwerk
representatieve waardevandesplijttreksterkte vandesteen
representatieve waardevandeschuifsterkte vandeaansluiting
penant-bouwmuur
hoogte vandebeschouwde doorsnede
hoogte vandewand
kniklengte
Iengte vandeIoodvoeg
{)
u
c.
Griekse letters
a
benuttingsgraad
materiaalfactor optredend horizontale verpIaatsingsverschil tussendeonder- enbovenzijde
van dewand, veroorzaakt doorderekenwaarde vandevoorgeschreven
windbelasting
uiterst toelaatbare horizontale verpIaatsingsverschil tussendeonder- en
bovenzijde vandewand
siankheid vandewand
factor voorniet-lineariteit
hoekverdraaiing
vormfactor
CUR-Aanbeveling 73
5Materialen enmateriaaleigenschappen
5.1 Stenen,blokken enelementen
Stenen, blokken enelementen moetenvoldoen aandeinde desbetreffende product-
normen opgenomen eisenenregels voorkeuring enbeproeving:
metselbaksteen moetvoldoen aanNEN 2489;
kalkzandstenen enkalkzandsteenblokken moetenvoldoen aanNEN 3836;
kalkzandsteenelementen moetenvoldoen aanNEN 3837;
bouwblokken en-stenen vanbeton moeten voldoen aanNEN 7027.
Van degenoemde productnormen zijnniet vantoepassing artike17vanNEN 3836:1978
en artikel 7van NEN 3837:1985 (Rekenwaarde voordedruksterkte vanmetselwerk;
hiervoor geldtNEN6790).
Een productnorm magworden vervangen doorovereenkomende Europeseproduct-
normen ophet moment datdeze normen verschijnen alsNEN-EN norm.
Taelichting
Voor metselwerk inbouwblokken en-stenen vanbeton kannaast NEN7027
gebruikgemaakt wordenvanBRL 2340 'Nationale beoordelingsrichtlijn voorhet
KOMO-productcertificaat voorBouwblokken en-stenen vanbeton (1998)'.
5.2 Martels
Mortels voormetselwerk moetenvoldoen aanNEN 3835.
In de literatuurlijst zijndeEuropese normenvermeld diedeze Nederlandse norminde
toekomst zullenvervangen.
5.3 Metselwerk
5.3.1 Aigemeen
De eigenschappen vanmetselwerk kunnenwordenafgeleid uitdeeigenschappen vande
componenten zoalsbeschreven inartikel 9van NEN 6790:1991. Indiengewenst mogen
de materiaaleigenschappen vanmetselwerk ookproefondervindelijk wordenbepaald,
zoals beschreven inNEN 6790.
In aanvulling opNEN 6790gelden demateriaaleigenschappen ofgrootheden zoals
genoemd in5.3.2.
5.3.2 Schuifsterkte vandeaansluiting penant-bouwmuur
5.3.2.1 Rekenwaarde
Voar derekenwaarde vandeschuifsterkte vandeinverband gemetselde aansluiting
tussen penant enbouwmuur envoor gelijmde loodvoegen instabiliteitskernen vankalk-
zandsteen geldt:
.r
=
h;v;rep
Jv;v;d -
'Ym
waarin:
i.v'd
isde rekenwaarde vandeschuifsterkte vandeaansluiting penant-bouwmuur;
i;v;rep
isde representatieve waardevandeschuifsterkte vandeaansluiting
penant-bouwmuur volgens5.3.2.2of5.3.2.3;
'Ym
isde materiaalfactor;
'Ym
=
1,8 .
5.3.2.2 Representatieve waardevan
in
verband uitgevoerde aansluitingen
Voar derepresentatieve waardevandeschuifsterkte vandeinverband gemetselde aan-
sluiting penant-bouwmuur geldt:
{' _h;rep
Jv;v;rep
2,3
CUR-Aanbeveling73
waann:
h;v;rep
isde representatieve waardevandeschuifsterkte vandeaansluiting
penant-bouwmuur;
J;,;rep
isderepresentatieve waardevandesplijttreksterkte vandesteen bepaald
volgens ontwerp NEN2871(derepresentatieve splijttreksterkte maggelijk
worden gesteldaande5% karakteristieke ondergrens).
Toelichting
Voor bakstenen mogendevolgende waardenvoordesplijttreksterkte worden
aangehouden.
Voor vormstenen:
J;,;rep
is
1/16
maal degemiddelde druksterktevandestenen volgens 8.3van
NEN 2489:1976.
Voor strengpersstenen:
J;,;rep
is
1/22
maal degemiddelde druksterktevandestenen volgens 8.3van
NEN 2489:1976.
Voar kalkzandsteen meteengemiddelde steendruksterkte vantenminste
15 N/mm', bepaaldvolgens NEN3836voorstenen enblokken ofvol gens NEN
3837 voorelementen, magdevolgende waardevoordesplijttreksterkte worden
aangehouden:
J;,;rep
=
1,4 N/mm'.
5.3.2.3 Representatieve waardevandeschuifsterkte vaneen loodvoeg inkalkzandsteen
Een gelijmde verbinding ineen loodvoeg bijkalkzandsteenmetselwerk heefteen
representatieve waardevandeafschuifsterkte gelijkaan:
h;v;rep
=
0,3 100 to,3 N/mm2
b
v
waarin:
b
v
isde breedte vandegelijmde loodvoeg inmm.
Daarbij moetworden voldaan aandevolgende voorwaarden:
de verticale lijmvoeg tussenbouwmuur enpenant wordtvolenzat gemetseld;
de aansluiting tussenpenant enbovenliggende vloervoldoet aanartikel 9.3;
de lijmmortel voldoetaandeeisen vermeld intabel5 vanNEN 3835:1991;
de gemiddelde steendruksterkte bepaaldvolgens NEN3836voorstenen enblokken
of vol gens NEN 3837voorelementen bedraagtminimaal15 N/mm';
in de verbinding wordenhorizontale stripankers(doorsnede22x0,75 mm', kwaliteit
AISI 304ofgelijkwaardig) aangebracht,diezowel inde penant alsinde bouwmuur
ten minste 120mm zijnverankerd; deverticale afstandtussendeankers magniet
groter zijndan650mm.
5.3.3 Steenverband
In aanvulling opartikel9.7 vanNEN 6790:1991 geldtdatook bijhoeken ofaansluitingen
waar deoverlapping vandestenen nietminder isdan dewanddikte vandewand waarop
wordt aangesloten, gesprokenmagwarden vanmetselwerk datinverband isuitgevoerd.
6 Belastingsgevallen enbelastingscombinaties
6.1 Be/astingen va/gensNEN6702
De belastingsgevallen enbelastingscombinaties diebijhet toetsen vandestabiliteit van
een steenconstructie wordenbeschouwd, moetenworden ontleend aanNEN 6702:1991.
De belastingscombinaties dievan belang zijnvoor hettoetsen vandestabiliteit vaneen
steenconstructie zijndefundamentele combinatiesdieintabel 2van NEN 6702:1991
zijn omschreven.
Toelichting
Er wardt opgewezen dat'Yf;qvoor eenveranderlijke belastingdiegunstig werkt,
gelijk moetworden gesteldaanO.
CUR-Aanbeveling 73
6.2Aanvullingen metbetrekking totdewindbelasting
Als ereen buitenblad aanwezigisdan mag bijsteenconstructies dieonderdeel uitma-
ken vaneenbouwwerk datisingedeeld inveiligheidsklasse 1of 2,worden aangenomen
dat debelasting veroorzaakt doorwindwrijving opdegevel doorhetbuitenblad vande
gevel wordt opgenomen. Ditgeldt uitsluitend alshet beschouwde buitenbladdirectop
de fundering isgeplaatst. Dezebelasting levertdangeen bijdrage aandehorizontale
belasting diedoor dehoofddraagconstructie moetkunnen wordenopgenomen.
7 Schematisering enkrachtsverdeling
7.1 Schematisering vandeconstructie
7. 1.1
Aigemeen
Bij deberekening vandekrachtsverdeling inde constructie endetoetsing opover-
schrijding vandeuiterste grenstoestand, moetdeconstructie wordengeschematiseerd
tot een systeem vanconstructiedelen volgensdeleer vandetoegepaste mechanica.
De schematisering bestaatuithet vaststellen vanhetsysteem vandeconstructie.
De krachtsverdeling diewordt gevonden ineen deel vandeschematisering, alsresultaat
van deschematisering endevoorgeschreven belastingen,moetdoorditonderdeel kun-
nen worden opgenomen.
Als voorbeeld wordthierverwezen naardesterkte vandevloer endefunderingsbalken
onder delangsgevels. Bijgebruik vaneenschematisering metstabiliserende penanten
in de gevel moeten debegane-grondvloer waaropdepenant isgeplaatst endefunde-
ringsbalk instaat zijndereactiekrachten uitdepenant metvoldoende veiligheiden
duurzaamheid tedragen.
Het vaststellen vanhetsysteem vandeconstructie omvathetbepalen vandesysteemlij-
nen vandeonderdelen. Daarbijmagworden uitgegaan vandenominale waardenvande
doorsnede-afmetingen vandeconstructie. Daarnaastomvathetdebepaling vandegeo-
metrische grootheden zoalsdesysteemlengten oftheoretische overspanningen ende
doorsnedegrootheden. Hetbepalen vanhetsysteem vandeconstructie moetalsvoIgt
worden uitgevoerd:
de systeemlijn vaneenonderdeel vandeconstructie moetzoveel mogelijk samen-
vallen metdezwaartepunten vandeopeenvolgende doorsneden;
als desysteemlengte oftheoretische overspanning vaneenonderdeel moetde
afstand tussendesnijpunten vandesysteemlijnen wordengenomen.
7.1.2 Type-indeling vandragende wanden
Bij het bepalen vanhetschema voorhettoetsen vandestabiliteit vaneen steenconstruc-
tie moet eendragende wandworden geschematiseerd alseen van devolgende drietypen:
A ongeschoorde enschorende wanden(actievewanden);
B geschoorde wanden:
Bl aanpendelende geschoordewanden(passieve wanden);
B2 niet-aanpendelende geschoordewanden(neutrale wanden).
De keuze vooreenbepaald typewand isvrij. Elke wand moetechter worden getoetst aan
de eisen diezijn opgesteld voorhettype waarbij dewand isingedeeld.
7.1.3 Meewerkende flensbreedtebijL-en T-vormige stobiliteitskernen
7.1.3.1 Beginsel
Voor debepaling vandemate vansamenwerking vanonderling loodrechtopelkaar
staande wanden envloeren mogendehorizontale doorsneden vandeze wanden worden
geschematiseerd totL-en T-vormige profielenendaaruit samengestelde profielen.Deze
profielen wordenonderscheiden in:
profielen metvolledige samenwerking;
profielen metniet-volledige samenwerking.
CUR-Aanbeveling73
Er zijn twee typen vansamenwerking mogeIijk:
samenwerking doordeuvelwerking vandevloeren;
samenwerking doorhetinverband uitvoeren vandehoek tussen deloodrecht op
elkaar staande wanden.
Er issprake vanvolledige samenwerking alsbeide hiervoor beschreven typenvan
samenwerking aanwezigzijn.Isslechts eenvanbeide aanwezig, danissprake vanniet-
volledige samenwerking.
Als deloodrecht opelkaar staande wanden overdegehele verdiepingshoogte opeen
andere manier zijnverbonden dandoor hetinverband uitvoeren vanhetmetselwerk,
mag ditals gelijkwaardig wordenbeschouwd. Danmoet echter bijhet toetsen vande
uiterste grenstoestand decapaciteit vandeverbinding wordengetoetst opdeoptreden-
de langsschuifkracht volgens8.3.3.
7.1.3.2 Profielen metvolledige samenwerking
De meewerkende flensbreedtebijeen T-vormige doorsnede is:
De meewerkende flensbreedtebijeen L-vormige doorsnede is:
waarin:
be
isde meewerkende flensbreedte;
b
o
isde Iijfdikte;
bl'
b
2 isde breedte vandemeewerkende flensdelen,voorzover aanwezig, gemeten
vanuit dedagzijden vanhetIijf;
b)
=
0,2 H
t
0,5
L);
b
2
=
0,2 H
t
0,5
L
2;
H isde hoogte vandeconstructie;
L), L
2 zijndedagmaten tussendelijven vandeaangrenzende wanden.
Voor deverklaring vandegebmikte symbolenwordtverwezen naarfiguur
1.
be
be
~p~
b2
t
L
2
---+
+-
b1
L
1
]'-
II
b
O-
f
+
I
buigingsas
1--------------
Figuur
1
Meewerkende flensbreedtebijstabiliteitskernen
7.1.3.3 Profielen metniet-volledige samenwerking
Voor hetbepalen vandemeewerkende flensbreedte
be
gelden deformules van7.1.3.2,
waann:
b)
=
0,1 H
t
0,5 L);
b
2
=
0,1 H
t
0,5 L
2?
CUR-Aanbeveling 73
7.1.3.4Extratoename vannormaalkracht inT- en L-vormige doorsneden
Ais bijbuiging vaneenT-ofL-vormige doorsnededemeewerkende flensbreedtezichin
de getrokken zonebevindt, magdeaanwezige normaalkracht inde beschouwde door-
snede worden vergroot. Bijdeverhoging vandenormaalkracht geldendevolgende uit-
gangspunten:
a. de normaalkracht wordtgeleverd doorhetnaast demeewerkende flensbreedte
gelegen driehoekig deelvandebouwmuur waarvoorgeldt:tan
'Y
=
0,5, waarin
'Y
voIgt
uit figuur 2;
b. een deel vandebouwmuur magslechts vooreenkern eenbijdrage aandenormaal-
kracht leveren;
c. delangsschuifkrachten dieinde uiterste grenstoestand inde kern zullen ontstaan,
moeten worden getoetst volgens8.3.3.
stabiliteitskern
deel bouwmuur waaruit
extra normaalkracht kan
worden ontleend
Figuur
2
Hoek
'Y
bij
T-en L-vormige doorsneden
7.2 Theorieen enrekenmethoden deel
bouwmuur waaruit
extra normaalkracht kan
worden ontleend
7.2.7 Aigemene theorieen
De krachtsverdeling inde constructie moetworden bepaald volgensdeleer vandetoege-
paste mechanica. Hierbijmoetgebruik worden gemaakt vaneenvan devolgende theorieen:
niet-lineaire elasticiteitstheorie (NLE);
quasi-lineaire elasticiteitstheorie (QLE);
lineaire elasticiteitstheorie (LE).
In 7.2.2 totenmet 7.2.4 zijndeuitgangspunten vandeze theorieen gegeven.Bijdebepa-
ling vandekrachtsverdeling inen het draagvermogen vanopdruk enbuiging belaste
wanden enkolommen, moetinhet algemeen deinvloed vandeslankheid opdesterkte
van hetbeschouwde constructiedeel inrekening wordengebracht. Ditkan door gebruik
te maken vaneentweede-orde theorievolgens deuitgangspunten diezijn beschreven in
7.2.2 of7.2.3, waarbij deinvloed vandeuitbuigingen enhet niet-lineaire materiaal-
gedrag zijnverdisconteerd. In7.6.2.1 zijnuitzonderingen beschrevenwaarbijhettoe-
passen vaneentweede-orde theorieachterwege magblijven.
Ook mag gebruik worden gemaakt vandelineaire elasticiteitstheorie. Demaatgevende
doorsneden moetendaarbijworden berekend op:
de rekenwaarde vandenormaaldrukkracht N'd'bepaald volgens 7.2.4;
de rekenwaarde vanhetbuigend moment
Md
waarvoor geldt:
waarbij
e
t
is gebaseerd opdeeerste-orde excentriciteit
eo'
detoeslagexcentriciteit
e
c
volgens 7.5of7.6 eneen toeslagfactor gvolgens7.5en7.6.
7.2.2 Niet-/ineaire elasticiteitstheorie
Bij deniet-lineaire elasticiteitstheorie is,behalve aanhetstatische evenwicht, tevensvol-
daan aandevoorwaarde vansamenhang tussendeopeenvolgende doorsneden(compa-
CUR-Aanbeveling73
tibiliteit). Bijdeberekening moetworden aangenomen dat:
het metselwerk geentrekspanningen kanopnemen;
de verlengingen enverkortingen diedevezeis ondergaan, rechtevenredig zijnmet
de afstand totdeneutrale Iijn;
voor hetverband tussen
(I'
en
E'
het gesteide inartikel 9.5van NEN 6790:1991 geldt.
7.2.3 Quasi-Iineaire elasticiteitstheorie
Bij dequasi-lineaire elasticiteitstheorie is,behaive aanhetstatische evenwicht, tevens
voldaan aandevoorwaarde vansamenhang tussendeopeenvolgende doorsneden(com-
patibiliteit). Bijdeberekening moetworden aangenomen dat:
metselwerk geentrekspanningen kanopnemen;
het verband tussenhetmoment endekromming bi-lineairis;voor momenten
kleiner dan0,8
Mu
wordt dituitgedrukt inde buigstijfheid
(EI)d'
De buigstijfheid kanopverschillende wijzenworden bepaaId:
a. Debuigstijfheid
(EI)d
wordt bepaaid dooreenrechte Iijndoor deoorsprong enhet
punt metco6rdinaten (0,8
Mu;d;
K
o
,8Mu;d) (fig.3).Vervolgens mageenrechte lijnnaar
het punt metco6rdinaten
(Mu-d;
KJ
worden getrokken. Degenoemde co6rdinaten
worden bepaaid doorhetM-N-~ -diagram datisbepaaid metbehuip vanhetinarti-
ke19.5 vanNEN 6790:1991 genoemde verbandtussena'en
E'.
NLE
M __
c
uu-----.--------------
U
0,8 Mu+ ---------------~- ~
/
'
/
/
/
/
/
/
/
,
\arct
g
(EI)d!
if :
Figuur 3 Bepaling
buigstijfheid voordeQLE
b. Voor rechthoekige doorsnedenwaarvoorgeldt
a:;;
0,8 mag debuigstijfheid
(EI)d
ais
voIgt worden bepaaId:
(EI)d
=
Ef I
waarin:
I
ishet kwadratisch opperviaktemoment vandeongescheurde doorsnede;
Ef
isde fictieve eiasticiteitsmodulus volgenstabeI1;
N'
=
d
bh1'd
N'd isde rekenwaarde vandenormaaikracht inde beschouwde doorsnede;
b
isde breedte vandebeschouwde doorsnede;
h isde hoogte vandebeschouwde doorsnede;
1'd
isde rekenwaarde vandedruksterkte vanhetmetselwerk.
c. Voor L-vormige doorsneden met
a:;;
0,8mag debuigstijfheid
(EI)d
aisvoIgt worden
bepaaId:
(EI)d
=
Ef I
waarin:
I
ishet kwadratisch opperviaktemoment vandeongescheurde doorsnede;
Ef
isde fictieve eiasticiteitsmodulus volgenstabel2ofbijiage A.Voor hetmogen
toepassen vantabel 2moet worden voldaan aandeinde tabel vermeide voor-
waarden.
CUR-Aanbeveling 73
TabellPictieveelasticiteitsmodulus
Tabel2Minimale waardenvanEfafgeleid uit
bijlage Avan deze Aanbeveling
Voor verklaring vandegehanteerde symbolenwordtverwezen naarfiguur Alinbijlage A.
Toelichting
De waarden intabel 2zijn minimale waardendieuitbijlage Azijn afgeleid.
7.2.4 Lineairee/asticiteitstheorie
Bij delineaire elasticiteitstheorie is,behalve aanhetstatische evenwicht, tevensvoldaan
aan devoorwaarde vansamenhang tussendeopeenvolgende doorsneden(compatibili-
teit). Bijdeberekening moetworden aangenomen dat:
het metselwerk instaat iszowel druk-alstrekspanningen optenemen;
de verlengingen enverkortingen diedevezels ondergaan, rechtevenredig zijnmet
de afstand totdeneutrale lijn;
het verband tussen
a'
en
E',
respectievelijk
a
en
E,
geschematiseerd wordtdooreen
rechte doordeoorsprong, waarvandehelling wordtbepaald doorderekenwaarde
van deelasticiteitsmodulus Evolgensartike19.4.1 vanNEN 6790:1991.
7.2.5 Stabiliteit uitdekante/weerstand vanbouwmuren
Bij het toetsen vandestabiliteit mag,alsersprake isvan niet-doorgaande vloeren,
gebruik worden gemaakt vandekantelweerstand vandebouwmuren. Dezemethode
mag nietworden gecombineerd meteenvan deandere methoden dieindeze CUR-
Aanbeveling zijnbeschreven.
Bij deze methode wordtdeweerstand tegenkantelen vandebouwmuren bepaaldals
functie vandehorizontale verplaatsing dieoptreedt aandebovenzijde vandebouw-
muur. Deweerstand tegenkantelen neemtafbijeentoenemende verplaatsing. Tevens
wordt deoptredende horizontale verplaatsing bepaaldbijdevoorgeschreven belasting.
Als deweerstand bijdeoptredende horizontaleverplaatsing
grater
isdan devoorge-
schreven belasting, isde constructie voldoendestabiel.Eenenander isin figuur 4weer-
gegeven.
CUR-Aanbeveling73
__ horizontale verplaatsing
15
Figuur
4
Grafische weergavevanmethode opbasis vankantelweerstand
Voor hetbepalen vandehorizontale verplaatsing aandebovenzijde vandewand moet
worden uitgegaan vandetheorie zoalsbeschreven in7.2.3, waarbij rekening moet
worden gehouden metdeinvloed vandeuitbuigingen (geometrischniet-lineair).Een
voorbeeld vandetoe tepassen schematisering isgegeven infiguur 5.Uit deschemati-
sering blijktdateen constructie uitsluitendstabielkanzijn alsdefundering eenvol-
doende stijveinklemming kanleveren. Deposities vandeoplegkrachten uitdevloeren
moeten wordenontleend aanartike18.4.2.
r--
I .
--1-
I
~
Figuur
5
Voorbeeld vandeschematisering voorhetbepalen vandehorizontale verplaatsingen
Toelichting
Deze methode zaluitsluitend bijdebouw vaneenrelatief grootaantal woningen
op een rijtot acceptabele resultatenleiden.
7.3 Krachtsverdeling algemeen
7.3.1 Rekenmethode
Voor hetbepalen vandekrachtsverdeling ineen constructie moettenminste worden
uitgegaan vandevoorgeschreven belastingscombinaties volgenshoofdstuk 6,de sche-
matisering vandeconstructie volgens7.1envan eenvan detheorieen volgens7.2.
Voldaan moetworden aandealgemene bepalingen zoalsvermeld in7.3.2 en7.3.3. Als
wordt voldaan aandein7.4 totenmet 7.6vermelde voorwaarden, maggebruik worden
gemaakt vandeindie artikelen beschreven rekenmethoden.
7.3.2 Scheefstand
Als dekrachtsverdeling inde constructie wordtbepaald metbehulp vandeniet-lineaire
elasticiteitstheorie, moetinhet schema voorhetbepalen vandekrachtsverdeling een
initiele scheefstand van
1/300
worden aangebracht.
Als dekrachtsverdeling inde constructie wordtbepaald metdequasi-lineaire elastici-
teitstheorie ofmet decombinatie vandelineaire-elasticiteitstheorie endeee-methode,
hoeft geeninitiele scheefstand teworden aangehouden.
CUR-Aanbeveling 73
7.3.3Minimale excentriciteit
Voor iedere actieve wandofkern moet voordegrootste beginexcentriciteit eenminima-
Ie waarde
eo
worden aangehouden van
1/300
i
10 mm. Hierin is
I
de ongesteunde Ieng-
te van hetbeschouwde constructiedeel.
7.4 Krachtsverdeling inwanden ingeschoorde raamwerken
Wanden ineen geschoord raamwerkzijnpassieve ofneutrale wanden. Voorhetbepalen
van dekrachtsverdeling indeze wanden bijdefundamentele belastingscombinatie met
wind aisextreme veranderlijke belasting,mogendeaansluitingen tussendewanden en
de vloeren worden beschouwd aisscharnier.
Toelichting
In het algemeen zaldefundamentele belastingscombinatie metwind alsextreme
veranderlijke belastingnietmaatgevend zijn.Defundamentele combinatiesmet
uitsluitend permanente belastingofmet extreme veranderlijke verticalebelasting
zullen maatgevend zijn.Dekrachtsverdeling bijdeze combinaties moetworden
bepaald volgensartikellO.3.2.2 vanNEN 6790:1991.
Ais wordt voldaan aandevoorwaarden zoalsgenoemd inartikel 2van NPR
6791:1991, kanvanhetbepalen vandekrachtsverdeling wordenafgezien enkan
een toets volgens datartikel worden uitgevoerd.
7.5 Krachtsverdeling inongeschoorde enschorende raamwerken
7.5.1 Algemeen
De krachtsverdeling inongeschoorde enschorende raamwerken moetworden bepaaid
volgens 7.3.1.Eentweede-orde berekeningmoetvolgens deniet-lineaire- ofde quasi-
Iineaire elasticiteitstheorie wordenuitgevoerd. Detotale krachtsverdeling inonge-
schoorde raamwerken magookworden bepaald metbehulp vandeec-methode volgens
7.5.2. Detotale krachtsverdeling vanschorende raamwerken metpassieve en/ofneutra-
Ie kopwanden magookworden bepaald metbehulp vandeec-methode volgens7.5.3.
7.5.2 Bepalingvandekrachtsverdeling ineen ongeschoord raamwerkmetbehulp vande
e -methode
c
7.5.2.1 Aigemeen
Raamwerken mogenopdeonderste bouwlaag opgebouwd wordengedacht uitverend
ingeklemde constructiedelen enopdeoverige bouwlagen uitkruisvormige constructie-
delen. Bijdeberekening wordtaangenomen datdeze constructiedelen onderlingschar-
nierend zijnverbonden (fig.6).Voor deplaats vandescharnieren geldthetvolgende:
a. descharnieren mogenineen raamwerk mettenminste tweebouwlagen enten min-
ste vier traveeen wordenaangenomen opdehelft vandehoogte vandewanden en
in het midden vandeovers panning vandeliggers, alswordt voldaan aan:
EI
r rm
EI
ssm
I
~~0,25
I
rm
waarin:
Er
isde eiasticiteitsmodulus vandeligger diegeldt voorberekeningen volgensde
lineaire elasticiteitstheorie;
Es
isde eiasticiteitsmodulus vandewand diegeldt voorberekeningen volgensde
lineaire elasticiteitstheorie;
Inn
ishet gemiddeide kwadratisch opperviaktemoment vandeIiggers;
Ism
ishet gemiddelde kwadratisch opperviaktemoment vandewanden;
Irm
isde gemiddelde theoretische overspanning vandeliggers;
Ism
isde gemiddeide theoretische overspanning vandewanden.
Bij het bepalen vandegemiddelde waardenmagworden gemiddeld overaIlekolommen
of wanden respectievelijk liggers,dieinhet beschouwde gebouwdeelvoorkomen.
CUR-Aanbeveling73
In
de onderste wandenmoetendescharnieren wordenaangenomen terplaatse van
de momentennulpunten dievolgen uitdeberekening vandeeerste-orde momenten
ten gevolge vaneenhorizontale belasting,metdien verstande dat(fig. 7):
1. voor deberekening vanhetonderste kruisvormige constructiedeel deafstand van
het onderste scharnier totdebovenzijde vandefundering nietgrater magwor-
den aangenomen dan0,5
Is;
2. voor deberekening vanhetonderste gedeeltelijk ingeklemde constructiedeel de
afstand vanhetscharnier totaan debovenzijde vandefundering tenminste moet
worden aangenomen op0,7
Is;
waann:
Is
isde afstand vandebovenzijde vandefundering tothet hart vandeligger
boven deonderste bouwlaag;
b. alsniet aandeonder a.gestelde voorwaarden wordtvoldaan, komtdeplaats vande
scharnieren overeenmetdievan demomentennulpunten tengevolge vaneenhori-
zontale belasting bepaaldmetdelineaire elasticiteitstheorie volgens7.2.4.Voorde
berekening vanhetonderste kruisvormige envan hetonderste verendingeklemde
constructiedeel blijvendebepalingen genoemdondera.Iena.2 van kracht.
De krachtsverdeling moetworden bepaald:
in de verend ingeklemde constructiedelen volgens7.5.2.2;
in de kruisvormige constructiedelen volgens7.5.2.3en7.5.2.4.
/,
1
/,
/,
/,
0,5/ , 0,5/
,
I
0,5/,
0,5/
,
~-
+-1
al
/b
-:'1
..:::
~I
~
I~
~I
zie
figuur
7b
-:'1
-
~
-:'
-:'
I~
zie
figuur 7a
??? ..L.
1
.
Figuur
6
Raamwerk metkrui~es
a
F,
F,
--0
--
{~
F
==
-4~
I
~
+
f&l
il
b
F,
--
~
I
--~
£A
,S,
Figuur
7
Krui~es uitraamwerk
117
CUR-Aanbeveling 73
7.5.2.2Verendingeklemde constructiedelen
De totale excentriciteit
e
t,waarin detweede-orde effectenzijnverwerkt, moetbijonge-
schoorde raamwerken wordenbepaald uit:
Bij schorende raamwerken geldtdezelfde formule, echtermetdien verstande dat
ec
moet
worden vervangen door
e'
c'
waarin:
e
c
C
M
cp
1/1
e'
c
N'yd
is
de grootste beginexcentriciteit inhet onderdeel vandeconstructie, bepaald
met delineaire elasticiteitstheorie volgens7.2.4enmet inachtneming vande
minimale waardevolgens 7.3.3;
is de toeslagexcentriciteit volgensdeformules vantabel 3;
=
Mjcp
isde veerconstante vandeinklemming;
is het inklemmingsmoment;
is de bij Mbehorende hoekverdraaiing vandeinklemmingsconstructie;
is de vormfactor volgens
7.5.2.5;
=
e
N'yd
(E1h
c--
N'd
I(E1h
is de rekenwaarde vandetotale verticale belasting opdat gedeelte vanhetbouw-
werk waarvoor hetschorende raamwerkdestabiliteit verzorgt;
is de buigstijfheid vandebeschouwde wandvolgens delineaire elasticiteitstheorie;
is de som vandebuigstijfheden vanaIlewanden vanhetschorende raamwerk;
is de factor volgens tabel3met dien verstande datbijschorende raamwerken
N'd moet worden vervangen door:
Tabel
3
Farmules vaardebepaling vane
c
en
g
belastingsschema
I
g
-
7.5.2.3 Volledigkruisvormige constructiedelen
Achtereenvolgens moetenwordenbepaald:
a. Beginexcentriciteiten eOlen
e
02
De beginexcentriciteiten moetenwordenbepaald uit:
e
c
e
is de kleinste waardevan:
c
18h1/1(~)2
100h
en
12[1,5h
+
eo
(41/1 _
3)]
(~)2
lOOh
e
Ol
=
I
MId
N'ld
M
e
02
=
I~
N'2d
waarin:
eO!' e02
isde beginexcentriciteit ineen wand aandeboven- respectievelijk onderzijdevan
het kruisvormig constructiedeel metlengte
11
respectievelijk
1
2volgens
7.5.2.1;
MId' M2d
ishet eerste-orde momentterplaatse vandeinklemming vandewand met
lengte
11
respectievelijk
1
2;
N'ld' N'2d
is de bij
MId
respectievelijk
M2d
behorende normaalkracht.
CUR-Aanbeveling73
b. Totale excentriciteit
De totale excentriciteit c
n
en C'Z'waarin detweede-orde effectenzijnverwerkt, moe-
ten worden bepaald uit:
Bij schorende raamwerken geldendezelfde formules, metdien verstande echterdat
cel
en
c
e2moeten wordenveranderd inrespectievelijk
c'
el
en
c'
eZ·
waann: C01' c
oz
isde beginexcentriciteit volgensa.;
cel'
c
eZ
isde toeslagexcentriciteit volgensdeformules intabel 3;
c'
el'
C'
(2
is
celN'vd
(E1h
respectievelijk
c
e2
N'vd
(E1h
N'd~(EI)k
N'd
~(EI)k
N'vd
isde rekenwaarde vandetotale verticale belasting opdat gedeelte vanhet
bouwwerk waarvoorhetschorende raamwerkdestabiliteit verzorgt;
N'd isde rekenwaarde vandetotale verticale belasting opfunderingsniveau inde
beschouwde wand;
(EI)k
isde buigstijfheid vandebeschouwde wandvolgens delineaire elasticiteits-
theorie;
~(EI)k
isde som vandebuigstijfheden vanallewanden vanhetschorende raam-
werk;
gl' gz
isde factor
g
vol gens tabel 3,met dien verstande datbijschorende raam-
werken degrootheid N'dmoet worden vervangen door:
N'vd
(E1h;
~ (EI)k
Cl'CZ
isde veerconstante vandeinldemming waarvoormoetworden aangehouden:
C
=
1
M
Cz
=
Zd(Ca+Cb)
Mld+Mzd
3 (EI)
C= ~en
a
I
a Cb
=
3
(EI)db
Ib
(EI)da'
(EI)db
la'
Ib
is
de rekenwaarde vandebuigstijfheid vandeliggers volgens dequasi-
lineaire elasticiteitstheorie;
is de lengte vandeliggers vanhetkruisvormig constructiedeel volgens
7.5.2.1.
c. Door deaansluitende liggersoptenemen toeslagmoment
Med
Voor hetdoor deaansluitende liggersoptenemen toeslagmoment moetworden aan-
gehouden:
Voor hettoeslagmoment
Meda
respectievelijk
Medb
terplaatse vandewand, opte
nemen doordeligger metlengte
la
respectievelijk
Ib
moet worden aangehouden:
C C
Meda
=~
Meb
en
Medb
=~
Med
Ca+Cb Ca+Cb
Het toeslagmoment neemtrechtlijnig overdeligger aftot nul bijhet aangenomen
schamier.
CUR-Aanbeveling 73
d.Door deaansluitende liggersoptenemen totalemoment M'd
Voor dedoor deaansluitende liggersoptenemen totalemomenten M'daenM'db
moet worden aangehouden:
M'da
=
Mda +Mcda enM'db
=
Mdb +MCdb
waann: Mda, Mdb ishet eerste-ordemoment berekendmetdelineaire elasticiteitstheorie van7.2.4;
Mcda' Mcdbis hettoeslagmoment volgensc.;
Het verloop vanhettotale moment overdeligger isde som vanhetverloop vanhet
eerste-orde momentenhet rechtlijnig aflopendverloopvanhettoeslagmoment.
7.5.2.4
Onvolledig kruisvormige constructiedelen
Onvolledig kruisvormige constructiedelen mogenworden berekend metdebepalingen
van 7.5.2.3, waarbij nietaanwezige normaalkrachten enexcentriciteiten gelijkaannul
worden gesteld.
7.5.2.5
Vormfactor
De invloed vandevorm vaneenniet-rechthoekige doorsnedeopdegrootte vandetoe-
slagexcentriciteit ecwordt inrekening gebrachtmetbehulp vandevormfactor
l/J,
die voIgt
uit:
l/J
=~
\13 -36 ~ -12 Zb
4 bh
3
h
waarin:
Zb isde afstand vandemeest gedrukte vezeltotdebuigingsas;
b
isde grootste gesommeerde breedtevanuitsluitend demetselwerkdoorsnede
loodrecht opdebuigingsrichting.
7.5.3 Bepalingvandekrachtsverdeling ineen schorend raamwerk metpassieve en/ofneutrale
kopwanden metbehulp vandeec-methode
Schorende raamwerken metpassieve en/of neutrale kopwanden mogenopdeonderste
bouwlaag opgebouwd wordengedacht uitverend ingeklemde constructiedelen enopde
overige bouwlagen uitkruisvormige constructiedelen. Bijdeberekening wordtaange-
nomen datdeze constructiedelen onderlingscharnierend zijnverbonden. Voordeplaats
van descharnieren geldthetvolgende:
a. alswordt voldaan aan:
EJrm~~0,25
EJsm
Irm
mogen descharnieren ineen raamwerk mettenminste tweebouwlagen enten min-
ste twee traveeen wordenaangenomen opdehelft vandehoogte vandetraveeen
scheidende wanden.Voorverklaring vandevariabelen inde voorwaarde wordtver-
wezen naar7.5.2.1.
De kopwanden zijnscharnierend metdevloer verbonden. Deposities vandeschar-
nieren moeten worden ontleend aanfiguur 8.
In de bovenste bouwlaag moetendescharnieren inde wanden wordenaangenomen
op 0,5
Is
van deonderzijde vandewand.
In de onderste wandenmoetendeschanieren wordenaangenomen terplaatse van
de momentennulpunten dievolgen uitdeberekening vandeeerste-orde momenten
ten gevolge vaneenhorizontale belasting,metdien verstande dat:
1. voor deberekening vanhetonderste kruisvormige constructiedeel deafstand van
het onderste scharnier totdebovenzijde vandefundering nietgroter magwor-
den aangenomen dan0,5
Is"
CUR-Aanbeveling73
2. voor deberekening vanhetonderste gedeeltelijk ingeklemde constructiedeel de
afstand vanhetscharnier totaan debovenzijde vandefundering tenminste moet
worden aangenomen op0,7
Is
waann:
Is
isde afstand vandebovenzijde vandefundering tothet hart vandeligger boven
de onderste bouwlaag;
b. alsniet aandeonder a.gestelde voorwaarden wordtvoldaan, komtdeplaats vande
scharnieren overeenmetdievan demomentennulpunten tengevolge vaneenhori-
zontale belasting bepaaldmetdelineaire elasticiteitstheorie volgens7.2.4.Voorde
berekening vanhetonderste kruisvormige envan hetonderste verendingeklemde
constructiedeel blijvendebepalingen genoemdondera.lena.2 van kracht.
De krachtsverdeling moetworden bepaald:
in de verend ingeklemde constructiedelen volgens7.5.2.2
in de kruisvormige constructiedelen volgens 7.5.2.3 en7.5.2.4
??? ???
I /
r
I
1
0,5/
rI
0,5/
rl
???
.I
.
???
Figuur
8
Posities vanmomentennulpunten invloeren hi}toepassing vandee
c
-methode
7.6 Krachtsverdeling
in
overige schorende constructies
7.6.7 Aigemeen
De krachtsverdeling inschorende constructies moetworden bepaald volgens 7.3.1.
Onder voorwaarden zoalsgenoemd in7.6.2.1 magworden afgezien vaneentweede-orde
berekening. Indiennietaandeze voorwaarden wordtvoldaan, moeteentweede-orde
berekening volgensdeniet-lineaire ofquasi-lineaire elasticiteitstheorie wordenuitge-
voerd. Detotale krachtsverdeling magonder voorwaarden zoalsgenoemd in7.6.3.1 ook
worden bepaald metbehulp vandeec-methode volgens7.6.3.
Op druk belaste onderdelen vanschorende constructies moetenworden gecontroleerd
CUR-Aanbeveling 73
oppartiele instabiliteit. Daartoemoetdekrachtsverdeling indeze onderdelen worden
bepaald volgens 10.3.2.2vanNEN 6790:1991.
7.6.2 Krachtsverdeling zandertweede-orde
7.6.2.1
Voorwaarden
Actieve wanden behoeven nietoptweede-orde momententeworden berekend, indien
valda anwordt aandevoorwaarde:
waann:
(EI)d
isde rekenwaarde vandebuigstijfheid volgens7.2.3;
N'vd
isde rekenwaarde vandetotale verticale belasting inde actieve wandeninhet
deel vandepassieve wandenwaarvoor deactieve wanddestabiliteit verzorgt;
Ie
isde kniklengte volgens7.6.2.2.
7.6.2.2
Kniklengte
De kniklengte
Ie
moet worden bepaald uit:
a. bijeen normaalkracht aandetop van deactieve wand,zoalsbijwanden overeen
bouwlaag:
r;:-;2
Ie
=
1\)2
2+
P
b. bijactieve wanden over2,3of 4bouwlagen:
Ie
=
5- n I~22 +
7T
2 +n - II ~1,122 +~
4 P
4
2p
c. bijeen gelijkmatig overdehoogte vandeactieve wandverdeelde normaalkracht zoals
bij wanden overvijfbouwlagen magworden aangenomen:
Ie
=
I~
1,122 +~
2p
waann: isde totale lengte vandeactieve wand;
p
CI
(EI)d
C isde veerconstante vandeinklemming. Daarwaar deinklemming isontleend
aan eenbetonconstructie moetdebuigstijfheid wordenbepaald volgens7.2.3
van NEN 6720:1995 endaar waar geotechnische constructiesvanbelang zijn
moet debuigstijfheid wordenbepaald volgensNEN6740:1991;
(EI)d
isde rekenwaarde vandebuigstijfheid volgens7.2.3;
n ishet aantal bouwlagen.
7.6.3 Bepalingvandekrachtsverdeling metbehulp vandeee-methode
7.6.3.1
Voorwaarden
De afmetingen vandedoorsnede mogenoverdelengte vandeactieve wandnietvarieren.
7.6.3.2
Totaleexcentriciteit
De totale excentriciteit
c
t'waarin detweede-orde effectenzijnverwerkt, moetworden
bepaald uit:
CUR-Aanbeveling73
waarin:
eo
isde beginexcentriciteit, volgenduithet maximale momentbepaaldmetde
lineaire elasticiteitstheorie volgens 7.2.4, metinachtneming vandeminimale
waarde volgens 7.3.3;
ee
isde toeslagexcentriciteit volgensdeformules vantabel 4;
~ isde factor volgens deformules vantabel 4;
C
=
M /
If'
is de veerconstante vandeinklemming;
M ishet inklemmingsmoment
If'
isde bij Mbehorende hoekverdraaiing vandeinklemmingsconstructie;
ljJ isde vormfactor volgens7.5.2.5.
Tabel4 Formules voordebepaling vaneeen ~
belastingsschema
I~
e
e
de kleinste waardevan:
-
(
I
)2
N'
ee
=
12 [1,5
h
+
e
o
(4ljJ- 3)]_ ~
100h
N'd
en
ee
=
12 (1,5 h
+
0,5
2)
(~)2
N~
eo
100h
N'
d
ee
=
3
[h
+
eo
(4ljJ-
2)]
(~)2
N'vd
100h N'd
7.7 Schijfwerking vandev/oeren
Schijfwerking vandevloeren isessentieel omdehorizontale krachtenovermeer actieve
wanden teverdelen enom dehorizontale verplaatsingen vandeactieve wanden ende
eventueel aanwezige neutralewandengelijktelaten zijn.
Afhankelijk vandegekozen schematisering zalditook bijvloerschijven dieterplaatse
van ankerloze spouwmuren zijnonderbroken, noodzakelijkzijn.Deschijfwerking moet
dan worden verzekerd doorhettoepassen vanvoldoend duurzame koppelingen.
Schematisering entoetsing vandeschijfWerking bijbetonnen vloerenmoetworden
uitgevoerd conform
NEN
6720enCUR-rapport 136'Voegen ingeprefabriceerde vloe-
ren'.
7.8 Stabiliteit vandekopgeve/
Voor dekopgevels moetworden aangetoond datzijvoldoende sterkenstabiel zijn.
Hiervoor kangebmik wordengemaakt vanCUR-Aanbeveling 71'Constmctieve aspec-
ten bijontwerp, berekening endetaillering vangevels inmetselwerk'.
Toelichting
In de regel zuBen desterkte endestabiliteit vandetopgevel gewaarborgd kunnen
worden alsdeze doordedakconstmctie horizontaalwordtgesteund. Aangetoond
moet kunnen wordendatdeop detopgevel werkzame krachtenkunnenworden
afgevoerd.
CUR-Aanbeveling 73
8Toetsing
8.1 Toetsingvanpassieve wanden
Voor hettoetsen vandesterkte vanpassieve wandenwordtverwezen naar11.1vanNEN
6790:1991 of2vanNPR 6791:1991.
8.2 Toetsingvanneutrale wanden
8.2.1 Aigemeen
Neutrale wandenmoetenwordengetoetst opsterkte enopverplaatsing. Voorhettoet-
sen van desterkte zaldeindeze Aanbeveling beschouwdefundamentele combinatie
met wind alsextreme veranderlijke belastingnietmaatgevend zijn.Voor hettoetsen van
de sterkte vanneutrale wandenwordtverwezen naar11.1vanNEN 6790:1991 of2van
NPR 6791:1991. Detoets vandeverplaatsing isnodig omaan tetonen datneutrale
wanden nietaanpendelen.
8.2.2 Positiesvankrachten werkzaam opeen neutrale wand
8.2.2.1 Excentriciteit aandebovenzijde vandewand
De grootte vandeexcentriciteit aandebovenzijde vandewand moetworden bepaald
door depositie vandewerklijn vanderesulterende krachttebepalen opbasis vande
posities vandeafzonderlijke krachtenzoalszijnaangegeven inde figuren 9atot enmet
9c.
--T-
N'd
I
"'1
~_=_,J=
J
~ bovengelegen
wand
I
I
--l
I
vloerl
I
1
I
I
beschouwde wand windrichting
~
bovengelegen
wand
I vloer
I
I
I
I
beschouwde
wand
N'd
I.?
~ =
l
= ~
~
Figuur 9aKopwand ofbladvaneenankerloze spouwmuur aanloefzijde enaan lijzijde
----
bovengelegen
wand
I
Ivloer
I
beschouwde
wand
loefzijde
l
_. L
lijzijde N
d'
R
isde kracht uitde
, vloer aanIijzijde ende
kracht uitde boven
gelegen wand
N
d'
L isde kracht uitde vloer
, aan loefzijde
Figuur 9bTussenwand metniet-doorgaande vloeren
CUR-Aanbeveling73
bovengelegen
wand windrichting~
I vloer
I
I
I
beschouwde
wand N'
d
loetzijde lijzijde
1/4h
+---t-
3/4
4
~/ h
+_
Figuur
9c
Tussenwand metdoorgaande vloeren
8.2.2.2 Excentriciteit aandeonderzijde vandewand
De sterkte vandeneutrale wandisbepalend voordeuiterst opneembare excentriciteit
aan deonderzijde vandewand eo'Voor hetbepalen vandeuiterst opneembare excen-
triciteit aandeonderzijde vandewand kangebruik worden gemaakt vanfiguur 10,
waann: e
j
isde excentriciteit vandebelasting aandebovenzijde vandewand volgens 8.2.3;
eo
isde excentriciteit vandebelasting aandeonderzijde vandewand;
N'
d
bh1'd
A
=
I/ h;
I
isde hoogte vandewand tussen devloeren;
N'd isde gemiddelde normaalkracht inde wand tengevolge vandebeschouwde
fundamentele belastingscombinatie;
h isde dikte vandewand;
b
isde breedte vanhetbeschouwde deelvandewand;
1'd
isde rekenwaarde vandedruksterkte vanhetmetselwerk.
0,5
It'=Q,025
0,2 0,30,4
-
1- ---I -
'~
I
I
I
r-;
I
I
I
I
I
1
I
I
I
-,- -,--,-
Reacties