1
CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving
Aanbeveling 85
Construeren in roestvast
staal
Aanvullende bepalingen op:
NEN 6770 1997 Staalconstructies: Basiseisen en basisrekenregels voor over-
wegend statisch belaste constructies.
NEN 6773 2000 Staalconstructies: Basiseisen, basisrekenregels en beproe-
vingen voor overwegend statisch belaste dunwandige koud-
gevormde stalen profielen en geprofileerde platen
Het materiaal roestvast staal heeft zich inmiddels een vaste plaats verworven in onze woon-
en werkomgeving. Zo moet men bij een keukenleverancier moeite doen om een oven te
vinden die niet in roestvast staal is uitgevoerd. Bijna alle liftfronten zijn van dit materi-
aal, en ook voor gevels, trappen en zwembaden wordt steeds vaker roestvast staal gekozen.
En in de zware industrie, zoals de petrochemie, en in civiele constructies, denk aan
bruggen, bestaan al lang vele geslaagde toepassingen.
Uitstraling, lange levensduur en het gemakkelijke onderhoud zijn vaak de argumenten
om voor roestvast staal te kiezen. Gelet op de huidige aandacht voor duurzaam bouwen
is het de verwachting dat het materiaal steeds vaker bij de materiaalkeuze voor projecten
wordt overwogen, zowel in constructief als in bouwkundig opzicht. Daarbij ontbreekt
echter handzame informatie om een afgewogen materiaalkeuze te kunnen maken. Om
die reden is onder auspiciën van Bouwen met Staal en het projectbureau PMP een voor-
lichtingsproject gestart. Deelnemers aan dit project zijn niet alleen gebruikers, produ-
centen en importeurs van roestvast staal maar ook de organisaties CUR, Nederlands Cor-
rosie Centrum, Stichting Bouwresearch en TNO. Het doel van het project is om alle
huidige, relevante informatie over roestvast staal samen te brengen en voor een brede
groep gebruikers toegankelijk te maken via een serie van vier brochures:
? Ontwerpen met roestvast staal, bestemd voor architecten;
? Construeren met roestvast staal, bestemd voor constructeurs;
? Bouwen met roestvast staal, bestemd voor aannemers en producenten;
? Onderhoud van roestvast staal, bestemd voor beheerders.
Bij de complete set van vier brochures hoort tevens een cd-rom met daarop de informa-
tie uit de oorspronkelijke TNO-rapporten, op basis waarvan de brochures zijn samenge-
steld. Via een zoekstructuur is de informatie op deze cd-rom gemakkelijk toegankelijk
gemaakt.
CUR-Aanbeveling 85
3
Het project is financieel ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken. Daarnaast leverden de
volgende bedrijven en organisaties een bijdrage:
Avesta Polarite Amsterdam
Bouwdienst Rijkswaterstaat Zoetermeer
Constructiebedrijf Willems Boven-Leeuwen
CTB Corrosie Technisch Bureau Pernis Pernis
Fabriek van Plaatwerken H. van Dam Ridderkerk
Gouda Holland Haastrecht
Hoekman Roestvaststaal Nieuwleusen
Jos van den Bersselaar Constructie Udenhout
MCB Nederland Valkenswaard
Roba Metals IJsselstein
Rovasta Roestvrijstaal Bleiswijk
Samenwerkende Nederlandse Staalbouw Zoetermeer
Sorba Projects Winterswijk
Thyssen Nederland Vianen
Van der Meer & Van Tilburg Zeist
Vecom Nederland Maassluis
De CUR/BmS-Aanbeveling 85 "Construeren in roestvast staal" is door CUR/BmS samengesteld op basis
van TNO-rapport 1999-CON-R1854 "RVS voor Constructeurs" [4]. Daarbij zijn, waar nodig, kleine aanpas-
singen doorgevoerd om de tekst up-to-date te houden.
Het genoemde TNO-rapport [4] is het eerste document in Nederland, waarin wordt aangegeven hoe een con-
structie, uitgevoerd in roestvast staal, kan worden berekend. De gegeven rekenregels zijn gebaseerd op NVN-
ENV 1993-1-4, waarin voor RVS aanvullende bepalingen op Eurocode 3 "Ontwerp en berekening van staal-
constructies", zijn gegeven. Op basis van [4] worden in deze CUR/BmS-Aanbeveling voor RVS aanvullende
bepalingen op NEN 6770 en NEN 6773 gegeven. Dit betreft alleen de rekenregels. Voor andere belangrijke
aspecten van RVS, zoals duurzaamheid (o.a. corrosie), verwerking (o.a. lasbaarheid) en detaillering, kan
gedetailleerde informatie wordt gevonden in de TNO-rapporten [1, 2 en 3] en de brochures [5, 6 en 7], die op
basis daarvan zijn uitgebracht.
Voor constructies in RVS gelden de bepalingen in NEN 6770, tenzij anders is aangegeven in deze CUR/BmS-
Aanbeveling. De nummering van hoofdstukken en paragrafen in deze CUR/BmS-Aanbeveling sluit aan bij
de nummering in NEN 6770, tenzij anders is aangegeven. Voor zover onderdelen van NEN 6773 van toe-
passing zijn, wordt daar in deze CUR/BmS-Aanbeveling naar verwezen. Als voor die onderdelen van NEN
6773 voor RVS aanvullende bepalingen van toepassing zijn, worden die aangegeven. Voor de hoofdstukken
11 en 12 geldt dat de meeste aanvullende bepalingen gelden voor doorsnedeklasse 4, terwijl voor doorsne-
deklassen 1 tot en met 3 de bepalingen in NEN 6770 bijna geheel van toepassing zijn. Omdat de bepalin-
gen voor doorsnedeklasse 4 zijn weergegeven in NEN 6773, is voor die hoofdstukken de paragraafnumme-
ring volgens NEN 6773 aangehouden, hetgeen aan het begin van het hoofdstuk is aangegeven.
Een beperkt aantal toepassingen wordt vooralsnog uitgesloten, omdat daarvoor onvoldoende ervaring en
kennis beschikbaar is en/of omdat uitvoering in RVS, voor zover bekend is, niet voorkomt. Bij het toepas-
singsgebied en/of de betreffende bepaling is dit aangegeven.
Deze CUR/BmS-Aanbeveling is opgesteld door CUR-voorschriftencommissie 65 "Roestvast staal in civiele
constructies en de bouw". De samentelling was bij het verschijnen als volgt:
ing. R.J. Stark, voorzitter
prof.dr.ir. D.A. Hordijk, rapporteur
ir. P.C. Goudswaard
R.J. van der Ham
ir. R.J. Holthuijsen
ing. A.J. van Dongen
dr. Y. Schouwstra
J. Heuveling, corresponderend lid
W.M.J. Heezen, corresponderend lid
ir. M.L. Ywema, secretaris en coördinator
prof.ir. J.H. van Loenen, mentor
CUR-Aanbeveling 85
4
1 Onderwerp en toepassingsgebied6
2 Normatieve verwijzingen6
3 Termen en definities7
4 Grootheden, eenheden en symbolen7
5 Uiterste grenstoestanden8
5.2 Rekenmethode 8
5.2.3 Vermoeiing9
5.2.4 Bros breken9
6 Bruikbaarheidsgrenstoestanden9
6.2.2.3 Scheurvorming 9
7 Voorwaarden9
7.0.1 Voorwaarden ten aanzien van geldende normen 9
7.1 Roestvaste staalsoorten 9
7.1.1 Algemeen9
7.1. 2 RVS soorten met genormeerde samenstelling 9
7.1. 3 Overige roestvaste staalsoorten 10
7.1. 4 Bepaling van mechanische eigenschappen en chemische samenstelling 10
7.1.4.1 Mechanische eigenschappen 10
7.1.4.2 Chemische samenstelling 10
7.1. 5 Minimale inwendige buigstralen voor koudgevormde profielen 11
7. 2 Verbindingsmiddelen 11
7.2.1 Bouten en moeren 11
7.2.1.1 Mechanische eigenschappen 11
7.2.2 Lassen11
7.2.3 Blindklinknagels 11
7.2.4 Plaatschroeven 11
7.2.5 Lijmen12
7. 3 In de constructie aanwezige imperfecties 12
7. 4 In de doorsnede aanwezige imperfecties 12
7. 5 Duurzaamheid 12
7. 6 Overwegend statisch belaste constructies 12
7. 7 Geometrie van koudgevormde profielen 12
8 Rekenwaarden van belastingen13
8.1.2 Bijzondere belastingcombinaties 13
9 Rekenwaarden van materiaalgrootheden13
9.1 RVS soorten13
9.1.1 Rekenwaarden 13
9 .1.1.1 0,2%-rekgrens 13
9 .1.1. 3 Elasticiteitsmodulus 14
9 .1.1. 7 Volumieke massa 15
9.1.2 Representatieve waarden 15
9.1.2.1 0,2%-rekgrens en treksterkte 15
9.1.2.1.1 RVS soorten volgens NEN 10088 15
9.1.2.1.3 Overige RVS soorten 16
9.1.2.2 Elasticiteitsmodulus 16
9.1.2.3 Afschuivingsmodulus 16
9.1.2.4 Poissonfactor 16
9.1.2.5 Lineaire uitzettingscoëfficiënt 16
inhoud
CUR-Aanbeveling 85
5
9.1.2.6 Volumieke massa 16
9.2 Bouten17
9.2.2 Representatieve waarden van de 0,2%-rekgrens en de treksterkte van bouten 17
9.4 Blindklinknagels 17
9.5 Plaatschroeven 18
10 Rekenmethode18
10.1.3.3 Classificatie van samengestelde staven 18
10.1.3.4.2 Classificatie van verbindingen met betrekking tot moment-rotatiegedrag 18
10.1.3.4.3 Classificatie van boutverbindingen met betrekking tot het al dan niet voorspannen 18
10.2 Respons van de constructie 18
10.2.1 Algemeen18
10.2.3 Verbindingen 18
10.2.4.1 Classificatie van doorsneden 18
10.2.4.1.1 Klasse-indeling 18
10.2.4.1.2 Breedte-dikte verhoudingen in verband met de klasse-indeling 19
10.2.4.2 Doorsnedecapaciteit 22
10.2.4.2.1 Klassen 1 en 2 22
10.2.4.2.2 Klassen 322
10.2.4.2.3 Klassen 422
10.3 Toetsingsregels uiterste grenstoestanden 22
11 Toetsing van de doorsnede22
11.2.1 Axiale trek22
11.2.4 Afschuiving23
12 Toetsing van de stabiliteit25
12 .1 Geprofileerde platen 25
12.2.1.1 Knikstabiliteit van centrisch gedrukte profielen 25
12.2.1.2 Torsiestabiliteit en torsieknikstabiliteit 26
12.2.2.1 Toetsingsregel kipstabiliteit indien het vlak van buiging overeenkomt
met het symmetrievlak van het profiel 26
13 Verbindingen26
13.2 Verbindingen onderworpen aan trillingen en/of belastingsomkering 27
13.3 Boutverbindingen 27
13.3.2 Grenskrachten van bouten 27
13.3.4.1 Boutgaten in strippen 27
13.4 Gelaste verbindingen 27
14 Krachtsinleiding bij opleggingen en puntlasten27
14 .1 Krachtsinleiding met verstijvingen 28
Titels van vermelde literatuurbronnen29
Titels van vermelde normen30
CUR-Aanbeveling 85
6
1 Onderwerp en toepassingsgebied
Deze Aanbeveling bevat aanvullende bepalingen op NEN 6770 'Technische grondsla-
gen voor bouwconstructies TGB 1990 - Basiseisen en basisrekenregels voor overwe-
gend statisch belaste constructies' voor bouwconstructies vervaardigd van roestvast
staal.
Voor dunwandige koudgevormde profielen van roestvast staal wordt in deze
Aanbeveling verwezen naar de betreffende onderdelen in NEN 6773 en worden aanvul-
lende bepalingen daarop aangegeven.
Deze Aanbeveling is bedoeld te worden toegepast op overwegend statisch belaste
bouwconstructies, voor zover zij zijn vervaardigd van:
a) austenitisch of duplex roestvast staal;
b) roestvast staal met een rekenwaarde van de 0,2%-rekgrens ?
0,2;d die niet groter is dan
480 N/mm 2.
Als voor een bepaling in NEN 6770 geen aanvullingen en/of aanpassingen in deze
Aanbeveling zijn aangegeven, gelden de bepalingen in NEN 6770 onverkort. De bepa-
lingen in deze Aanbeveling vervangen dezelfde bepalingen in NEN 6770, tenzij is aan-
gegeven dat het een aanvulling en/of aanpassing op de normtekst in NEN 6770
betreft.
Als bepalingen van NEN 6773 van toepassing zijn voor roestvast staal, wordt dat in
deze Aanbeveling aangegeven. Daar waar via directe of indirecte verwijzing bepalingen
uit NEN 6770 of NEN 6773 van toepassing zijn, dient voor de rekenwaarde van de
vloeigrens ?
y;dde 0,2%-rekgrens ? 0,2;d van het roestvast staal te worden aangehouden.
Toelichting
Het toepassingsgebied komt nagenoeg overeen met het toepassingsgebied in
ENV 1993-1-4, waarin voor roestvast staal aanvullende bepalingen op Eurocode
3 worden gegeven.
Duplex roestvast staal wordt ook wel aangeduid met austenitisch-ferritisch
roestvast staal.
Analoog aan NEN 6770 geldt deze Aanbeveling ook voor bouten met een reken-
waarde van de 0,2%-rekgrens ? 0,2;d groter dan 480 N/mm 2.
In overeenstemming met TNO-rapport 1999-CON-R1854 [4] worden in deze
Aanbeveling RVS-toepassingen voor geprofileerde platen volgens 7.7.1 en 12.1
van NEN 6773 en samengestelde staven volgens 10.1.3.3 van NEN 6770 voorals-
nog niet meegenomen en wordt het gebruik van voorgespannen bouten in RVS
en het rekenen met flexibele verbindingen volgens 10.1.3.4.2 van NEN 6770
afgeraden.
Het spanning-rekdiagram van roestvast staal heeft niet een duidelijke vloeigrens
zoals koolstofstaal (zie figuur 1), zodat wordt gerekend met de 0,2% rekgrens in
plaats van de vloeigrens.
Voor langdurige belasting dient rekening gehouden te worden met kruipgedrag
van roestvast staal (zie 9.1.1.1).
2 Normatieve verwijzingen
Deze Aanbeveling bevat door directe of indirecte verwijzing bepalingen uit normen.
De directe verwijzingen zijn op passende plaatsen in de tekst aangehaald en de desbe-
treffende normen, alsmede andere literatuurbronnen waarnaar wordt verwezen, zijn
aan het eind van deze Aanbeveling opgesomd.
CUR-Aanbeveling 85
7
Figuur 1 Schematisch --diagram van twee RVS legeringen in vergelijking met
koolstofstaal [4].
3Termen en definities
Aanvulling op de definities in NEN 6770 en NEN 6773:
Langdurige belastingen: Belastingen die gedurende de levensduur van de constructie
langer dan een maand aaneengesloten aanwezig zijn.
4 Grootheden, eenheden en symbolen
Naast de symbolen en namen van grootheden uit NEN 6770 en NEN 6773 worden in
deze Aanbeveling de hierna gegeven symbolen gebruikt.
grootheid
symbool naam eenheid
A1;net oppervlakte van het aangesloten been mm 2
A2 bruto oppervlakte van het niet verbonden been, maar niet
meer dan twee maal de bruto doorsnede van het aangesloten
been mm
2
Ared oppervlakte van de gereduceerde netto doorsnede mm 2
bc breedte van het plaatdeel dat, bij een plastische spannings-
verdeling over de doorsnede, onder drukspanning staat mm
E
s,1 secant modulus behorende bij de spanning i,din de trekflens N/mm 2
Es,2 secant modulus behorende bij de spanning 2,din de drukflens N/mm 2
Es;ser secant modulus N/mm 2
?0,2;act werkelijk aanwezige (actuele) waarde van de 0,2%-rekgrens
van de RVS soorten N/mm 2
?0,2;rep representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens N/mm 2
?0,2;b;act werkelijk aanwezige (actuele) waarde van de 0,2%-rekgrens
van RVS bouten N/mm 2
?0,2;b;rep representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens van RVS bouten N/mm 2
?0,2;d rekenwaarde van de 0,2%-rekgrens N/mm 2
?0,2;rep;c representatieve waarde van de verhoogde nominale
0,2%-rekgrens in koudverstevigde toestand N/mm 2
?ref referentie spanning N/mm 2
?t;act werkelijk aanwezige (actuele) treksterkte van de RVS soort N/mm 2
?t;b;act werkelijk aanwezige (actuele) waarde van de treksterkte
van RVS bouten N/mm 2
kr vermenigvuldigingsfactor -
k
t plooicoëfficiënten voor schuifspanning -
N
s;Sd drukkracht in de verstijving N
CUR-Aanbeveling 85
8
r kracht overgebracht door de bout(en) in de beschouwde
doorsnede. gedeeld door de trekkracht in de staaf -
u de kleinste waarde van 2e
2en s 2 mm
V
b;Rd weerstand tegen schuifplooi N
V
pl;Rd weerstand tegen plastische afschuiving N
V
Sd dwarskracht in de ligger ter plaatse van de verstijving N
breedte-lengte verhouding ten behoeve van de bepaling
van shear lag -
k imperfectiefactor -
kip imperfectiefactor voor kipstabiliteit -
y factor die de invloed van de vloeigrens en de elasticiteits-
modulus op de doorsnedeclassificatie in rekening brengt -
ß
1 verhouding van de plaatdeelbreedte onder drukspanning
en de beschouwde plaatdeelbreedte bij een plastische
spanningsverdeling -
0 imperfectiefactor -
d rekenwaarde van de dichtheid kg/m 3
rep representatieve waarde van de dichtheid kg/m 3
i,d spanning in flens i (1 = trek en 2 = druk) N/mm 2
1,d spanning in de trekflens N/mm 2
2,d spanning in de drukflens N/mm 2
bb initiële schuifplooispanning van het lijf N/mm 2
5 Uiterste grenstoestanden
5.2 Rekenmethode
De eis met betrekking tot de eigenschappen van toegepaste materialen of bouwdelen
vervangen door het volgende.
In een bouwconstructie mag alleen een bouwmateriaal of bouwdeel zijn toegepast dat
voldoet aan:
?
0,2;rep ?t;rep ? 1en ? 1,indien het een RVS soort betreft
? 0,2;act ?t;act
of
?
0,2;b;rep ?t;b;rep ? 1en ? 1 ,indien het een een bout van RVS betreft
? 0,2;b;act ?t;b;act
waarin voor RVS soorten:
?
0,2;rep is de representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens volgens 9.1.2.1;
?
t;rep is de representatieve waarde van de treksterkte volgens 9.1.2.1;
?
0,2;act is de werkelijk aanwezige (actuele) 0,2%-rekgrens van de RVS soort,
bepaald volgens de hoofdstukken 3 t/m 14 van NEN-EN 10002-1;
?
t;act is de werkelijk aanwezige (actuele) treksterkte van de RVS soort,
bepaald volgens de hoofdstukken 3 t/m 14 van NEN-EN 10002-1;
?
0,2;b;rep is de representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens van RVS bouten
volgens 9.2.2.1;
?
t;b;rep is de representatieve waarde van de treksterkte van RVS bouten volgens
9.2.2.2;
?
0,2;b;act is de werkelijk aanwezige (actuele) waarde van de 0,2%-rekgrens van
RVS bouten, bepaald volgens hoofdstuk 6 van NEN-EN-ISO 3506;
?
t;b;act is de werkelijk aanwezige (actuele) waarde van de treksterkte van RVS
bouten, bepaald volgens hoofdstuk 6 van NEN-EN-ISO 3506-1.
CUR-Aanbeveling 85
9
5.2.3 Vermoeiing
Geen aanvulling op 5.2.3 van NEN 6770.
Toelichting
Uit Europees onderzoek is gebleken dat het vermoeiingsgedrag van RVS mogelijk
gunstiger is dan het vermoeiingsgedrag van koolstofstaal.
Met betrekking tot de mechanische verbinding van RVS gevelplaten dient
rekening te worden gehouden met de belastingwisselingen ten gevolge van wind.
5.2.4 Bros breken
Geen aanvulling op 5.2.4 van NEN 6770.
Toelichting
RVS soorten die voldoen aan 7.2.1 zijn niet gevoelig voor bros breken bij gebruiks-
temperaturen tot -4o oC. Dit geldt ook voor gelaste verbindingen, mits de juiste
lasprocedure is gekozen.Voor nadere informatie over de weerstand tegen bros
breken van RVS wordt verwezen naar de informatiemodule over RVS voor
Aannemers/Producenten [2].
6 Bruikbaarheidsgrenstoestanden
6.2.2.3 Scheurvorming
Geen aanvulling op 6.2.2.3 van NEN 6770.
Toelichting
Bij de eerste scheurvorming behoeft de uiterste grenstoestand nog niet te zijn
bereikt. Dit betekent dat in de gebruikstoestand scheuren voor kunnen komen.
Waar zij leiden tot situaties waarbij het uiterlijk en/of het gebruik van de
constructie onaanvaardbaar nadelig wordt beïnvloed, wordt de bruikbaarheids-
grenstoestand scheurvorming bereikt.
Bij scheurvorming die in verband met het gebruik van de constructie niet
aanvaardbaar is, kan worden gedacht aan scheurvorming door vermoeiing.
7 Voorwaarden
7.0.1 Voorwaarden ten aanzien van geldende normen
7.1 Roestvaste staalsoorten
7.1.1 Algemeen
Deze Aanbeveling is van toepassing op constructies die zijn gemaakt uit RVS soorten
volgens 7.1.2 of 7.1.3.
Mechanische eigenschappen en chemische samenstelling moeten zijn bepaald volgens
7.1.4. De in 7.1.2, 7.1.3 en 7.1.4 genoemde mechanische eigenschappen gelden voor het
materiaal zoals het in de profielen en plaatdelen, waaruit de constructie is opgebouwd,
voorkomt.
7.1.2 RVS soorten met genormeerde samenstelling
RVS soorten volgens tabel 3 en tabel 4 van NEN-EN 10088 mogen zijn toegepast,
als geldt: ?
0,2;rep ?480 N/mm 2.
In tabel 2 wordt een aantal veel toegepaste RVS-soorten weergegeven.
CUR-Aanbeveling 85
10
Tabel 2 Een aantal veel gebruikte RVS soorten, ingedeeld in sterkteklassen.
Sterkteklasse RVS soorten volgens NEN-EN 10088
symbool nummer USA
Austenitisch RVS
S 220 X5CrNi18-10 1.4301 AISI 304
X2CrNi19-11 1.4306 AISI 304L
X2CrNi18-9 1.4307 AISI 304L
X6CrNiTi18-10 1.4541 AISI 321
S 240 X5CrNiMo17-12-2 1.4401 AISI 316
X2CrNiMo17-12-2 1.4404 AISI 316L
X2CrNiMo18-14-3 1.4435 AISI 316L
X3CrNiMo17-13-3 1.4436 AISI 316
X1NiCrMoCu25-20-5 1.4539 AISI 904L
X6CrNiMoTi17-12-2 1.4571 AISI 316Ti
S 290 X2CrNiN18-10 1.4311 AISI 304LN
X2CrNiMoN17-11-2 1.4406 AISI 316LN
X2CrNiMoN17-13-5 1.4439 AISI 317LMN
X1CrNiMoCuN25-20-7 1.4529 -
X1CrNiMoCuN20-18-7 1.4547 UNS S31254
Duplex RVS
S 400 X2CrNiN23-4 1.4362 UNS D 32304
S 480 X2CrNiMoN22-5-3 1.4462 UNS S 31803
Toelichting
De systematiek van aanduidingen van staalsoorten met symbolen is vastgelegd in
NEN-EN 10027-1 en via een numeriek systeem in NEN-EN 10027-2 (zie ook [8]).
Om tot een sterkteklasse-indeling te komen, is uitgegaan van de 0,2%-rekgrens
behorende bij koudgewalste band, zie 9.1.1.1.
7.1.3 Overige roestvaste staalsoorten
Andere RVS soorten dan genoemd in 7.1.2 zijn toelaatbaar, mits de gespecificeerde
mechanische eigenschappen en chemische samenstelling voldoen aan de volgende
voorwaarden:
a) Representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens ?
0,2;rep ? 480 N/mm 2.
b) Representatieve waarde van de treksterkte ?
t;rep = ? 1,2
Representatieve waarde van de 0,2% - rekgrens ? 0,2;rep
c) Representatieve waarde van de rek na breuk u;rep ? 15 %
d) De chemische samenstelling komt overeen met de waarden genoemd in
NEN-EN 10088-1, tabel 1, 2, 3 of 4.
7.1.4 Bepaling van mechanische eigenschappen en chemische samenstelling
7.1.4.1 Mechanische eigenschappen
De monsters voor de bepaling van de mechanische eigenschappen dienen op aselecte
wijze uit een partij getrokken te zijn.
De proefstaven dienen te voldoen aan en de standaard trekproeven voor de bepaling
van de mechanische eigenschappen dienen te worden uitgevoerd volgens hoofdstuk 9
van NEN?EN 10088?2 (voor plaat en band voor algemeen gebruik) en NEN-EN
10088-3 (voor halfproducten, staven, draad en profielen voor algemeen gebruik).
7.1.4.2 Chemische samenstelling
Relevante bepalingsmethoden zijn opgenomen in paragraaf 9.4.1 van NEN-EN
10088-2 (voor plaat en band voor algemeen gebruik) en NEN-EN 10088-3 (voor
halfproducten, staven, draad en profielen voor algemeen gebruik).
CUR-Aanbeveling 85
11
7.1.5 Minimale inwendige buigstralen voor koudgevormde profielen
In plaats van 7.1.9 van NEN 6773 geldt voor minimale inwendige buigstralen voor
koudgevormde profielen onderstaande bepalingen.
Bij het koudvervormen mogen ter plaatse van omzettingen met het blote oog geen
scheurtjes tot op 1 mm van de buitenrand in het materiaal worden waargenomen.
Door de hoge vervormingscapaciteit van RVS kunnen bij het buigen van RVS kleine
afrondingsstralen (tot 0,5 maal de plaatdikte) worden bereikt. Het wordt echter aange-
raden om de volgende minimale buigstralen aan te houden:
?2t voor de austenitische soorten 1.4301, 1.4401, 1.4404, 1.4541 en 1.4571;
? 2,5t voor de duplex soort 1.4462.
waarin:
t is de plaatdikte.
7.2 Verbindingsmiddelen
7.2.1 Bouten en moeren
7.2.1.1 Mechanische eigenschappen
Bouten en moeren moeten voldoen aan de hoofdstukken 3 tot en met 5 van
NEN-EN-ISO 3506-1 en van NEN-EN-ISO 3506-2.
Onderlegringen moeten zijn vervaardigd van austenitisch RVS en moeten voldoen aan
ISO 7089 of ISO 7090, al naar gelang welke van toepassing is.
Toelichting
Als gevolg van het kruipgedrag wordt het toepassen van voorgespannen bouten
van RVS in constructieve voorspanverbindingen afgeraden.
7.2.2 Lassen
Gelaste verbindingen moeten zo zijn ontworpen dat ze voldoende vervormingcapaciteit
bezitten. Dit kan als volgt zijn bereikt:
? Voor statisch bepaalde constructies, waarin spanningsconcentraties optreden, en voor
statisch onbepaalde constructies, dient de sterkte van de lasverbinding groter dan of
gelijk aan de sterkte in de door warmte beïnvloede zone te zijn.
? Voor verbindingen, waarin een plastische spanningsverdeling ontstaat, dienen de
sterkte van de lasverbinding en de sterkte van de door warmte beïnvloede zone groter
dan of gelijk te zijn aan de kracht behorende bij de 0,2%-rekgrens van het aanslui-
tende moedermateriaal.
De representatieve waarde voor de 0,2%-rekgrens, de treksterkte, de rek na breuk en
de kerfslagwaarde van het lasmateriaal mogen niet kleiner zijn dan dat van het moe-
dermateriaal.
Voor RVS soorten volgens NEN-EN 10088, geleverd in koudverstevigde toestand, mag
niet worden gerekend met verhoogde waarden voor de 0,2%-rekgrens en treksterkte
volgens 9.1.1.1, als daaraan wordt gelast, tenzij kan worden aangetoond dat door het
lassen de mechanische eigenschappen niet afnemen.
Toelichting
Voor meer informatie over het lassen van RVS wordt verwezen naar het document
RVS voor Aannemers/Producenten [2].
7.2.3 Blindklinknagels
Voor blindklinknagels vervaardigd van RVS is 7.2.1.1 van NEN 6773 van toepassing.
7.2.4 Plaatschroeven
Voor plaatschroeven vervaardigd van RVS is 7.2.1.3 van NEN 6773 van toepassing.
CUR-Aanbeveling 85
12
7.2.5 Lijmen
Verbindingen in RVS kunnen worden gemaakt door middel van lijmen.
Toelichting
Basisinformatie over lijmen is onder andere te vinden in VM 87, Lijmen van
metalen [9].
7.3 In de constructie aanwezige imperfecties
Deze Aanbeveling geeft geen eisen en bepalingsmethoden met betrekking tot in de
constructie aanwezige imperfecties.
Toelichting
Voor imperfecties wordt verwezen naar hoofdstuk 11 van prENV 1090-6.
7.4 In de doorsnede aanwezige imperfecties
Deze Aanbeveling geeft geen eisen en bepalingsmethoden met betrekking tot in de
doorsnede aanwezige imperfecties.
Toelichting
Voor imperfecties wordt verwezen naar hoofdstuk 11 van prENV 1090-6.
7.5 Duurzaamheid
Deze Aanbeveling geeft geen eisen en bepalingsmethode met betrekking tot de duur-
zaamheid.
Toelichting
De goede duurzaamheid is veelal een belangrijke reden om roestvast staal toe te
passen. De omgevingscondities en daarmee de duurzaamheid zullen in veel geval-
len bepalend zijn voor de te kiezen RVS-soort. Voor uitgebreide informatie over de
duurzaamheid van de verschillende RVS soorten wordt verwezen naar [2,3].
7.6 Overwegend statisch belaste constructies
Geen aanvulling op 5.2.3 van NEN 6770.
Toelichting
Experimentele onderzoeken wijzen erop dat vermoeiing van RVS onder normale
omstandigheden mogelijk gunstiger is dan vermoeiing van koolstofstaal. Omdat
nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om rekenregels voor vermoeiing van
RVS ten opzichte van koolstofstaal te kunnen aanpassen, mag voorlopig als
conservatieve benadering worden uitgegaan van de bepalingen voor koolstofstaal.
7.7 Geometrie van koudgevormde profielen
De bepalingen in 7.7.2 van NEN 6773 zijn van toepassing, waarbij voor de verhouding
van respectievelijk b/t bij een door een ander plaatveld effectief gesteund plaatveld en
s
w/t voor de lijfbreedte (zie de figuren 13f en 13g in NEN 6773) een maximale waarde
van 400 geldt in plaats van 500.
Toelichting
Als zichtbare vervormingen van vlakke delen van de doorsnede, in gebruiks-
toestand, onacceptabel zijn, is het gewenst om, indien nodig, een kleinere
breedte/dikte verhouding toe te passen.
CUR-Aanbeveling 85
13
8 Rekenwaarden van belastingen
8.1.2 Bijzondere belastingcombinaties
Geen aanvulling op 8.1.2 van NEN 6770.
Toelichting
Uit Europees onderzoek is gebleken dat voor brandwerendheid de regels voor
koolstofstaal aangehouden kunnen worden, waarbij voor de spanning-rek relaties
en andere materiaaleigenschappen bij verhoogde temperaturen de waarden
volgens NEN-EN 10088 aangehouden kunnen worden.
9 Rekenwaarden van materiaalgrootheden
9.1 RVS soorten
9.1.1 Rekenwaarden
9.1.1.1 0,2%?rekgrens
Voor de rekenwaarde van de 0,2%?rekgrens van RVS profielen, geldt:
?
0,2;rep ?0,2;d =
m (9.1-1)
waarin:
?
0,2;d is de rekenwaarde van de 0,2%-rekgrens;
?
0,2;rep is de representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens volgens 9.1.2.1
m is een materiaalfactor; m= 1.
Toelichting
De uiterste grenstoestand komt in het algemeen overeen met korte duur belasting-
situaties. Met kruip dient rekening gehouden te worden voor hoge niveaus van
lange duur belastingen in de bruikbaarheidsgrenstoestand. Kruip kan verhoogde
doorbuigingen van liggers veroorzaken. Als lange duur belastingen aan de orde
zijn, is het raadzaam om in de bruikbaarheidsgrenstoestand de spanning te beper-
ken tot 0,6 x ? 0,2;d waarin ? 0,2;d is de 0,2-rekgrens van het materiaal. Voor zeer
lange duur belastingen (bijvoorbeeld 100 jaar) moet zelfs een nog lagere waarde
gebruikt worden, te weten 0,5 x ? 0,2;d .
Voor RVS soorten volgens NEN-EN 10088, geleverd in koudverstevigde toestand, kunnen
de waarden van de verhoogde nominale 0,2%-rekgrens en treksterkte voor plaat, band en
strip worden ontleend aan Tabel 4 en voor staaf, rond staf en profielen aan Tabel 5. Dit
kan worden bereikt door in plaats van de representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens
van het uitgangsmateriaal de verhoogde representatieve waarde van de 0,2%-rekgrens
(?
0,2;rep;c ) te gebruiken. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende criteria:
? de doorsnede moet behoren tot klasse 1 of klasse 2, waarbij bij de classificering de
waarde van
ybepaald wordt met behulp van de verhoogde 0,2%-rekgrens in plaats
van de 0,2%-rekgrens van het uitgangsmateriaal;
? het element mag alleen uni-axiale buiging ondervinden;
? het element mag niet belast worden op knik, kip, torsie, torsieknik en lokaal knikken,
wanneer de verhoogde 0,2%-rekgrens wordt gebruikt;
? de verbindingen moeten voldoende capaciteit bezitten om de verhoogde belasting
door de verhoogde sterkte op te kunnen nemen.
? de aanduidingen van de staalsoort in Tabel 4 en Tabel 5 staan verklaard in Tabel 3.
CUR-Aanbeveling 85
14
Tabel 3 Treksterkte-niveaus in de koudverstevigde toestand.
Aanduiding van de staalsoort Treksterkte 1) 2)
(overeenkomstig NEN-EN 10088-2) [N/mm 2]
C 700 700 tot 850
C 850 850 tot 1000
1) Tussenliggende waarden voor de treksterkte kunnen worden overeengekomen. Als
alternatief kunnen de staalsoorten door minimumwaarden voor de 0,2%-rekgrens
of hardheid worden gespecificeerd, maar in één bestelling kan slechts één parame-
ter worden gespecificeerd.
2) De dikte voor elk treksterkte-niveau vermindert met de treksterkte. Deze hangt ech-
ter, net als de rek, af van het verstevigingsgedrag van de staalsoort en de koudver-
vormingsvoorwaarden. Hiervoor kan nauwkeurigere informatie aan de producent
worden gevraagd.
Tabel 4 Verhoogde nominale 0,2%-rekgrens en treksterkte voor plaat, band en strip, van
RVS soorten volgens NEN-EN 10088-2, in koudverstevigde toestand.
treksterkte niveau Verhoogde 0,2%-rekgrens verhoogde treksterkte
?0,2;rep;c [N/mm 2]? t;rep;c [N/mm 2]
C 700 350 700
C 850 1) 530 850
1) De gegeven rekenmethoden in deze richtlijn zijn voor RVS met ?
0,2;d ? 480 N/mm 2
Tabel 5 Verhoogde nominale 0,2%-rekgrens en treksterkte voor staaf, rond staf en profielen,
van RVS soorten volgens NEN-EN 10088-3, in koudverstevigde toestand.
treksterkte niveau Verhoogde 0,2%-rekgrens verhoogde treksterkte
?0,2;rep;c [N/mm 2]? t;rep;c [N/mm 2]
C 700 1) 350 700
C 800 1) 2) 500 800
1) De maximale diameter voor het sterkte niveau is onderworpen aan de afspraken die
gemaakt worden wanneer het staal besteld wordt, maar mag nooit groter zijn dan
35 mm voor C 700 en niet groter dan 25 mm voor C 800.
2)De gegeven rekenmethoden in deze richtlijn zijn voor RVS met ?
0,2;d ? 480 N/mm 2
De verhoogde mechanische eigenschappen in koudverstevigde toestand mogen niet
worden toegepast als in de koudverstevigde toestand wordt gelast of indien een warm-
tebehandeling wordt toegepast, tenzij door middel van proeven (uitgevoerd volgens 5.3
en 6.3 van NEN 6770) bewezen kan worden dat het fabricageproces deze eigenschap-
pen niet zal reduceren.
Toelichting
Als in koudverstevigde toestand voor de RVS-soorten waarden voor de 0,2%-
rekgrens worden bereikt die hoger liggen dan de 480 N/mm 2, dan zijn de
bepalingen in deze CUR/BmS-Aanbeveling niet zonder meer van toepassing.
In die gevallen dient de geschiktheid om met hogere waarden te rekenen te
worden aangetoond.
9.1.1.3 Elasticiteitsmodulus
Voor 9.1.1.3 van NEN 6770 geldt de navolgende aanvulling.
Vervormingen moeten worden geschat door gebruik te maken van de secant modulus
E
s,ser. Deze moet worden bepaald door rekening te houden met de spanningen in het
element als gevolg van de belastingscombinatie in de betreffende bruikbaarheidsgrens-
toestand en de walsrichting. Als de walsrichting niet bekend, of onzeker is, dan moet
de waarde voor de lengterichting aangehouden worden.
CUR-Aanbeveling 85
15
De waarde van de secant modulus wordt bepaald volgens:
(E
s,1 + E s,2)
E s;ser = (9.1-2)
2
waarin:
E
s,1 is de secant modulus behorende bij de spanning 1,d in de trekflens;
E
s,2 is de secant modulus behorende bij de spanning 2,d in de drukflens.
De waarden van E
s,1 en E s,2 voor de betreffende actuele spanning i,den walsrichting
mogen worden bepaald volgens:
E
d Es,i = (9.1-3)
E d i,d n 1 + 0,002
i,d ?0,2;d
waarin:
i is 1 of 2.
De waarde van n wordt gegeven door de producent van het RVS, die de waarde baseert
op de proportionaliteitsgrens, gedefinieerd als de 0,01%-rekgrens en de vloeigrens,
gedefinieerd als de 0,2%-rekgrens. Een indicatieve waarde mag worden verkregen uit
Tabel 6.
Tabel 6 Indicatieve waarden van n.
Sterkteklasse Coëfficiënt n
Lengterichting Dwarsrichting
S 220 6,5 8,5
S 240 7,0 9,0
S 480 5,0 5,0
Als vereenvoudiging mag de variatie van E
s,ser over de lengte van het element verwaar-
loosd worden. De minimale waarde van E
s,ser voor dat element (corresponderend met de
maximale waarde van de spanningen
1,d en 2,d in dat element) mag dan over de volle
lengte van het element worden gebruikt.
Op conservatieve wijze mag voor de secant modulus, bij een belasting die spanningen
veroorzaakt kleiner dan 0,7-?
0,2;d , de volgende waarde worden aangehouden:
E
s,ser = 160.000 N/mm 2 (9.1-4)
9.1.1.7 Volumieke massa
Voor de rekenwaarde van de volumieke massa of dichtheid geldt:
rep d= (9.1-5)
m
waarin:
d is de rekenwaarde van de dichtheid;
rep is de representatieve waarde van de dichtheid volgens 9.1.2;
m is een materiaalfactor; m= 1.
9.1.2 Representatieve waarden
In plaats van 9.1.2 van NEN 6770 gelden de navolgende bepalingen.
9.1.2.1 0,2%?rekgrens en treksterkte
9.1.2.1.1 RVS soorten volgens NEN 10088
Voor representatieve waarden voor de 0,2%?rekgrens en de treksterkte geldt Tabel 7.
[ ]
CUR-Aanbeveling 85
16
Toelichting
Voor een aantal veel toegepaste RVS-soorten is in Tabel 2 aangegeven tot welke
sterkteklasse deze behoren.
Tabel 7
RVS soorten; representatieve waarden van de 0,2%?rekgrens ? 0,2;rep en de treksterkte ? t;rep sterkteklasse productvorm
koudgewalst warmgewalst warm staven en
band band gewalste plaat profielen
nominale dikte t
t? 6 mmt? 12 mmt? 75 mmt? 250 mm
?
0,2;rep ?t;rep ?0,2;rep ?t;rep ?0,2;rep ?t;rep ?0,2;rep ?t;rep N/mm 1)2 N/mm 2N/mm 2N/mm 2N/mm 2N/mm 2N/mm 2N/mm 2
S 220 220 520 200 520 200 500 180 460
S 240 240 530 220 530 220 520 200 500
S 290 290 580 270 580 270 580 270 580
S 350 350 650 330 650 330 630 - -
S 480 480 660 460 660 460 640 450 2) 650 2)
1) De nominale waarden van ? 0,2;rep en van ? t;rep zoals die in deze tabel zijn gegeven, zon-
der dat er rekening moet worden gehouden met anisotropie en versteviging.
2)t? 160 mm.
9.1.2.1.3 Overige RVS soorten
Voor RVS soorten met mechanische eigenschappen die voldoen aan de voorwaarden
van 7.1.3, maar die niet worden genoemd in Tabel 7, moet als representatieve waarde
van de 0,2%?rekgrens en de treksterkte worden aangehouden, de waarde die aanwezig
is met een onderschrijdingskans van 5%, waarbij de beschikbare informatie op
Bayesiaanse wijze is verwerkt in de kanstoekenning.
Voor het vaststellen van de mechanische eigenschappen geldt het gestelde in 7.1.4.
9.1.2.2 Elasticiteitsmodulus
De representatieve waarde van de elasticiteitsmodulus van RVS soorten die voldoen
aan 7.1 is E
rep = 200.000 N/mm 2.
Toelichting
Vervormingen moeten worden geschat door gebruik te maken van de secant
modulus E s,ser, zie 9.1.1.3.
9.1.2.3 Afschuivingsmodulus
De representatieve waarde van de afschuivingsmodulus van RVS soorten die voldoen
aan 7.1 is G
rep = 77.000 N/mm 2.
9.1.2.4 Poissonfactor
De representatieve waarde van de poissonfactor van RVS soorten die voldoen aan 7.1 is
rep = 0,30
9.1.2.5 Lineaire uitzettingscoëfficiënt
De representatieve waarde van de lineaire uitzettingscoëfficiënt van RVS soorten die
voldoen aan 7.1 zijn:
voor austenitisch RVS:
rep = 16 ? 10 -6K-1
voor duplex RVS: rep= 13 ? 10 -6K-1
9.1.2.6 Volumieke massa
De representatieve waarde van de volumieke massa van RVS soorten die voldoen aan
7.1 is
rep = 8.000 kg/m 3.
CUR-Aanbeveling 85
17
9.2 Bouten
Toelichting
Als gevolg van het kruipgedrag van RVS wordt afgeraden om constructieve
voorspanverbindingen toe te passen.
9.2.2 Representatieve waarden van de 0,2%-rekgrens en de treksterkte van bouten
De representatieve waarden van de 0,2%?rekgrens ? 0,2;b;rep en de treksterkte ? t;b;rep voor
RVS bouten zijn vermeld in Tabel 8.
Tabel 8 Representatieve waarden voor mechanische eigenschappen van RVS bouten.
materiaalgroep sterkteklasse diameters ?
0,2;b;rep ?t;b;rep [N/mm 2] [N/mm 2]
Austenitisch en 50 ? M39 210 500
duplex 70 ? M20
1) 450 700
80 ? M20 1) 600 800
1) Voor bouten van sterkteklasse 70 en 80 met lengten groter dan 8d of groter dan
M20, zullen de waarden van de mechanische eigenschappen van de leverancier ver-
kregen moeten worden.
Toelichting
Voor bouten is het wel toegestaan om de bepalingen in deze CUR/BmS-
Aanbeveling te gebruiken voor bouten met een 0,2%-rekgrens die groter is dan
480 N/mm 2.
9.4 Blindklinknagels
Voor blindklinknagels is 9.2.1 van NEN 6773 van toepassing, waarbij de daarin aange-
geven opmerking moet worden vervangen door de navolgende toelichting.
Toelichting
In artikel B.3.1 van ECCS-No. 42:1983 [10] is de beproevingsprocedure van blind-
klinknagels nader uitgewerkt.
Als indicatie voor de representatieve waarde voor de schuifkracht voor de capaciteit
per afschuifvlak en per blindklinknagel in de uiterste grenstoestand is Tabel 9
opgenomen. Deze tabel is ontleend aan tabel 10 van NEN 6773. In de tabel is
uitgegaan van blind-klinknagel materiaal RVS ISO 883/X111-11 of 12 met een RVS
trekpen (Klasse 51 volgens tabel 13 van NEN 6773).
Tabel 9 Open blindklinknagels met bolkop.
middellijn [mm] representatieve waarde van de schuifkracht [N]
4,0 2800
4,8 3900
CUR-Aanbeveling 85
18
9.5 Plaatschroeven
Voor plaatschroeven is 9.2.3 van NEN 6773 van toepassing.
10 Rekenmethode
10.1.3.3 Classificatie van samengestelde staven
Toelichting
De normtekst in 10.1.3.3 van NEN 6770 is niet van toepassing.
10.1.3.4.2 Classificatie van verbindingen met betrekking tot moment-rotatiegedrag
De normtekst van 10.1.3.4.2 van NEN 6770 is van toepassing met uitzondering van
flexibele verbindingen en de berekening volgens de plasticiteitsleer.
Toelichting
Over het gedrag van flexibele verbindingen in RVS is nog onvoldoende bekend.
10.1.3.4.3 Classificatie van boutverbindingen met betrekking tot het al dan niet voorspannen
Voor deze CUR/BmS-Aanbeveling is de normtekst in 10.1.3.4.3 van NEN 6770 niet
relevant, omdat de toepassing van voorgespannen RVS-bouten wordt afgeraden.
10.2 Respons van de constructie
10.2.1 Algemeen
De respons van de constructie in RVS, zijnde de krachtsverdeling en de vervormings-
en verplaatsingstoestand, mag vooralsnog alleen worden berekend volgens de lineaire
elasticiteitstheorie. Dit betekent dat alleen rekenmodel A, eerste-orde elastisch geome-
trisch en fysisch lineair gedrag (GL + FL), volgens Tabel 5 in NEN 6770, van toepas-
sing is. Alle bepaling in 10.2 van NEN 6770, die betrekking hebben op de rekenmodel-
len B, C of D zijn niet van toepassing.
Toelichting
Bij RVS is wel plastificering van de doorsnede toegestaan, maar mag niet worden
gerekend met een herverdeling van momenten in de constructie als gevolg van het
ontstaan van plastische scharnieren.
10.2.3 Verbindingen
De verdeling van de krachten over de bouten dient te geschieden met behulp van een
berekening volgens de elasticiteitstheorie.
10.2.4.1 Classificatie van doorsneden
10.2.4.1.1 Klasse-indeling
De navolgende tekst vervangt de normtekst in 10.2.4.1.1 van NEN 6770.
Voor de doorsneden van constructies in RVS wordt een klasse-indeling aangehouden
volgens Tabel 10, die vergelijkbaar is met de klasse-indeling volgens NEN 6770.
Tabel 10 Rekenmodellen bij de verschillende doorsnedeklassen.
doorsnede?klasse maximaal moment rekenmodellen
1 plastischM
pl A. eerste?orde elastisch
2 gedrongen M
pl A. eerste?orde elastisch
3 semi?gedrongen M
el A. eerste?orde elastisch
4 slank M ef A. eerste?orde elastisch
CUR-Aanbeveling 85
19
Toelichting
Met de indeling in doorsnede klassen volgens tabel 10 wordt een optimale
aansluiting met koolstofstaal verkregen. Omdat bij RVS volgens deze CUR/BmS-
Aanbeveling vooralsnog alleen mag worden gerekend met rekenmodel A, is dat
gelijk voor alle vier de doorsnedeklassen.
10.2.4.1.2. Breedte-dikte verhoudingen in verband met de klasse-indeling
De bepaling in NEN 6770 dient vervangen te worden door het navolgende.
De maximale breedte-dikteverhoudingen voor de plaatvormige delen van doorsneden
zijn gegeven in tabel 11 en tabel 12. Doorsneden met breedte-dikteverhoudingen die
groter zijn dan die voor klasse 3 behoren tot klasse 4.
In de tabellen heeft
yde volgende betekenis:
y=? ref?Ed , waarin ? ref= 235 N/mm 2, E dvolgens 9.1.1.3 (10.2-1)
?
0,2;d ?210000
In tabel 11 en tabel 12 heeft ß
1de volgende betekenis:
b
c ß1= (10.2-2)
b
waarin:
b
cis de breedte van het plaatdeel dat, bij een plastische spanningsverdeling over de
doorsnede, onder drukspanning staat;
b is de breedte van het beschouwde plaatdeel.
Tabel 11 Maximale b/t-verhoudingen voor flenzen van gewalste en gelaste profielen.
CUR-Aanbeveling 85
20
Tabel 12 Maximale b/t-verhoudingen
a) lijven van I-profiel en lijven en flenzen van buisprofielen
b) gewalste rechthoekige buisprofielen
c) ronde buisprofielen
CUR-Aanbeveling 85
21
CUR-Aanbeveling 85
22
10.2.4.2 Doorsnedecapaciteit
10.2.4.2.1 Klassen 1 en 2
In aanvulling op 10.2.4.2 van NEN 6770 mag ook zijn uitgegaan van een spannings-
verdeling over de doorsnede volgens de elasticiteitstheorie.
De vloeispanning en schuifvloeispanning vervangen door respectievelijk de 0,2%-rek-
grens en schuif 0,2-rekgrens.
10.2.4.2.2 Klasse 3
De vloeispanning en schuifvloeispanning in 10.2.4.2 van NEN 6770 vervangen door
respectievelijk de 0,2%-rekgrens en schuif 0,2-rekgrens.
10.2.4.2.3 Klasse 4
Ter bepaling van de doorsnedecapaciteit dient de doorsnede reductiemethode te zijn
gehanteerd, waarbij de doorsnede wordt gereduceerd tot de effectieve doorsnede door
de plaatbreedten te reduceren, volgens 10.2.4.3 van NEN 6773, rekening houdend met
de navolgende aanpassingen.
Toelichting
Bepalingen voor geprofileerde platen in 10.2.4.3 zijn vooralsnog niet van toepassing.
De in de tabel 15 en 16 van NEN 6773 genoemde reductiefactor moet als volgt zijn bepaald:
indien
;act;rel ? 0,673:
= 1,0 (10.2-3)
indien
;act;rel > 0,673:
0,22
1-
;act;rel = (10.2-4)
;act;rel
Voor de betekenis van de symbolen zie 10.2.4.3.2.1 van NEN 6773.
De knikfactor in 10.2.4.3.4.3 en 10.2.4.3.5.3 van NEN 6773 is de knikfactor volgens
12.2.1.1 van deze Aanbeveling met
k=0,49 en 0=0,40 .
10.3 Toetsingsregels uiterste grenstoestanden
De normtekst van 10.3 van NEN 6770 is van toepassing, met dien verstande dat voor
RVS alleen rekenmodel A volgens 10.2.1 mag worden toegepast.
11 Toetsing van de doorsnede
In aanvulling op 11.1 van NEN 6770 moet voor elementen van doorsnedeklasse 4, van
het gestelde in Hoofdstuk 11 van NEN 6773 worden uitgegaan, waarbij rekening moet
worden gehouden met de aanvullingen die navolgend in dit hoofdstuk worden gegeven.
Toelichting
Omdat de navolgende aanvullende bepalingen betrekking hebben op doorsnede-
klasse 4 komt de paragraafnummering overeen met die in NEN 6773.
11.2.1 Axiale trek
In geval van een hoekstaal, aangesloten met één been, mag de trekcapaciteit bepaald
worden onder verwaarlozing van de excentriciteit en mag er worden aangenomen dat
de staaf axiaal belast is. Echter wel met een gereduceerde netto doorsnede A
red verkre-
gen door:
A
red = A 1;net + 0,5 A 2 (11.2-1)
CUR-Aanbeveling 85
23
waarin:
A
1;net is de netto oppervlakte van de het aangesloten been, volgens figuur 3.
A
2 is de bruto doorsnede van het niet verbonden been, maar niet meer dan twee
maal de bruto doorsnede van het aangesloten been, volgens figuur 3.
Figuur 3 Definitie van de netto oppervlakte van de het aangesloten been A
1;net en de bruto
doorsnede van het niet verbonden been A
2.
11.2.4 Afschuiving
Voor de weerstand tegen afschuiving van een lijf moet de kleinste waarde van de weer-
stand tegen schuifplooi V
b;Rd en de weerstand tegen plastische afschuiving V pl;Rd aange-
houden worden.
De weerstand tegen plastische afschuiving V
pl;Rd zal moeten worden gecontroleerd wan-
neer de relatieve lijfslankheid of, in geval van een niet verstijfd lijf, als
b/t
w? 17,3? y
waarin:
?
ref? E d met ? ref = 235 N/mm 2en E dvolgens 9.1.1.3 (11.2-2)
y=
? 0,2;d ? 210000
Voor de relatieve lijf slankheid
w;rel geldt:
0,8?b
ref ?0,2;d (11.2-3)
w;rel =
t w k? E d
waarin:
t
w is de dikte van het lijf;
k
is afhankelijk van (voor definitie van zie figuur 4)
5,35
k
= 4,0 + voor ? 1 (11.2-4)
2
4,0
k = 5,35 + voor > 1 (11.2-5)
2
CUR-Aanbeveling 85
24
Figuur 4 Onverstijfd plaatveld.
waarin:
a is de lengte van het plaatveld in de langsrichting tussen randen en/of
dwarsverstijvingen
b is de breedte van het plaatveld in de dwarsrichting tussen randen en/of
langsverstijvingen
a
=
b
Voor de weerstand tegen plastische afschuiving V
pl;Rd geldt:
V
pl;Rd = b ? t w? (? 0,2;d /
3) (11.2-6)
Voor de weerstand tegen schuifplooi V
b;Rd geldt:
V
b;Rd = b ? t w? ( w/ ? 0,2;d ) (11.2-7)
Hierin is:
wis de rekenwaarde voor de gemiddelde schuifspanning voor de capaciteit in de
uiterste grenstoestand volgens tabel 13 met betrekking tot de relevante waarde
van
w;rel.
Tabel 13 Rekenwaarde van de gemiddelde schuifspanning voor de capaciteit in de uiterste
grenstoestand voor lijven van profielen.
Relatieve slankheid van
w/ f0,2;d voor lijven w/ f0,2;d voor lijven
het lijf
w;rel zonder speciale voorzie- met speciale voorzieningen 1)
ningen ter plaatse van ter plaatse van krachtsinleiding
krachtsinleiding
0,2 ?
w;rel ? 0,6 1-0,63 ( w;rel - 0,2) 1-0,63 ( w;rel - 0,2)
3
3
27 -
w;rel w;rel > 0,6 1-0,42 w;rel /
3
24 + 19 w;rel
3
1) De speciale voorziening van het lijf ter plaatse van de krachtsinleiding moet vervor-
ming van het lijf verhinderen. De speciale voorziening moet de gehele oplegkracht
naar de onderconstructie overbrengen. Een voorbeeld van zo'n speciale voorziening
is een oplegsteun (zie figuur 5) bij de oplegging van gordingen.
( )
CUR-Aanbeveling 85
25
Figuur 5 Bij een oplegsteun zal dwarskrachtplooi later optreden dan bij directe krachtsinleiding.
12 Toetsing van de stabiliteit
Voor de doorsnedeklassen 1, 2 en 3 geldt Hoofdstuk 12 van NEN 6770 met zonodig k en o volgens tabel 14 en kipvolgens tabel 15 in deze Aanbeveling. Doorsnedeklasse 4
kan worden getoetst volgens hoofdstuk 12 van NEN 6773, waarbij de navolgende aan-
passingen in dit hoofdstuk van toepassing zijn.
Toelichting
Omdat de navolgende aanvullende bepalingen betrekking hebben op doorsnede-
klasse 4 komt de paragraafnummering overeen met die in NEN 6773.
12.1 Geprofileerde platen
Toelichting
Bepalingen voor geprofileerde platen in 12.1 van NEN 6773 zijn vooralsnog niet
van toepassing. Zie ook de toelichting bij hoofdstuk 1 "Onderwerp en toepassings-
gebied" van deze Aanbeveling.
12.2.1.1 Knikstabiliteit van centrisch gedrukte profielen
De formules (12.1-1a) en (12.1-1b) van 12.2.1.1 van NEN 6773 zijn van toepassing, waar-
bij geldt dat de waarden voor de knikfactoren voor knikstabiliteit om respectievelijk de
y-as
y;buc en de z-as z;buc , met behulp van de waarden van ken ozoals gegeven in
tabel 14, moeten zijn bepaald volgens:
1
y;buc = ? 1(12.2-1)
+ ( 2 - y;rel2)0,5
met:
= 0,5 [1+
k(y;rel - o) + y;rel2] (12.2-2)
?
0,2;d ly;buc ?0,2;d ßA y (12.2-3)
y;rel = ß A = = ß A0,5 y;E iy 2Ed e
ly;buc y = (12.2-4)
i y
Ed 0,5 e =
? 0,2;d (12.2-5)
A
ef ßA= voor doorsnedeklasse 4 (12.2-6)
A
waarin:
E
d is de elasticiteitsmodulus;
i
y is de traagheidsstraal voor de relevante as (i y, iz, iuof i v), gebaseerd op de
eigenschappen van de niet-gereduceerde doorsnede;
[ ]
CUR-Aanbeveling 85
26
ly;buc is de elastisch effectieve kniklengte van de staaf voor de y-as volgens 12.1.1.3
van NEN 6770;
k, ozijn de imperfectiefactoren volgens tabel 14;
A
ef is de effectieve doorsnede;
A is de ongereduceerde doorsnede.
Tabel 14 Waarden van ken ovoor knikstabiliteit.
Type profiel k o Koudgevormd open profiel 0,49 0,40
Koudgevormd gewalst buis profiel 0,49 0,40
Gelast open profiel 0,76 0,20
Voor grootheden met de index z geldt het voorgaande mits hierin de index y door de
index z is vervangen.
12.2.1.2 Torsiestabiliteit en torsieknikstabiliteit
De bepalingen in NEN 6773 zijn van toepassing, mits voor de imperfectiefactoren
wordt uitgegaan van tabel 14 in deze Aanbeveling.
12.2.2.1 Toetsingsregel kipstabiliteit indien het vlak van buiging overeenkomt met het
symmetrievlak van het profiel
Als aanpassing ten opzichte van hetgeen in NEN 6773 is aangegeven, moet de waarde
voor de kipfactor zijn bepaald volgens:
1
kip= ? 1(12.2-7)
kip+ ( 2kip- rel2)0,5
met:
kip= 0,5 [1 + kip(rel - 0,2) + rel2] (12.2-8)
M
y,u,d rel = (12.2-9)
ke
waarin:
kip is de imperfectiefactor volgens tabel 15;
M
ke is het theoretisch elastisch kipmoment van de niet gereduceerde dwarsdoorsnede.
Tabel 15 Waarden van kip voor kipstabiliteit.
Type profiel kip Koudgevormd open profiel 0,34
Koudgevormd gewalst buis profiel 0,34
Gelast open profiel 0,76
Andere gevallen, waar geen test data van beschikbaar zijn 0,76
Toelichting
Voor de bepaling van M kewordt naar bijlage F van NEN 6773 verwezen. Voor hier
niet behandelde situaties wordt verder naar 12.2.5 van NEN 6771 verwezen.
13Verbindingen
Voor verbindingen zijn de bepalingen in NEN 6770 van toepassingen met de aanvul-
lingen, zoals die navolgend in dit hoofdstuk worden gegeven.
Voor blindklinknagels is 13.1.1 van NEN 6773 van toepassing, waarbij de toetsings-
regels volgens 13.1.1.2 van NEN 6773 gelden voor blindklinknagels volgens 7.2.3 van
deze Aanbeveling, waarbij voor de rekenwaarde voor respectievelijk de stuikkracht en
de treknormaalkracht geldt:
CUR-Aanbeveling 85
27
Fc;bk;u;d is de rekenwaarde van de stuikkracht met betrekking tot de capaciteit van de te
verbinden componenten, per blindklinknagel, in de uiterste grenstoestand, expe-
rimenteel te bepalen overeenkomstig ECCS publicatie ? no 21 [11];
N
t;bk;u;d is de rekenwaarde van de treknormaalkracht met betrekking tot de capaciteit van
de te verbinden componenten in de uiterste grenstoestand behorende bij de
netto doorsnede, experimenteel te bepalen overeenkomstig ECCS publicatie ?
no 21 [11];
Voor plaatschroeven is 13.1.3 van NEN 6773 van toepassing.
Voor de verdeling van de belasting over de verbindingspunten geldt 13.1.5 van NEN
6773, waarbij de ontwerpmethode volgens het "plastisch ontwerp" niet van toepassing
is. Voor lange verbindingen is 13.1.6 van NEN 6773 van toepassing.
Voor verbindingen tussen delen van samengestelde profielen is 13.3 van NEN 6773 van
toepassing.
13.2 Verbindingen onderworpen aan trillingen en/of belastingsomkering.
Indien een verbinding is onderworpen aan een stootbelasting of aan trillingen dan
moeten trilvaste mechanische verbindingsmiddelen of lassen zijn toegepast.
Indien een op afschuiving belaste verbinding onderworpen is aan omkering van de
schuifbelasting dan moeten pasbouten of lassen zijn toegepast.
13.3 Boutenverbindingen
In aanvulling op 13.3 van NEN 6770 gelden voor RVS de navolgende bepalingen.
13.3.2 Grenskrachten van bouten
Hoewel de stuikkracht van een geboute verbinding in RVS in het algemeen maatge-
vend wordt als gevolg van beperken van de gatvervorming in de bruikbaarheidsgrens-
toestand, mag een afzonderlijke toetsing hierop achterwege blijven indien in formule
(13.3-5) van NEN 6770 voor ?
t;dwordt genomen f t;d;red volgens:
?
t;d;red = 0,5? 0,2;d + 0,6 ? t;d (13.3-1)
Indien e
2< 1,5d g;nom en/of s 2< 3d g;nom mag ? t;d;red niet worden toegepast en dient formule
(13.3-5) van NEN 6770 met
red;1 en ? t;din rekening te worden gebracht.
13.3.4.1 Boutgaten in strippen
In formule (13.3-11) van NEN 6770 dient een vermenigvuldiging te worden toegepast
met een factor k
r.
d
g;nom kr= 1 + 3r - 0,3 met k r? 1. (13.3-2)
u
waarin:
r is de kracht overgebracht door de bout of bouten in de beschouwde doorsnede,
gedeeld door de trekkracht in de staaf;
d
g;nom is de nominale gatmiddellijn;
u is de kleinste waarde van 2e
2en s 2(zie figuur 52 van NEN 6770).
13.4 Gelaste verbindingen
13.4 van 6770 is van toepassing, waarbij voor de lasfactor ß=1,0 moet worden aangehouden.
14 Krachtsinleiding bij opleggingen en puntlasten
Voor de doorsnedeklassen 1, 2 en 3 geldt hoofdstuk 14 van NEN 6770, aangevuld met
de aanvullende bepalingen in 14.1 navolgend. Voor doorsnedeklasse 4 geldt hoofdstuk
14 van NEN 6773.
{ [ ]}
CUR-Aanbeveling 85
28
14.1 Krachtsinleiding met verstijvingen
Dwarsverstijvingen bij de oplegpunten en op plaatsen waar significante belastingen via
de flens op de ligger worden ingeleid, moeten een knikweerstand hebben van ten min-
ste de aangebrachte belasting of reactiekracht.
Andere tussenliggende dwarsverstijvingen moeten zo zijn gedimensioneerd dat zij de
drukkracht N
s,Sd in de verstijving kunnen weerstaan. De drukkracht N s,Sd kan worden
verkregen uit:
N
s,Sd = V Sd- h wtwbb met N s,Sd ? 0 (14.1-1)
waarin:
V
Sd is de dwarskracht in de ligger ter plaatse van de verstijving;
bb is de initiële schuifplooi spanning van het lijf;
h
w is de hoogte van het lijf;
t
w is de dikte van het lijf.
De initiële schuifplooispanning
bbbij de relevante waarde van de relatieve slankheid
van het lijf
w;rel moet verkregen worden uit tabel 16. Voor de waarde van bbmoet de
laagste van de waarden van de twee velden aangrenzend aan de verstijving worden
gekozen.
De knikweerstand N
b,Rd (= y;buc ? N c;u;d) van de verstijving moet berekend worden met
behulp van 12.1.1. met de waarden voor de imperfectiefactoren
k= 0,49 en 0= 0,2.
De kniklengte van de verstijving moet in overeenstemming zijn met de randvoorwaar-
den, maar nooit minder dan 0,75h
w.
Voor de knikcontrole moet de effectieve doorsnede van de verstijving worden geno-
men, zijnde de verstijving zelf plus een breedte van het lijf van 11?
y? twaan elke
zijde van de verstijving. Aan het eind van de ligger (of ter plaatse van openingen in het
lijf) moet de dimensie van 11?
y? twworden gelimiteerd tot de actueel beschikbare
waarde.
Tabel 16 Initiële schuifplooispanning bb.
Relatieve slankheid van het lijf w;rel bb/ ? 0,2;d
1
w;rel ? 0,2
3
1 - 0,63 (
w;rel - 0,2)
0,2 < w;rel ? 0,75
3
3,6 -
w;rel 0,75 < w;rel ? 2,2 /
3
3,2 + 1,6 w;rel
1
w;rel > 2,2 2w;rel
3
( )
CUR-Aanbeveling 85
29
Titels van vermelde literatuurbronnen
1 Rademakers, P.L.F. en F.T.J. Keetman, Roestvast staal in civiele constructies en de bouwsector.
Informatiemodule voor Beheerders. TNO-rapport 00MI-00924/RAD, december 1999.
2 Rademakers, P.L.F. en F.T.J. Keetman, Roestvast staal in civiele constructies en de bouwsector.
Informatiemodule voor Aannemers en Producenten. TNO-rapport 00MI-00925/RAD, december
1999.
3 Winter, P.E., RVS voor Ontwerpers en Architecten. TNO-rapport 1999-CON-R3023, 3 januari 2000.
4 Nicolaas, T., P.E. de Winter en A.W. Tomà, RVS voor Constructeurs. TNO Bouwrapport 1999-CON-
R1854, 3 januari 2000, 132 p.
5 Onderhoud van roestvast staal, Nederlands Corrosie Centrum, Bilthoven, 2001.
6 Bouwen met roestvast staal, SBR, Rotterdam, 2001.
7 Ontwerpen met roestvast staal, Bouwen met Staal, Rotterdam, 2001.
8 Foekema, G.A.M., Staalkwaliteiten. Staalbouw Instituut.
9 VM 87: Lijmen van metalen, Centrum Staal, november 1991.
10 ECCS publicatie - no 42, Recommendations for steel construction, 1983.
11 ECCS publicatie - no 21, European recommendations for the design testing of
connections in steel sheeting and sections.
Titels van vermelde normen
NEN 6770 1997 Staalconstructies TGB 1990 - Basiseisen en basisrekenregels voor over-
wegend statisch belaste constructies.
NEN 6771 2000 Staalconstructies TGB 1990 - Stabiliteit.
NEN 6772 2000 Technische grondslagen voor bouwconstructies ? TGB 1990 ?
Staalconstructies ? Verbindingen.
NEN 6773 2000 Technische grondslagen voor bouwconstructies ? TGB 1990 ?
Staalconstructies ? Basiseisen, basisrekenregels en beproevingen voor
overwegend statisch belaste dunwandige koudgevormde stalen profielen
en geprofileerde platen.
prENV 1090-6 2000 Execution of steel structures: Supplementary rules for stainless steels.
NEN-EN-ISO 3506 1997 Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van corrosievast
staal- specificaties:
Deel 1: Bouten, schroeven en tapeinden;
Deel 2: Moeren;
Deel 3: Stelschroeven en soortgelijke, niet op trek belaste, bevestigings-
artikelen.
NEN-EN 10002 2001 Metalen. Trekproef.
Deel 1: Beproevingsmethode bij omgevingstemperatuur
EN 10027 1992 Systemen voor het aanduiden van staalsoorten
Deel 1: Aanduidingen met symbolen, hoofdsymbolen
Deel 2: Numeriek systeem
NEN-EN 10088 1995 Corrosievaste staalsoorten
NEN-EN 10088-1 1995 Deel 1: Lijst van roestvast staal soorten;
NEN-EN 10088-2 1995 Deel 2: Technische leveringsvoorwaarden voor plaat en band voor alge-
meen gebruik;
NEN-EN 10088-3 1995 Deel 3: Technische leveringscondities voor halffabrikaten, staven, draad
en profielen voor algemeen gebruik.
EN 1993-1-1 1995 Eurocode 3: Design of steel structures. Part 1.1: General rules and rules
for buildings.
NVN-ENV 1993-1-4 1996 Eurocode 3 : Design of steel structures. Part 1.4: General rules.
Supplementary rules for stainless steels.
prENV 1090-6 1998 Execution of steel structures. Part 6: Supplementary rules for stainless
steel (WG-draft).
NEN-EN-ISO 7089 2000 Vlakke sluitringen ? Normale reeks ? Productklasse A.
NEN-EN-ISO 7090 2000 Vlakke sluitringen, afgeschuind ? Normale reeks ? Productklasse C.
Nederlandse normen zijn een uitgave van de stichting Nederlands Normalisatie-
instituut (NEN), Vlinderweg 6, postbus 5059, 2600 GB Delft (voor bestellingen
telefoon 015-2690391).
CUR-Aanbeveling 85
30
Met nadruk wordt erop gewezen dat deze CUR/BmS-Aanbeveling de stand van techniek en kennis weer-
geeft op moment van uitgifte. De CUR houdt zich dan ook aanbevolen te worden geïnformeerd over
ervaringen die met het gebruik van deze Aanbeveling worden opgedaan. CUR-Aanbevelingen worden
drie jaar na publicatie geëvalueerd en, indien daar aanleiding toe bestaat, geactualiseerd. Hiervan wordt
melding gemaakt in de vakpers.
Auteursrechten
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geau-
tomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,
mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de CUR.
Het is toegestaan overeenkomstig artikel 15a Auteurswet 1912 gegevens uit deze uitgave te citeren in arti-
kelen, scripties en boeken, mits de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van
de maker, indien deze in de bron voorkomt, "CUR/BmS-Aanbeveling "Construeren in roestvast staal",
november 2001, Stichting CUR, Gouda".
Aansprakelijkheid
De CUR en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorg-
vuldigheid betracht bij het samenstellen van deze uitgave. Nochtans moet de mogelijkheid niet worden
uitgesloten dat er toch fouten en onvolledigheden in deze uitgave voorkomen. Ieder gebruik van deze uit-
gave en gegevens daaruit is geheel voor eigen risico van de gebruiker en de CUR sluit, mede ten behoeve
van al degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die
mocht voortvloeien uit het gebruik van deze uitgave en de daarin opgenomen gegevens, tenzij de schade
mocht voortvloeien uit opzet of grove schuld zijdens CUR en/of degenen die aan deze uitgave hebben
meegewerkt.
Gouda/Rotterdam, november 2001
Het bestuur van de CUR en het bestuur van Bouwen met Staal
Stichting CUR, Büchnerweg 1, Postbus 420, 2800 AK GOUDA, tel 0182-540600.
Bouwen met Staal, Groothandelsgebouw A-4.194, Stationsplein 45, Postbus 29075, 3001 GB Rotterdam,
tel. 010-4115070.
Reacties