Aanbeveling71
Constructieve aspectenbijontwerp, berekening endetaillering van
gevels inmetselwerk.
I
n demeeste gevallen heefteenCUR-Aanbeveling betrekkingopnieuwe materialen
en/of nieuwe bouwconstructies waarvoornoggeen algemeen geaccepteerde regels
bestaan. Gevelsvanmetselwerk hebbenechtereenlange historie enkunnen dusniet als
een nieuwe constructie wordenbestempeld. Ookiser regelgeving beschikbaar waaraan
gevels moeten voldoen, metname metbetrekking totsterkte, warmteweerstand en
geluidsisolatie. Tochblijkt erbehoefte tebestaan aanaanvullende regelsopconstructief
gebied. Dezebehoefte vindtzijnoorzaak vooralinhet feit datdebestaande regelsniet
aIle constructieve aspectenbestrijken. Ookblijkt erin de praktijk veeldiscussie teont-
staan overdeinterpretatie vanbepaalde onderdelen vandevoorschriften enrichtlijnen.
Verder speeltnatuurlijk eenroldat gevelconstructies aanwijzigingen onderhevigzijn.In
dit verband kanworden genoemd degedurende delaatste jarenontstane tendenstotgro-
ter wordende spouwbreedten, inverb andmet strengere eisenaanhetwarmte-isolerend
vermogen. Mededaardoor zijnverschillende typenspouwankers ontwikkeld.Eenande-
re belangrijke ontwikkeling ishet toepassen vanmeer dilatatievoegen omscheuren te
voorkomen. Ookdedetaillering vanaansluitingen, medeonder invloed vangewijzigde
uitvoeringstechnieken, isaan verandering onderhevig.Hetontbreken vanregels voor
lateiconstructies wordtduidelijk alseen gemis ervaren.
Deze greep uitdeproblematiek laatzien dateen CUR-Aanbeveling voormetselwerkge-
vels ineen behoefte voorziet.
De inhoud vandeze CUR-Aanbeveling isbeperkt totconstructieve aspecten.Andere
bouwkundige aspectenkomendanookniet ofnauwelijks aandeorde. Deconstructieve
aspecten betreffen inhoofdzaak deschematisering enberekening vangevels metbetrek-
king tothorizontale enverticale belastingen, eisenmetbetrekking totspouwankers en
aanbevelingen voordilatatievoegen enlateien.
Deze CUR-Aanbeveling isopgesteld inhet kader vanhetCUR-project "Constructief met-
selwerk" doorcommissie C
10S
"Utilisatie metselwerkonderzoek". Desamenstelling van
CUR-onderzoekcommissie C
10S
was bijhet verschijnen vandeze Aanbeveling alsvoIgt:
ir. J.Stroband (voorzitter), ir.P.de Jong (rapporteur), ir.S.N.M. Wijte(rapporteur),
ir. A.Th. Vermeltfoort (secretaris),ing.A.M.H.M.A. Claessens,R.J.van derHam,
ir. M.H.M. Nieuwenhuys, ing.M.J. Oversteegen, dr.ir.R.van derPluijm, ing.G.J.
Roelofsen, ing.A.E.M. vanderWaart, ing.A.Brink (corresponderend lid),ir.J.H.M.
Lavrijssen (corresponderend lid),J.c.van derLippe (corresponderend lid),P.A.
Timperman (corresponderend lid),prof.ir. C.S.Kleinman (mentor),ir.M.L. Ywema
(coordinator). Deeindredactie vandeze Aanbeveling werdverzorgd doorir.C.A. vander
Steen.
Deze CUR-Aanbeveling isgoedgekeurd doordeAlgemene Voorschriftencommissie
"Metselwerk" .
CUR-Aanbeveling 71
INHOUD
1
Onderwerp entoepassingsgebied
4
1.1
Onderwerp
4
1.2
Toepassingsgebied
4
2
Termen endefinities
4
3
Eenheden ensymbolen
5
4
Materialen enmateriaaleigenschappen
6
4.1
Stenen,blokken enelementen
6
4.2
Mortels
6
4.3
Spouwankers
6
4.3.1
Vantoepassing zijndenormen
6
4.3.2
Rekenwaarde uiterstopneembare trekkracht
7
4.3.3
Rekcapaciteit
7
4.3.4
Duurzaamheid
7
4.4
Nevenproducten voorsteenconstructies
7
5
Schematiseren, krachtsverdeling entoetsing
8
5.1
Aigemeen
8
5.2
Schematisering
8
5.3
Dragende gevels
8
5.3.1
Rekenmethoden
8
5.3.2
Toeslagexcentricite it
10
5.3.3
Minimaal draagvermogen
11
5.4
Niet-dragende gevels
11
5.4.1
Aigemeen
11
5.4.2
Toetsing verankering spouwankers
12
5.4.3
Toetsing volgensbijlageA
12
5.4.4
Toetsing metdriedimensionale modellen
12
5.4.5
Toetsing metgrafieken
12
5.4.6
Situaties waarbijvantoetsing magworden afgezien
14
6
lateien
14
6.1
Indeling
14
6.2
Aigemene constructieve aandachtspunten
14
7
Dilatatievoegen
17
7.1
Aigemeen
17
7.2
Dilatatievoegtypen
18
7.3
Dilatatievoegen inhet buitenblad
18
7.3.1
Horizontale dilatatievoegen
18
7.3.2
Verticale dilatatievoegen
19
7.4
Dilatatievoegen inhet binnenblad
22
7.4.1
Bouwfysische dilatatievoegen
22
7.4.2
Bouwtechnische dilatatievoegen
24
8
Detaillering
24
8.1
Aigemeen
24
8.2
Spouwankers
24
8.3
Horizontale verankeringen enkoppelingen
25
8.4
Ondersteuningen
26
Titelsvanvermelde normen
CUR-Aanbeveling
71
27
Bijlage A
Bijlage B
Bijlage CBerekening
spouwmuren
Grafieken terbepaling rekenwaarde opneembarebelasting
Symbolen voordilatatievoegen 28
34
42
CUR-Aanbeveling 71
Onderwerpentoepassingsgebied
1.1 Onderwerp
Deze CUR-Aanbeveling bevatregels voorconstructieve aspectenvangevels inmetsel-
werk. Deregels betreffen deberekening vanmetselwerk, detoe tepassen verankeringen,
de toe tepassen dilatatievoegen, constructieveaspectenvanlateien enveel voorkomende
constructieve details.
1.2 Toepassingsgebied
Deze CUR-Aanbeveling isvan toepassing opdragende enniet-dragende gevelsvanmet-
selwerk, zowelenkel- alsdubbelbladig. Bijdubbelbladige constructies,spouwmuren, kan
het binnenblad bestaanuiteen materiaal andersdanmetselwerk.
Gewapend metselwerk valt,behoudens lateien,buitenhettoepassingsgebied. Ookgevels
waarvan hetbuitenspouwblad integelverband, dusmet doorlopende voegen,wordtuit-
gevoerd, vallenbuiten hettoepassingsgebied, tenzijaaneenvan devoorwaarden aof b
wordt voldaan:
a. Erislintvoegwapening toegepast,zodanigdatdebuigsterkte vanhetgewapende
spouwblad tenminste gelijkisaan debuigsterkte vanhetongewapend eninverband
gemetselde spouwblad.
b. Door middel vanproeven opbasis vanbijlage Bvan NEN 679°:1991 isaangetoond
dat debuigsterkte vanhetspouwblad tenminste gelijkisaan debuigsterkte vanhet
ongewapend eninverband gemetselde spouwblad.
2 Termenendefinities
2.1 Bouwfysische dilatatievoeg:
eendilatatievoeg dienoodzakelijk isals ersprake isvan ver-
hinderde vervorming vanhetmetselwerk, uitsluitendtengevolge vandeaansluiting met
de ondersteuning, detoegepaste spouwankers endedeuvelwerking vankozijnen.
2.2 Bouwtechnische dilatatievoeg:
eendilatatievoeg dienoodzakelijk isals ersprake isvan een
andere verhindering vandevervorming vanhetmetselwerk danbijdebouwfysische dila-
tatievoeg aanwezig is.
2.3 Contourverankering:
eenverankering vaneenbinnen- ofbuitenspouwblad aanofnabij die
constructieonderdelen diehet spouwblad steuneninde richting loodrecht opzijn vlak,
door middel vanextra spouwankers ofspeciale ankers.
2.4 Dilatatievoeg:
eennaad inhet metselwerk diebeweging vandeter weerszijden vande
voeg gelegen gedeelten mogelijkmaakt.
2.5 Gekoppelde latei:
eendragend elementboveneengevelopening dathet buitenblad onder-
steunt endat aan debinnenconstructie isbevestigd.
2.6 Gevuldevoeg:
eendilatatievoeg dieaan debuitenzijde isafgesloten meteenvoegvulling
of een voegprofiel.
2.7 Glijanker:
eenanker datdetwee terweerszijden vaneen dilatatievoeg gelegengedeelten
van eenbuitenspouwblad verbindtenwaarbij geenlangskrachten kunnenwordenover-
gebracht, ookwisselanker genoemd.
2.8 Koppelanker:
eenanker waarmee eenbinnenspouwblad aaneenbouwmuur wordtbevestigd.
2.9 Koudevoeg:
eendilatatievoeg, alleentoepasbaar inmetselwerk vanbouwblokken en
-stenen vanbeton enkalkzandsteen, waarbijdeblokken enstenen nagenoeg ("koud")
tegen elkaar worden geplaatst.
2.10 Lintvoegwapening:
inde lintvoeg opgenomen stavenofnetten terversterking vanhet
metselwerk.
CUR-Aanbeveling71
2.11 Niet-dragende gevel:
eengevel diebehalve zijneigen gewicht endewindbelasting geen
belasting draagt.
2.12 Openvoeg:
eenopen blijvende dilatatievoeg inhet buitenblad.
2.13 PUR-voeg:
eenvoeg tussen metselwerk enaansluitend constructiedeel dieterafdichting
met polyurethaan-schuim wordtgevuld.
2.14 Samenwerkende latei:
eenconstructie boveneengevelopening, bestaandeuiteen trek-
band vanbeton oflintvoegwapening eneen door heterboven gelegenmetselwerk
gevormde drukboog.
2.15 Spouwanker:
eenanker voorhetverbinden vaneenbinnen- eneen buitenspouwblad van
een spouwmuur.
2.16 Spouwbreedte:
deafstand tussenhetbinnenblad enhet buitenblad vaneenspouwmuur.
2.17 Spouwmuur:
eenmum bestaande uiteen binnen- eneen buitenspouwblad, metelkaar
verbonden doorspouwankers engescheiden dooreenspouw die(gedeeltelijk) metiso-
latiemateriaal isgevuld.
2.18 Tegelverband:
eenmetselverband waarbijdestenen rechtboven elkaarzijngeplaatst en
waarbij zodoende doorgaande stootvoegen ontstaan.
2.19 Veeranker:
eenanker waarmee eenniet-dragend binnenspouwblad wordtbevestigd aan
de binnenconstructie enwaarbij welhorizontale maargeenverticale krachten kunnen
worden overgebracht.
2.20 Zelfdragende latei:
eendragend elementboveneengevelopening, meestalbestaande uit
een balk vangewapend ofvoorgespannen beton.
3 Symbolen
De tegebruiken eenhedenmoeteninovereenstemming zijnmet hetInternationaal stel-
sel van Eenhden (SI),zoals vermeld inhoofdstuk 4(tabellen 6,8en9)en bijlage Avan
NEN
999:1977
enmet NEN
IOOO:1993
F
rep
Fu;d
H
Mu;d
N'd
b
h
Co
c,
fc;d
ft;rep
fm;Ld
is
de muuroppervlakte perspouwanker
is de elasticiteitsmodulus vanspouwankers
is de rekenwaarde vandegrootst optredende normaalkracht inde
spouwankers
is de representatieve (ofkarakteristieke) waardevande(door defabrikant of
leverancier opgegeven) opneembare trelduachtvanspouwankers inde uiterste
grenstoestand
is de rekenwaarde vandeuiterste opneembare trekkracht
is de hoogte vandewand
is de rekenwaarde vanhetuiterst opneembare buigendmoment
is de rekenwaarde vandenormaalkracht
is de breedte vandewand
is de dikte vandewand
is de grootste excentriciteit overdehoogte
is de excentriciteit inhet midden vandehoogte indien
Co
optreedt aaneen
der beide uiteinden enisde grootste vandeaan debeide uiteinden
optredende excentriciteiten indien
Co
niet aaneenderbeide uiteinden
optreedt;
c,
is negatief als
c,
en
Co
verschillend vanteken zijn
is de rekenwaarde vandehechtsterkte
is de representatieve hechtsterkte
is de rekenwaarde vandebuigtreksterkte vanmetselwerk loodrecht
op delintvoegen
CUR-Aanbeveling 71
jt;rep
h;rep
fd
Is
prep
pw;d
pw;e;d
pw;u;d
0'
Et;rep
YJ
YM
Ym
360 N/mm
2;
? representatieve rekbijmaximale belasting:
Et;rep
.;:>
5 %;
? elasticiteitsmodulus
Es
.;:>
1,8 .ro
5
N/mm
2?
5. Bijniet-dragende gevelsmagslechts vangesteunde binnenspouwbladen worden
uitgegaan alsgebruik wordtgemaakt vanduurzaam constructieve voorzieningen,
bijvoorbeeld inde vorm vanveerankers, dieinde uiterste grenstoestand eenhori-
zontale belasting kunnenoverbrengen vantenminste 1,2kN/m toteen hoogte van
10 mboven hetaansluitende terreinenvan 1,5kN/m bijeen hoogte vanmeer dan
10 mboven hetaansluitende terrein.PUR-voegen endaarmee vergelijkbare afdich-
tingen mogen nietalszodanig wordenbeschouwd. Indiendebuitenspouwbladen
zijn gesteund (ziepunt 6),mogen beidegenoemde waardenmet0,5kN/m worden
gereduceerd.
6. Vangesteunde buitenspouwbladen magworden uitgegaan alsdeze bladen opvloer-
hoogte zodanig aandevloeren worden gekoppeld, datinde uiterste grenstoestand
een horizon talebelasting naardevloeren kanworden overgebracht vantenminste
2,5 kN/m toteen hoogte vanromboven hetaansluitende terreinenvan 3,0kN/m
bij een hoogte vanmeer danromboven hetaansluitende terrein.
De bedoelde steunmoetzodanig wordenuitgevoerd, datdevervormingen vanhet
buitenspouwblad inhoogterichting nietteveel worden belemmerd. Zieverder ook
lid bvan 8.3"Koppelankers opvloerhoogte".
7. Alsinde berekening vangevels gebruik wordtgemaakt vanhorizontaal gesteunde
randen vangevels, zodatdriezijdig opgelegde geveldelen ontstaan(ziefiguur bI7),
moet langs dieranden eenhorizontale belastinginde uiterste grenstoestand lam-
nen worden overgebracht van1,5kN/m toteen hoogte vanromboven hetaanslui-
CUR-Aanbeveling 71
tendeterrein envan
2,0
kNjm bijeen hoogte vanmeer dan
IO
mboven hetaan-
sluitende terrein.
8. Bijhet aflezen vandegrafieken magrechtlijnige interpolatie wordentoegepast.
5.4.6 Situaties waarbijvantoetsing magworden afgezien
Als wordt voldaan aandeinart.
3
van NPR
679I:I991
gegevenvoorwaarden, magtoet-
sing vaneen gevel opwind achterwege blijven.
De inart.
3
van NPR
679I:I991
onderhgegeven voorwaarde geldtookvoor spouwankers
met eenniet-ronde doorsnedewaarvanaangetoond kanworden datdeopneembare druk-
kracht tenminste gelijkisaan hetbedoelde anker04.Devergelijkingsproeven moeten
worden uitgevoerd volgensontw.NEN-EN
846-5
ofontw. NEN-EN
846-6,
zieook
4.3-3.
Als alternatief voordevergelijkingsproeven magookeenequivalente diameterworden
bepaald, zodanigdatdebuigstijfheid gelijkisaan dekleinste buigstijfheid vanhetwer-
kelijke anker.
6
lateien
6.1 Indeling
De boven gevelopeningen aantebrengen lateienworden onderscheiden alsvoIgt:
a. Naar dewijze vanbelastingafdracht:
1.
De belasting vanhetbuitenblad wordtopgevangen dooreenlatei inhet buiten-
blad endebelasting vanhetbinnenblad dooreenlatei inhet binnenblad.
2.
De belasting vanhetbuitenblad wordtgedragen dooreenlatei dieaan debin-
nenconstructie isbevestigd.
3. Beide spouwbladen wordendooreenendezelfde lateigedragen.
b. Naar constructieve werking:
1.
Zelfdragend
2.
Samenwerkend
c. Naar materiaal
1.
Gewapend ofvoorgespannen metselwerk
2.
Gewapend ofvoorgespannen beton
3. Staal
Op grond vandeze indeling kunnendevolgende lateitypen wordenonderscheiden:
a. Zelfdragende lateieninhet buitenblad ofbinnenblad. Dezebestaan meestal uitbal-
ken vangewapend ofvoorgespannen beton.
b. Gekoppelde lateidiedebelasting vanhetbuitenblad viaeen staalprofiel, stalenmet-
selwerkdragers ofeen gelsoleerde betonbandoverdraagtnaardebinnenconstructie.
c. Gekoppelde zelfdragende lateidiezowel hetbinnenblad alshet buitenblad draagt,
meestal inde vorm vaneengewapende ofvoorgespannen betonnenneuslateiofeen
stalen latei,bijvoorbeeld inde vorm vaneenhoedligger.
d. Eensamenwerkende latei.Dezebestaat uiteen trekband vangewapend ofvoorge-
spannen beton,voorgespannen baksteenoflintvoegwapening eneen drukboog die
wordt gevormd doorhetmetselwerk bovendetrekband.
6.2 Aigemene constructieve aandachtspunten
Bij het ontwerp vanlateien geldendevolgende aandachtspunten:
a. Zelfdragende latei
Bij zelfdragende lateienwordtgeengebruik gemaakt vandedrukboog diegeleverd
wordt doorhetboven delatei gelegen metselwerk, ditintegenstelling totsamen-
werkende lateien,zied.Dit uitgangspunt leidttoteen minder kritische verbinding
tussen lateienmetselwerk, omdathieringeenhorizontale schuifspanningen over-
gebracht behoeven teworden.
CUR-Aanbeveling71
Voor zelfdragende lateiengeldt:
? Door debovenbelasting wordtdezelfdragende lateiopbuiging belast.Bijde
berekening opbuiging mageenbelastingreductie wordentoegepast alswordt
aangetoond dateen deel vandebelasting doorgewelfwerking inhet metselwerk
kan worden opgenomen. Deinrekening tebrengen belasting kandanworden
beperkt tothet gewicht vanhetmetselwerk binneneengelijkzijdige driehoekmet
zijden terlengte vandedagmaat vandelatei, vermeerderd metdebel asting door
eventueel binnenditdeel opgelegde vloerenofbalken (ziefiguur 2a).De
genoemde belastingreductie isniet toegestaan alsdedriehoek wordtdoorsneden
door openingen.
? Bij deberekening vandelatei opdwarskracht geldtdereductie vandebelasting
alleen alsergeen dilatatievoeg aanwezigisin het metselwerk bovendedag van
de opening enwordt aangetoond datterplaatse geenscheurvorming zaloptre-
den (ziefiguur 2b),alsmede wordtaangetoond datdedwarskrachtsterkte vanhet
metselwerk voldoendeis.
? Behalve opsterkte moetdelatei ookworden berekend opstijfheid. amscheur-
vorming inhet metselwerk tevoorkomen, magdebijkomende doorbuiging niet
meer bedragen dan
0,001
maaldeoverspanning.
? Als boven dedag van deopening dilatatievoegen wordenaangebracht, moetde
latei aandeeinden vrijworden gehouden englijdend wordenopgelegd (zie
figuur 2b).
? Bij toepassing vanzelfdragende lateienwaarvan destijfheid significant kleineris
dan destijfheid vanhetmetselwerk datdoor delatei gedragen zoumoeten wor-
den, bijvoorbeeld zoalsbijdetoepassing vanstalen hoeklijnlateien vaakhetgeval
is, moet rekening wordengehouden methetmogelijk ontstaanvanscheurvor-
ming inhet metselwerk. Bijhet toetsen vandebruikbaarheidsgrenstoestand
heeft hetmetselwerk eentreksterkte. Scheurvorming zaloptreden alsdetrek-
spanningen inhet metselwerk vangelijke grootte worden alsdetreksterkte.
di1latievaegen
,
\
I
I
extra
belasting m.b.t.
dwarskracht latei
-01
1, -
I ,
I ,
I-
I
I
I
I
I
I
I
I I
I I
L ~
I---~---I
I\
i //\\ i
I \
I / \I
I I
I I
I I
I I
I I
I
L ~
a zander dilatatievaegen b
met dilatatievaegen
Figuur
2
Krachtswerking zelfdragendelatei
b. Gekoppelde lateien
Bij gekoppelde lateienishet buitenblad terplaatse vandelatei gekoppeld aanhet
binnenblad. Omdatvervormingsverschillen tussenhetbuitenblad endebinnen-
constructie, metname doortemperatuurveranderingen, hierbijworden belem-
merd, kunnen scheuren ontstaan. Hetverdient daaromaanbeveling omhetmet-
selwerk aandeeinden vandelatei verticaal tedilateren, zieook 7·
CUR-Aanbeveling 71
c.Gekoppelde zelfdragende lateien
Bij deze lateien moetrekening wordengehouden metwringing inde lateien door
eventuele verschillen inbelasting uithet binnen- enbuitenblad. Verdergeldende
onder bgenoemde aanbevelingen.
I
trekelement
Figuur 3
Krachtswerking samenwerkende latei(metofzander dilatatievaeg)
d. Samenwerkende lateien
De samenwerkende lateiisgebaseerd ophet principe vaneenboog mettrekband
(zie figuur 3).
De trekband bestaatuiteen element vanvoorgespannen ofgewapend beton,ofuit
lintvoegwapening. Deboog iseen door hetmetselwerk bovendetrekband gevorm-
de denkbeeldige drukboog.Essentieelvooreengoede werking isde overdracht van
de spatkracht uitdeboog naardetrekband. Hiervoorgeldt:
? Bij een trekelement moetvoldoende opleglengte wordentoegepast omdeoptre-
dende schuifkracht inde lintvoeg tussenbetonenmetselwerk tekunnen opne-
men enom voldoende verankeringslengte voordetrekband terealiseren.
? Om eenboog tekunnen vormen, moethetmetselwerk bovendeopening een
zekere minimale hoogtetebezitten. Dezehoogte isafhankelijk vandetheoreti-
sche overs panning vandelatei.
? Om tevoorkomen dathet metselwerk doorkrimp- entemperatuurverschillen ten
opzichte vandebetonnen trekbandkanverschuiven, zodatdesamenwerking tus-
sen detrekband endedrukboog wordtverbroken, moetdeovers panning worden
beperkt.
? Bij toepassing vanlintvoegwapening moetvoldoende verankeringslengte wor-
den toegepast. Debenodigde wapeningmoetnietalleen zorgen voorvoldoende
sterkte, maarookvoor voldoende scheurbeperking.
Toelichting
Nadere richtlijnen ophet gebied vanIintvoegwapening kunnenworden ontleend aanCUR-rapport 98-4
"Gewapend envoorgespannen metselwerk"endeBeoordelingsrichtlijn BRL2120 "Geprefabriceerde met-
selwerkwapening opbasis vanstaal",
? Eventuele verticaledilatatievoegen inhet metselwerk mogenslechtsworden aan-
gebracht aanheteinde vandetrekband, dusaltijd openige afstand vanafdedag
van demuuropening. Delatei moet aandeonderzijde glijdendwordenopgelegd.
? Tijdens deuitvoering moetdelatei worden onderstempeld.
CUR-Aanbeveling71
7 Dilatatievoegen
7.1 Aigemeen
Bij het ontwerp vangevels inmetselwerk moetrekening wordengehouden metopge-
legde vervormingen doortemperatuurveranderingen enkrimp. Omdat dezevervormin-
gen veelal ineen bepaalde mateworden verhinderd, zullenspanningen ontstaan.De
treks panning enkunnen bijvoldoende graotteleidentotscheuren. Hetontwerp vande
dilatatievoegen moetgericht zijnophet zoveel mogelijk voorkomen vandeze scheuren.
De normaal aanwezige oorzakenvanverhinderingen zijndeaansluiting vanhetgevel-
viak metzijnondersteuning, detoegepaste spouwankers endedeuvelwerking vankozij-
nen. Dilatatievoegen dienoodzakelijk zijnomscheurvorming bijdeze typen vanverhindering
te voorkomen, wordenbouwfysische dilatatievoegen genoemd.
Verder kunnen ookdoor hetkiezen vaneenbepaaide detailleringswijze verhinderingen
worden gecreeerd. Eenvoorbeeid hiervaniseen koppeling tussenhetbinnen- enbui-
tenblad dooreenmet me.tselwerkdragers uitgevoerdelatei.
Dilatatievoegen, dienoodzakelijk zijnvanwege eengekozen detailleringswijze, worden
bouwtechnische dilatatievoegengenoemd.
Andere voorbeeiden vanbouwtechnische dilatatievoegenzijndilatatievoegen dienodig
zijn terplaatse vangebouwdilataties endilatatievoegen dienodig zijnterbeperking van
geluidsoverdracht. Bouwtechnische dilatatievoegenkunneninbepaaide gevallenachterwege wordengeIa-
ten aiseen andere detaillering wordttoegepast. Bouwfysische dilatatiesmoetenaltijd
worden toegepast.
Behaive metscheurvorming doortrekspanningen, moetookrekening wordengehouden
met mogelijke schadedoorhetstuiken vanhetmetselwerk doorverhinderde uitzetting
bij een temperatuurverhoging. Zonodig moet ookrekening wordengehouden met
hygrische vervormingen, bijvoorbeeldzwellingdoorwateropname. Bijbaksteen isde
krimp zodanig gering,datverhinderde vervormingen inhoofdzaak verbandhoudenmet
thermische lengteveranderingen.
Dilataties kunnenooknodig zijninsituaties waarbijhetbeschouwde geveldeelisonder-
steund doorsteunpunten meteenverschillende stijfheidofdoor steunpunten diezich op
een verschillend niveaubevinden.
Indien hettoepassen vandilatatievoegen totesthetische ofandere bezwaren Ieidt,kanhet
probleem vanscheurvorming inveel gevallen wordenverminderd doortoepassing van
gewapend metselwerk. Hierbijmoetwelinhet oog worden gehouden datwapening geen
scheuren kanvoorkomen, maaralleen kanzorgen vooreenminder gratescheurwijdte
in vergelijking metongewapend metselwerk.Doortewapenen opplaatsen waarscheur-
vorming iste verwachten, kandescheurwijdte opdie plaatsen toteen aanvaardbaar
niveau worden beperkt. Ookeencombinatie vanvoegen enwapening isdenkbaar, bij-
voorbeeld dooropdehoeken voegenaantebrengen enter plaatse vangevelopeningen
lintvoegwapening toetepassen. Toepassing vanwapening Ieidtindat geval totvermin-
de ring vanhetaantal dilatatievoegen. Vooralbouwtechnische dilatatievoegenkunnenin
een aantal gevallen achterwege wordengelatenaiswapening wordttoegepast omde
scheurwijdte tebeperken.
Toelichting
Voor meer informatie overgewapend metselwerk wordtverwezen naarCUR-rapport 98-4"Gewapend envoorge-
spannen metselwerk".
De in7.3 en7.4 gegeven richtlijnen hebbengeenwetenschappeIijke achtergrondmaar
zijn gratendeels gebaseerdoppraktijkervaringen endedaarop gestoeide richtlijnen van
de branche-organisaties vandefabrikanten.
In bijiage Cis een methode beschreven voorhetweergeven vandediverse dilatatievoe-
gen.
CUR-Aanbeveling 71
7.2Dilatatievoegtypen
Er wordt onderscheid gemaakttussenverschillende uitvoeringswijzen vandilatatievoe-
gen (ziefiguur 4),namelijk:
a. koude voeg
Een koude voegisalleen toepasbaar inmetselwerk vanbouwblokken en-stenen van
beton enkalkzandsteen. Hierbijworden deblokken enstenen terplaatse vande
dilatatievoegen nagenoeg("koud")tegenelkaar geplaatst enniet verder afgewerkt.
Afhankelijk vanhettoegepaste isolatiemateriaal kaneenwaterwerende folievanbij-
voorbeeld
300
mm brede DPCnoodzakelijk zijn.
b. open voeg
Een open voegistoepasbaar inhet buitenblad bijmetselwerk inbaksteen.
De voegbreedte moet5mm bedragen. Dezevoegmoet volledig vrijzijn vanspecie-
baarden enkan worden aangebracht metbehulp vaneenaluminium ofkunststof
strip dieaan hetmetselprofiel wordtbevestigd.
c. gevulde voeg
Een gevulde voegistoepasbaar bijmetselwerk inbaksteen, bouwblokken en-stenen
van beton enkalkzandsteen. Devoeg moet tenminste
10
mm breed tezijn enkan
op verschillende manierenwordenafgewerkt: meteenterugliggende kitvoegop
rugvulling, metweerbestendig schuimbandofmet speciaal hiervoor ontwikkelde
afdichtingsprofielen.
a) koude voeg
~
b) open voeg
~W
--#-5mmvoor baksteen
c) gevulde voeg
terugliggendekitvoegopfoamrug
of weerbestendig schuimbad
Figuur 4
verschillende typendilatatievoeg
7.3 Dilatatievoegen inhet buitenblad
7.3.1 Horizontale dilatatievoegen
Horizontale dilatatievoegen inhet buitenblad moetenwordentoegepast alsdetever-
wachten vervormingsverschillen tussenhetbinnen- enbuitenblad totproblemen gaan
leiden bijdeaansluitingen tussenhetbinnen- enbuitenblad. Ditsoort aansluitingen
kunnen bijvoorbeeld wordengevormd doorkozijnen, dakranden enbalkons.
lndien deverbinding tussenhetbinnen- enbuitenblad uitsluitend bestaatuitspouwan-
kers, iseen verplaatsingsverschil toelaatbaardatgelijk isaan devervormingscapaciteit
van despouwankers. Bijdebepaling vanhetverplaatsingsverschil tussenhetbuitenblad
en debinnenconstructie moetrekening wordengehouden mettemperatuur- enkrimp-
CUR-Aanbeveling71
verschillen. Bijdragende binnenbladen moetbovendien rekeningwordengehouden met
de kruipvervorming hiervan.
Bij deberekening vandethermische vervormingen kunnendelineaire uitzettingscoeffi-
cienten worden ontleend aantabels vanNEN 6790:1991.
Van eenberekening magworden afgezien alseen vervormingsverschil wordtaangehou-
den van
0,2
mm/m bijbaksteen en
0,3
mm/m bijoverige steenachtige materialenover
de ononderbroken hoogtevanhetbuitenblad.
Bij gevels waarvan devervorming vanhetbuitenblad nietwordt belemmerd andersdan
door spouwankers, moetdetoelaatbare onderlingeafstandvandehorizon taledilatatie-
voegen worden bepaald aandehand vaneenberekening. Vaneenberekening magwor-
den afgezien indiendeonderlinge afstandvandedilatatievoegen wordtbeperkt tot
II
m.
Indien inde gevel kozijnen endergelijke zijnopgenomen, moetdeafstand tussende
horizontale dilatatiesbijvoorkeur wordenbeperkttoteen afstand diegelijk isaan twee-
maal degebruikelijke hoogtevaneenkantoorgebouwlaag ofwoonlaag. Deeerste hori-
zontale voegmagopdrie maal degebruikelijke hoogtevaneenbouwlaag bovenhetmaai-
veld worden aangebracht.
De horizontale dilatatievoeg moetworden aangebracht ondereenopvangconstructie voor
het hoger gelegen metselwerk. Eenopvangconstructie kanbestaan uit:
? eengeprefabriceerde zelfdragendebetonband;
? eenstalen hoekprofiel;
? eenstalen oplegschoen.
In figuur Szijn enkele detailsmetbetrekking tothorizontale dilatatievoegen gegeven.
waterdichte strook
8
8
o
,.....
III
Baksteen-hetonband
Baksteen wordtkoudop
het boekstaal gemetseld
m--
',(~,'
i= /.(
r~-
standaard voegbreedte
Standaard
voeghreedte
Betonband
Figuur 5
Horizontale dilatatievoegen
Opl~gschoentjes
7.3.2 Verticale dilatatievoegen
Verticale dilatatievoegen zijnnoodzakelijk zijnomscheurvorming inhet metselwerk te
voorkomen, zie7.1.
Toelichting
Voor demaxima Ieafstand tussendeverticale bouwfysische voegenworden doordeverschillende leveranciersdevol-
gende richtlijnen gehanteerd:
In een wand zonder openingen magdeafstand tussentweevoegen, afhankelijk vanhettype metselwerk, nietmeer
bedragen dan
(H
ishoogte metselwerk):
baksteen: noordgevels 14m
kalkzandsteen, overige
gevels
afhankelijk vanhettype gevelsteen: 12
m
4,5 tot6m
CUR-Aanbeveling 71
grindbetonsteen:maasformaatengroter:
waalformaat:
donkerkleurig (aileformaten):
8
m of
5
H
7
m of
4,5
H
6
m of
4
H
Bij toepassing vanlijmmortel inmetselwerk vanbetonsteen, moetendemaximale afstanden met10tot 20
%
worden
gerduceerd. Bijandere betonsoorten dangrindbeton kunnenanderewaarden gelden.
In een wand metgevelopeningen, zoalskozijnen endergelijke, kanhet, afhankelijk vandemate vanbelemmering,
noodzakelijk zijnomdehiervoor genoemde afstandensterktereduceren.
am schade ophoeken tevoorkomen, moetenerinofbij eenhoek waarlange gevelvlak-
ken opelkaar aansluiten, dilatatievoegen wordenaangebracht (ziefiguur 6a).Alseen
voeg opdehoek omesthetische redenenongewenst is,kunnen inbeide gevelvlakken
dilatatievoegen binneneenafstand vantenhoogste
4,0
mvanaf dehoek worden aange-
bracht. Dezevoegen kunnen daneventueel samenvallen metandere voegen inhet gevel-
vlak (ziefiguur 6b).
dilatatievoeg ~
I
.'tltaJ
\.;1\
"
.
,;
dilatatievoeg
6b
o
o
o
""'
~
ro
S
6a
u
",.
-
,:'-
I
\V
.i' /\ / \/ \,
il\
,t
,
,7'/-
¥
,j"
/Y-
#' #
t
dilatatievoeg
Figuur 6
Hoekdetails
Behalve denoodzaak bouwfysische dilatatievoegen ingrote gevelvlakken aantebrengen,
do en zich situaties voorwaar het,uitoogpunt vanschadebeperking, aanbevelingverdient
dilatatievoegen toetepassen. Ditzijn dezogenaamde bouwtechnische dilatatievoegen.
Deze situaties houdenverband metdeconstructieve enbouwkundige detaillering.
Hiervoor geldendevolgende aanbevelingen:
a. Verticale dilataties inde hoofddraagconstructie
Ter plaatse vanverticale dilataties inde draagconstructie moetookhetgevelmetsel-
werk worden gedilateerd. Dedilatatievoegbreedte moetworden afgestemd opde
mogelijke vervormingen vandeconstructie, Devoeg inhet metselwerk kanworden
afgesloten meteenkitoprugvulling, meteenstrip ofmet eenvoegprofiel.
b. Metselwerk opvloeren enbalken
Omdat destijfheid vanhetmetselwerk datopvloeren enjofbalken wordtgeplaatst
vaak groot isten opzichte vandestijfheid vandeondersteunende vloerofbalk, leidt
het optreden vandoorbuigingen inde vloer ofbalk tothet ontstaan vantrekspan-
ningen inhet metselwerk. Omdatdezetrekspanningen kunnenleiden totscheuren,
moet dedoorbuiging vandeondersteunende constructiewordenbeperkt. Alsalter-
natief kandestijfheid vanhetmetselwerk wordenverkleind doorhetaanbrengen
van dilatatievoegen.
kalkzandsteen: CUR-Aanbeveling
71
Toelichting: Door deverschillende leverancierswordendevolgende waardengehanteerd alsmaximale doorbuiging, waar-
bij het aanbrengen vandilatatievoegen achterwegekanblijven:
baksteen: Ub;jk,;2mm
Ub;jk ishierbij debijkomende doorbuiging dieoptreedt nahet metselen,
waarbij wordtaangenomen datdestenen voorhetvervaardigen vandewand
reeds opdeondersteunende constructiezijngeplaatst.
geen specifieke eisen
betonsteen: Ub;jk
,;
0,001
f
cep
Ub;jk ishierbij devolledige bijkomende doorbuiging nahet vervaardigen vande
ondersteunende constructie,dusinclusief deonmiddellijke doorbuiging
veroorzaakt doorhetgewicht vandestenen.
Als dilatatievoegen wordenaangebracht, moetendezeworden aangebracht boven
de steunpunten envoorts zodanig datU-vormige gevelvlakken wordenvoorkomen,
Gevelvlakken diebestaan uitpenanten, borstweringen encombinaties daarvanin
een L-vorm, zullenminder schadeondervinden vanhetdoorbuigen vandeonder-
steunende constructie. Infiguur 7is een voorbeeld vandebedoelde situatieweer-
gegeven.
Als deborstwering onderhetraam langer isdan circa 40% vandeovers panning van
de vloer ofgalerij, verdient hetaanbeveling aanbeide zijden vandeborstwering dila-
tatievoegen aantebrengen. Verdermoethetmetselwerk losworden gehouden van
consoles.
dilatatie
Figuur 7
Metselwerk opgalerijvloer
c. Koppeling doorlateien ensteunpunten opverschillende niveaus
Lateien voorhetopvangen vanhetmetselwerk vanhetbuitenblad bovenraam-of
deuropeningen, dieworden bevestigd aandebinnenconstructie ofdie tevens die-
nen alslatei voor hetbinnenspouwblad, zullendevervorming vanhetbuiten-
spouwblad belemmeren. Meeralgemeen geldtdathet buitenblad doorhetverschil
in opbouw enondersteuningswijze eenander vervormingsgedrag vertoontdanhet
binnenblad. Dehoofddraagconstructie zaldoor krimp, kruipentemperatuur een
andere verticale vervorming ondergaandanhetbuitenblad. Dezeeffecten kunnen
leiden totscheuren. Daarommoet,inde situatie waarhetmetselwerk opverschil-
lende niveaus wordtondersteund, hetmetselwerk zodanigwordengedilateerd dat
de ondersteuningen opdeverschillende niveausnietmet elkaar zijnverbonden. In
figuur 8zijn twee voorbeelden gegevenwaarindebedoelde voegenzijnaangegeven.
CUR-Aanbeveling 71
dilatatie
latei dilataties
Latei aanhinnenspouwconstructie Dilatatieh{idakvloeraansluiting
Figuur 8
Gekoppelde lateienenverschillende ondersteuningsniveaus
d. Dilataties bijbalkons enloggia's
Bij uitdegevel stekende bouwelementen, zoalseengedeeltelijk inpandigbalkon,
zijn erverschillende redenenomvoegen toetepassen. Alshetmetselwerk omde
hoek doorgaat, iser een dilatatievoeg nodig,zoalsbijdebouwfysische dilatatievoe-
gen isbeschreven. Verderiseen dilatatievoeg nodigomdat hetmetselwerk ophet
balkon ophet balkonniveau wordtondersteund, terwijlhetnaast hetbalkon gele-
gen metselwerk opeen lager niveau wordtgedragen. Alserom esthetische redenen
voor wordt gekozen devoeg nietinde gevel maar omdehoek inhet loggiagedeelte
te plaatsen, moethetaan degevel vastzittende deelworden geplaatst opeen
10
mm
dikke laagpolystyreenschuim. Hierdoorwordenzowelverticale alshorizon tale
bewegingen tenopzichte vandebetonconstructie vanhetbalkon mogelijk gemaakt.
In
figuur 9is dit verduidelijkt. Hetmetselwerk ophet balkon moetopeen glijfolie
worden geplaatst omscheurvorming tengevolge vanhetdoorbuigen vanhetmet-
selwerk tevoorkomen. Vanwegedeuitvoeringsgevoeligheid vandeinde rechter
figuur gegeven oplossing verdientdelinkerfiguur devoorkeur.
Figuur 9
Aansluiting aanbalkons
7.4 Dilatatievoegen inhet binnenblad
7.4.1
Bouwfysische dilatatievoegen
Ook bijhet binnenblad moetrekening wordengehouden meteeneventueel ontstaanvan
trekspanningen doorverhinderde vervormingalsgevolg vantemperatuur enkrimp. De
grootte vandetemperatuurvariaties isin het binnenblad echteraanzienlijk kleinerdan
van hetbuitenblad. Daarstaattegenover datvoor hetbinnenblad veelalmaterialen wor-
den toegepast dieaanzienlijk meerkrimp vertonen dandeinhet buitenblad dikwijlstoe-
gepaste baksteen.
CUR-Aanbeveling71
Bij toepassing vanbakstenen binnenbladen zijngeen bouwfysische dilatatiesnoodzake-
lijk.
Als hetbinnenblad dragendwordtuitgevoerd, moet,behalve meteenverhindering door
de aansluiting aandeonderzijde vandewand, ookrekening wordengehouden meteen
verhindering vandevervormingen aandebovenzijde vandewand.
De plaats vandilatatievoegen inhet binnenblad moetworden afgestemd metdeplaats
van devoegen inhet buitenblad. Hetheeft devoorkeur ombeide voegen nietopdezelf-
de plaats inde gevel aantebrengen.
In
binnenspouwbladen kunnenvoorbouwfysische dilatatievoegen bijbetonsteen de
koude voegenbij kalkzandsteen deopen voegmeteenvoegbreedte van
I
a
2
mm wor-
den toegepast, indiendespouwisolatie luchtdichtis.Bij overige toepassingen moeteen
gevulde voegvan
IO
mm worden toegepast.
In
wandgedeelten diedienst moeten doenalsstabiliteitswanden, mogengeendilatatie-
voegen worden aangebracht, tenzijwordt aangetoond datdedilatatievoegen constructief
verantwoord zijn.
Toelichting
De hieronder gegevenaanbevelingen geldenvoorbinnenbladen dieworden samengesteld uitmaterialen meteensig-
nificante uitdrogingskrimp. Hierbijwordtwelonderscheid gemaakttussenkalkzandsteen enbetonsteen. Deprak-
tijkervaring heeftnamelijk geleerddatersignificante verschilleninscheurgedrag tussenbeidematerialen bestaan.
De maximale voegafstand inwanden vervaardigd uitkalkzandsteen, wordtbepaald doordemate vanbelemmering
van devervormingen. Voordeverticale beeindiging wordendoordeleverancier zesgevallen onderscheiden. Deze
gevallen, metdebijbehorende maximaalaantehouden voegafstand, uitgedruktinde wandhoogte H,zijn voor niet-
dragende wandenmeteendikte gelljk aanofkleiner dan200 mm:
1.
Beide
einden onbelemmerd 3,2
H
2.
Een
eind onbelemmerd eneen eind matig belemmerd 2,7
H
3.
Beide
einden matigbelemmerd 1,9
H
4.
Een
eind onbelemmerd eneen eind sterk belemmerd 1,6
H
5.
Een
eind matig belemmerd eneen eind sterk belemmerd
1,3
H
6.
Beide
einden sterkbelemmerd 1,0
H
Voor dragende wanden,waarbijbelemmering langsbeide horizontale begrenzingen vandewand optreedt, moeten
de gegeven waarden metcirca 25
%
worden gereduceerd. Voorwanden dikkerdan200 mm kunnen ailewaarden met
circa 10
%
worden verhoogd.
Van eenmatige belemmering magworden uitgegaan alsdewand aanhetbetreffende eindisverbonden meteen
dwarswand, waarvandedikte kleiner danofgelijk isaan dedikte vandebeschouwde wand.Bijverbinding aaneen
dwarswand meteengrotere diktemoetvansterke belemmering wordenuitgegaan.
De maximale voegafstand inbinnenbladen vervaardigduitbeton zijninde regel gelijk aandevoegafstanden zoalsdie
worden gehanteerd voorhetbuitenblad. Demaximale voegafstanden voorbinnenbladen vervaardigduitgrindbe-
tonstenen zijn
(H
isde hoogte vanhetmetselwerk):
wanden vervaardigd metmaasformaat engrater:
wanden vervaardigd metwaalformaat:
8
m of
5
H
7
m of
4,5
H
Aanvullend opdeze algemene richtlijnen geldt:
a. Bijeen sprong inde wanddikte moetaltijdeenvoeg worden aangebracht.
b. Wanden metopeningen voorramen endeuren moeten tenminste aaneen zijde vandeopening wordengedila-
teerd. Devoeg moet worden aangebracht langsdekozijnopeningen ofter plaatse vandedichtstbijgelegen stoot-
voeg inhet metselwerk. Bijlateien boveneenopening moetdevoeg langs deeinden vandelate; worden gesi-
tueerd. Hierbijmoeten delateien glljdend wordenopgelegd. (figuur10).
e. Wandgedeelten onderopeningen, waarvandebreedte groterisdan 3maal dehoogte, moetenaanbeide zijden
worden gedilateerd.
d. Inborstweringen onderkozijnen, waarbijdelengte vandeborstwering groterisdan 5maal dehoogte, moetin
aanvulling ope.in het midden eenvoeg worden aangebracht.
CUR-Aanbeveling 71
I
I
h
I :
I
LJ
dilatatie
langslalei
(latei glijdend opleggen)
dilatatie langskozijnopeningen
penanten zoveelmogelijk onafhankelijk lalenbewegen
Figuur
10
Dilataties terplaatse vanopeningen
7.4.2 Bouwtechnische dilatatievoegen
Behalve bouwfysische dilatatieskunnenbouwtechnische dilatatiesnoodzakelijk zijn.
Enkele vandeze situaties zijn:
a. Wanden ondersteund dooreendoorbuigende ondergrond
Hier moet boven ofmaximaal opeen meter vanafdesteunpunten eendilatatievoeg
worden aangebracht. Bovendienmoetendezewanden bijvoorkeur nietworden ver-
bonden metdeondergrond, bijvoorbeelddoorzeteplaatsen opgestraoid zand,
kunststoffolie ofeen kunststofprofiel.
b. Aanelkaar grenzende wanddelen metverschillende bovenbelastingen
Tussen dezewanden kanhetaanbrengen vaneenvoeg nodig zijn.Hetzelfde geldt
voor wanden langstrapgaten.
Voor bouwtechnische dilatatievoegeninhet binnenblad kunnendezelfde dilatatievoeg-
typen worden gebruikt alsgenoemd in
7.2.
Koude voegen ofopen voegen meteen
beperkte voegbreedte zijnechter niettoepasbaar alsdilatatievoegen nodigzijnvanwege
het plaatsen vaneenwand opeen doorbuigende ondergrond.Hiermoet eengevulde
dilatatievoeg meteenvoegdikte vantenminste
IO
mm worden toegepast. Devoegen
moeten worden afgewerkt meteenelastische enluchtdichte vullingenzodanig worden
afgewerkt datvariaties invoegbreedte zoweinig mogelijk opvallen.
Ter plaatse vangebouwdilataties moetenookinde binnenspouwbladen dilatatievoegen
worden aangebracht. Devoegwijdte moetworden afgestemd opdie van degebouwdila-
tatie.
8 Detaillering
8.1 Aigemeen
Gevels inmetselwerk vrageneenzorgvuldige detaillering. Informatiehieroverkanwor-
den ontleend aanhandboeken enaan door debranches uitgegeven richtlijnenenbro-
chures.
In
het kader vandeze aanbeveling blijftdebehandeling vandedetaillering
beperkt totenkele constructieve aandachtspunten. Eendeel hiervan isreeds behandeld
in hoofdstuk 6en
7.
8.2 Spouwankers
Afgezien vaneventuele gesteunde randenmoeten spouwankers zogelijkmatig mogelijk
over deoppervlakte vandegevel worden verdeeld. Hiertoemoetendeafstanden tussen
de ankers inverticale richtingongeveer gelijkzijnaandieinde horizontale richting.Bij
smalle penanten moetentenminste tweeankerrijen inde breedte, eventueel inhoogte
verspringend, wordentoegepast. Degrootste afstandtussendeankers magzowel inhori-
zontale alsinverticale richtingnietmeer bedragen dan
0,625
m.Dehorizontale afstand
tot derand vaneenpenant magnietgrater zijndan
0,2
m.
CUR-Aanbeveling71
8.3 HorizontaJe verankeringen enkoppelingen
a. Veerankers
Spouwmuren, waarvanhetbinnenblad aandebovenzijde nietinhorizontale zin
wordt gesteund, kunneninveel gevallen onvoldoende windbelasting opnemen.
Omdat eenPUR-voeg nietalshorizontale steunmagworden beschouwd, moetin
die gevallen deinlid 5van 5+5 genoemde koppelingwordenaangebracht. Deze
koppeling moetzoworden uitgevoerd datgeen verticale belasting vandevloer naar
de wand wordt overgedragen. Hiertoekunnen veerankers wordengebruikt.
b. Koppelankers opvloerhoogte
In
sommige gevallenkanhetnodig zijn hetdraagvermogen tenaanzien vande
windbelasting nogverder teverhogen. Ditkan worden bereiktdoorhetbuitenblad
op vloerhoogte aandebinnenconstructie tekoppelen (zieook lid6van 5+5). Deze
ook welalscontourverankering aangeduidekoppeling,magworden aangebracht in
de vloerranden ofin de direct aandevloer grenzende gedeeltenvanhetbinnenblad.
De koppeling magechter nietmeer dan
0,2
monder ofboven devloer worden gesi-
tueerd. Aisdekoppeling onderdevloer wordt aangebracht, moethetbinnenblad
dragend zijnofmoet hetbinnenblad inhorizontale zinaan devloer worden gekop-
peld. Indien dekoppelingen kunnenleidentoteen belangrijke belemmering vande
verticale vervorming vanhetbuitenblad, moetenbijvoorkeur ankerrails ofander-
soortige verbindingen dieinverticale zintlexibel zijn,worden toegepast.
c. Koppelankers bijbouwmuren
Ais bijdeberekening vandespouwmuur gebruikwordtgemaakt vandeinvloed van
horizontaal gesteundeverticalerandenvangevels moeteenzodanige koppeling
worden aangebracht, datdeinlid 7van 5+5. genoemde krachtenkunnenworden
overgebracht (ziefiguur
II).
koppelankers
Figuur
11
Koppelankers gevel-bouwmuur
d. Wisselstaven (ofglijankers)
In
situaties waarbijdedelen vaneenbuitenspouwblad terweerszijden vaneen dila-
tatievoeg verticaaltenopzichte vanelkaar kunnen verschuiven, kanhetnodig zijn
glijankers toetepassen. Hiertoemoeten
0,3
mlange ankers oponderlinge afstan-
den van
0,5
mworden ingemetseld. Aaneenzijde moet deankerstaaf zijnvoorzien
van eenomhulling omhetoverbrengen vanlangskrachten tevoorkomen.
CUR-Aanbeveling 71
8.4Ondersteuningen
Op basis vanconstructieve overwegingen moetenbinnenspouwbladen meteendikte van
lOO
mm opvloerranden overtenminste 75mm vanhetspouwblad gelijkmatig worden
ondersteund. Deafwijking vandeze maat, zoalsgecontroleerd inde uitvoering, magniet
meer bedragen dan
10
mm.
Toe/ichting:
In verband metdeuitvoerbaarheid vanbinnenspouwbladen vervaardigduitgelijmd kalkzandsteen meteendikte van
100 mm, moet ernaar worden gestreefd omtijdens deuitvoering vanditbinnenspouwblad opvloerranden tenmin-
ste 85mm vanhetspouwblad gelijkmatig teondersteunen.
CUR-Aanbeveling71
Titels vanvermelde normen
NEN 6720: 1995
NEN
2489: 1976
NEN 3835: 1991
NEN 3836: 1978
NEN 383T 1985
NEN 6702: 1991
NEN-EN 845-2:1992Ontw.
NEN-EN 845-3:1992Ontw.
NEN-EN 846-5:1992Ontw.
NEN
6790: 1991
NEN 702T 1973
NEN-EN 845-1:1992Ontw.
Normen
waarnainde Aanbeveling isverwezen
NEN 999:1977 HetInternationale StelselvanEenheden (SI)
NEN 1000: 1993 Regelsvoorhethanteren vanhetInternationale Stelselvan
Eenheden (SI)
Metselbaksteen
Mortels voormetselwerk vanstenen, blokken ofelementen
van baksteen, kalkzandsteen, betonengasbeton
Kalkzandstenen enkalkzandsteenblokken
Kalkzandsteenelementen
Technische grondslagen voorbouwconstructies. TGB1990.
Belastingen envervormingen (metwijzigingsblad AIvan mei
1997)
Technische grondslagen voorbouwconstructies TGBII990
Voorschriften Beton.Constructieve eisenenrekenmethoden (VBC
1990 (metwijzigingsblad AIvan mei 1997)
Steenconstructies TGB1990
Bouwblokken en-stenen vanbeton
Specificatie voorhulpstukken voormetselwerk -Deel I:Ankers.
stripankers, dragers,consoles enophanghoeken (Eng.)
Specificatie voorhulpstukken voormetselwerk -Deel 2:Lateien
Specificatie voorhulpstukken voormetselwerk (Eng.)
Beproevingsmethoden voorhulpstukken voormetselwerk -Deel 5:
Bepaling vandetreksterkte, dedruksterkte endestijfheid van
spouwankers (beproevingvaneen steenpaar) (Eng.)
NEN-EN 846-6:1992Ontw. Beproevingsmethoden voorhulpstukken voormetselwerk -Deel 6:
Bepaling vandetreksterkte, dedruksterkte endestijfheid van
spouwankers (eenzijdigebeproeving)
Steenconstructies. Eenvoudigeontwerpregels, gebaseerdop
NEN 6790
prEN 1015-01 t/m
20
Normen
terinformatie
NEN-EN 846-2:1992Ontw. Beproevingsmethoden
voorhulpstukken voormetselwerk -
Deel 2:Bepaling vandehechtsterkte vanlintvoegwapening inmor-
telvoegen (Eng.)
NEN-EN 846-}:1992Ontw. Beproevingsmethoden voorhulpstukken voormetselwerk-
Deel}: Bepaling vandeafschuifsterkte vanlassen inlintvoegwape-
ning (Eng.)
NEN-EN 846-4:1992Ontw. Beproevingsmethoden voorhulpstukken voormetselwerk -Deel +
Bepaling vandetreksterkte, dedruksterkte endestijfheid van
spouwankers (beproevingvandemuur). (Eng)
NEN-EN 846-T1992Ontw. Beproevingsmethoden voorhulpstukken voormetselwerk-
Deel
T
Bepaling vandeafschuifsterkte endestijfheid vanverstij-
vingsankers (beproevingvaneen steenpaar inmortelvoegen) (Eng.)
NEN-EN 846-8:1992Ontw. Beproevingsmethoden voorhulpstukken voormetselwerk -
Deel8: Bepaling vandesterkte enstijfheid v
Reacties