CUR-Aanbeveling 12\82:2018
Ontwerpen en verva\mardigen van
betonconstructies \mmet gebrui\fma\fing va\mn de doorgaande ster\fteo\mntwi\f\feling van beton
CUR-Aanbeveling 122_cov-CROW.indd 2 21-06-18 12:11
Over CROW
CROW bedenkt slimme en praktisc\fe oplossingen
voor vraagst\bkken over infrastr\bct\b\br, openbare r\bimte,
verkeer en vervoer in Nederland. Dat doen we samen
met externe professionals die kennis met elkaar delen
en toepasbaar maken voor de praktijk.
CROW is een onafhankelijke kennisorganisatie zonder
winstoogmerk die investeert in kennis voor n\b en in de
toekomst. Wij streven naar de beste oplossingen voor
vraagst\bkken van beleid tot en met be\feer in infrastr\bct\b\br,
openbare r\bimte, verkeer en vervoer en werk en veilig\feid.
Bovendien zijn wij experts op \fet gebied van aanbesteden
en contracteren.
Praktische kennis
direct toe\fasbaar
Colofon
CUR-Aanbeveling 122:2018
Ontwerpen en vervaardigen van betonconstr\bcties met
gebr\bikmaking van de doorgaande sterkteontwikkeling van
beton
Delft, j\bni 2018
\bitgave
CROW, Ede
artikeln\bmmer
AA122: 2018
projectmanager en rapporte\br
ing. M.J. van der Vliet
foto omslag
J\brjen Talsma
eindredactie
Samenspreken
dr\bk
Scanlaser bv, Zaandam
prod\bctie
CROW Media
bestellen
Deze \bitgave is via de webs\fop bij CROW te bestellen.
Zie voor de act\bele verkoopprijs www.crow.nl/s\fop
CUR-Aanbeveling 122_cov-CROW.indd 4 21-06-18 12:11
CUR-Aanbeveling 122:2018
Ontwerpen en vervaardigen van betonconstructies
met gebruikmaking van de doorgaande sterkte-
ontwikkeling van beton
Het bereiken van een sustainable ontwerp met voldoende
constructieve veiligheid op de lange duur
2
3
Inhoud
Voorwoord 5
1 Onderwerp en toepassingsgebied 7
1.1 Onderwerp 7
1.2 Toepassingsgebied 7
2 Specificatie van het beton 9
3 Constructieve aspecten 11
3.1 Algemeen 11
3.2 Bepaling van de rekenwaarde van de
betondruksterkte
11
3.3 Aanwijzingen voor het gebruik van
NEN-EN 1992-1-1 bij gebruik van de
doorgaande sterkteontwikkeling
11
4 Betontechnologische aspecten 15
4.1 Algemeen 15
4.2 Aanvullende eisen bij NEN-EN 206 Beton -
Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en
conformiteit
15
5 Uitvoeringsaspecten 17
5.1 Algemeen 17
5.2 Nabehandeling 17
5.3 Temperatuursinvloeden 17
6 Titels van vermelde normen 19
7 Literatuur 21
5
Eind 2012 is de Green Deal 'Verduurzaming beton-
keten' gesloten tussen de overheid en het MVO
Netwerk Beton, waarin 30 partijen (bedrijven en
brancheorganisaties) in de betonketen deelnemen.
Het doel van deze Green Deal is een 100% duurzame
betonketen in 2050, plus het zetten van concrete
stappen daartoe op korte termijn. In vervolg hierop
hebben in februari 2016 ruim 60 organisaties besloten
een nationaal Betonakkoord te sluiten. Dit akkoord is
eind 2017 gepubliceerd en vervolgens ondertekend
door een groot aantal opdrachtgevers en marktpartijen.
De ambitie van het Betonakkoord is 'een verder
dalende CO
2-uitstoot met als ondergrens 30% CO 2 ?
reductie in 2030 ten opzichte van 1990, en een intentie
tot 49% reductie in de keten'.
Een van de maatregelen om deze voorgenomen CO
2-
reductie te realiseren is het gebruikmaken van de door-
gaande sterkteontwikkeling van met name trage bind-
middelen. Voor bepaalde toepassingen kan dan met
minder bindmiddel worden volstaan. Een bijkomend
voordeel van het gebruikmaken van de doorgaande
sterkteontwikkeling van beton is dat scheurvorming in
de verhardingsfase wordt beperkt. Dit is met name een
voordeel bij constructies met massabeton.
SBRCURnet heeft in 2015 de Preadviescommissie
Beton (druk)sterkte na 91 dagen verharding ingesteld,
die begin 2016 adviseerde om hiervoor een CUR-
Aanbeveling op te stellen. Daarnaast kreeg de beton-
mortelindustrie het advies om de borging van de
sterkteontwikkeling aantoonbaar te maken binnen de
certificatieregeling.
Ten aanzien van dit laatste punt zijn gesprekken
gevoerd met vertegenwoordigers van de beton-
mortelsector en zijn in deze Aanbeveling richtlijnen
opgenomen voor het registreren van de benodigde
gegevens in een centrale database.
Deze CUR-Aanbeveling is bedoeld voor:
? constructeurs die in hun ontwerp de sustainability
willen optimaliseren en/of scheurvorming in verhar-
dend beton willen beperken;
? leveranciers van betonmortel, die de gevraagde
betonsterkte moeten leveren, aantonen en borgen;
? uitvoerende bouwbedrijven die een bijdrage willen
leveren aan sustainability of hun bouwplanning
willen optimaliseren. Deze publicatie werd opgesteld door Voorschriften-
commissie 2283 Beton met 91-daagse sterkte, die
bestond uit: Simon Wijte (voorzitter), René Albers, Leo
Dekker, Jan de Goede, Paul Minartz, Niels Punt, Angelo
Sarabèr, Henk Sliedrecht, Jurjen Talsma, Theo de Veer,
Edwin Vermeulen, Roland van de Weert en Martin van
der Vliet (coördinator).
De NEN-commissies 353 039 'Beton' en 351 001 09
'TGB-Betonconstructies' stemmen in met de inhoud van
deze CUR-Aanbeveling.
De publicatie is mede mogelijk gemaakt door financiële
bijdragen van Rijkswaterstaat, Cement&BetonCentrum,
SKKB, VOBN, BFBN, Orcem en Vliegasunie.
Voorwoord
6
7
Onderwerp en toepassingsgebied 1
1 .1 Onderwerp
Deze Aanbeveling bevat:
? richtlijnen voor onderzoek dat nodig is om de
doorgaande ontwikkeling van de betondruksterkte
van betonmengsels op een voldoende betrouwbare
wijze te kunnen beschrijven;
? richtlijnen voor de wijze waarop de ontwikkeling van
de betondruksterkte gedurende de tijd gebruikt kan
worden bij het ontwerpen van een betonconstructie
volgens NEN-EN 1992-1-1.
1.2 Toepassingsgebied
De Aanbeveling is van toepassing voor gewapende
betonconstructies, ontworpen volgens NEN-EN 1992-1-1,
die worden vervaardigd met beton dat voldoet aan
NEN-EN 206 en NEN 8005.
Toelichting
In principe kan bij alle bouwwerken gebruik worden
gemaakt van doorgaande sterkteontwikkeling. Er zijn
echter toepassingsgebieden die meer voor de hand
liggen, zoals constructies met massabeton en construc-
ties waarbij de druksterkte van beton slechts gedeelte-
lijk benut wordt. Verder vragen sommige toepassings-
gebieden op onderdelen extra aandacht (bijvoorbeeld
bij pons in puntvormig ondersteunde vloeren, of bij de
kans op beperking van de verwachte levensduur).
Bij significant op normaalkracht belaste constructies
(kolommen, wanden in hoogbouw, voorgespannen
liggers) wordt het gebruik maken van de doorgaande
sterkteontwikkeling ontraden.
Voor beton in vochtig milieu, met:
wbf >= 0,50 en
klinkergehalte van het bindmiddel < 25% (m/m)
kan het gebruik van de doorgaande sterkteontwikkeling
mogelijk leiden tot een beperking van de levensduur.
Deze mengsels zijn gevoeliger voor carbonatatie. Deze Aanbeveling is niet van toepassing bij de beoor-
deling van bestaande betonconstructies.
Deze Aanbeveling is niet van toepassing indien tegelij-
kertijd gebruik wordt gemaakt van een of meer van de
volgende CUR-Aanbevelingen:
? CUR-Aanbeveling 5:2013 Metselwerkpuingranulaat
als toeslagmateriaal voor beton
? CUR-Aanbeveling 39 Beton met grove lichte toeslag-
materialen
? CUR-Aanbeveling 80:2014 Beton met menggranula-
ten als grof toeslagmateriaal
? CUR-Aanbeveling 106:2014 Beton met fijne fracties
uit BSA-granulaten als fijn toeslagmateriaal
? CUR-Aanbeveling 112:2014 Beton met betongranu-
laat als grof toeslagmateriaal. Deze uitsluiting geldt
echter niet indien de vervanging van het grove
toeslagmateriaal door betongranulaat niet meer
bedraagt dan 50 % (V/V).
? CUR-Aanbeveling 116:2012 AEC-granulaat als toe-
slagmateriaal voor beton
Toelichting
Bij het opstellen van deze Aanbevelingen zijn de
gevolgen van het gebruik maken van de doorgaande
sterkteontwikkeling niet beschouwd.
Indien in deze CUR-Aanbeveling op bepaalde artikelen
van vermelde normen gedeeltelijk aanvullende en/
of afwijkende bepalingen worden gegeven, blijft de
rest van het artikel ongewijzigd van kracht. Indien op
bepaalde onderdelen van vermelde normen geen
aanvullende en/of afwijkende bepalingen worden
gegeven, gelden die onderdelen onverkort, rekening
houdend met het toepassingsgebied van deze CUR-
Aanbeveling. Waar in een artikel van vermelde normen
wordt verwezen naar een ander artikel in deze normen,
welke laatste is aangevuld en/of gewijzigd in deze
CUR-Aanbeveling, geldt bij doorverwijzing het gestelde
in het aangevulde en/of gewijzigde artikel van deze
CUR-Aanbeveling.
8
9
Specificatie van het beton 2
Van het beton, waarvan bij het constructief ontwerp
gebruik wordt gemaakt van de doorgaande sterkte-
ontwikkeling moeten de volgende eigenschappen zijn
gespecifieerd:
? f
ck de sterkteklasse, gebaseerd op de
28-daagse karakteristieke cilinder-
druksterkte;
? f
ck,i de karakteristieke cilinderdruksterkte
bepaald na i dagen verharding, waarbij
i > 28 dagen.
10
11
Constructieve aspecten 3
3 .1 Algemeen
Dit artikel is bedoeld om de constructeur in staat te
stellen om in de ontwerpfase op een constructief
verantwoorde manier gebruik te maken van de door-
gaande sterkteontwikkeling van beton.
De constructeur dient op de tekeningen en in de
berekening te vermelden dat gebruik wordt gemaakt
van de doorgaande sterkteontwikkeling. Hij dient zowel
de sterkteklasse aanduiding (gebaseerd op 28 daagse
betondruksterkte) als de waarde voor f
ck,i aan te geven.
3.2 Bepaling van de rekenwaarde
van de betondruksterkte
De rekenwaarde van de betondruksterkte f cd moet
bepaald zijn met de volgende vergelijking:
f
cd = ?cc,t · f ck,i / ?C
waarin:
f
cd is de rekenwaarde van de beton-
druksterkte
?cc,t is een coëfficiënt voor de lange-duur
effecten, gelijk aan 0,85 = k
t ?cc
fck,i is de karakteristieke cilinderdruksterkte
bepaald na i dagen verharding
?C is de partiële veiligheidsfactor voor beton,
gelijk aan 1,5
Toelichting
Dit is een uitwerking van 3.1.2 (4) van NEN-EN 1992-1-1,
waar de waarde voor
?cc bij gebruik van een beton-
druksterkte bepaald na 28 dagen gecorrigeerd moet
worden met een factor k
t gelijk aan 0,85. De achter-
grond hiervan is dat is aangenomen dat de sterkte-
ontwikkeling van het beton zich na 28 dagen voortzet
en bij conservatieve benadering na circa ½ jaar gelijk is
aan 1,15 maal de waarde bij 28 dagen.
3.3 Aanwijzingen voor het gebruik
van NEN-EN 1992-1-1 bij
gebruik van de doorgaande
sterkteontwikkeling
Hierna is voor relevante paragrafen van NEN-EN
1992-1-1 beschreven hoe met f
cd, fck en f ck,i moet
worden omgegaan.
OPMERKING
De druksterkteklasse aanduiding in de norm is gelijk
aan C f
ck/fck,cube . en beschrijft dus de eigenschappen
na 28 dagen verharding.
OPMERKING
Voor alle artikelen die hierna niet beschreven zijn geldt
dat voor de daar beschreven waarde voor f
ck ook daad-
werkelijk de karakteristieke waarde van de 28-daagse
cilinderdruksterkte moet worden aangehouden.
3.1.2 Sterkte
(3) In afwijking van het gestelde in tabel 3.1 moeten de
waarden voor f
cm, E cm en de beschreven stuikwaar-
den bepaald worden op basis van f
ck,i . De treksterktes
moeten bepaald worden op basis van f
ck.
(4) Bij gebruik van deze Aanbeveling is dit artikel niet
van toepassing.
(5) Vervang:
f
ck(t) = f ck voor t ? 28 dagen
door
f
ck(t) = f ck + (f ck,i ? f ck)(t ? 28)/(i ? 28)
voor t ? 28 dagen en t < i dagen
f
ck(t) = f ck,i voor t ? i dagen
(6) Bij gebruik van deze Aanbeveling is dit artikel niet
van toepassing.
3.1.6 Rekenwaarde van druk- en
treksterktes
(1) De rekenwaarde van de betondruksterkte is
gedefinieerd als:
zie 3.2 van deze Aanbeveling.
12
(2)
Toelichting
De treksterkte van het beton wordt niet verhoogd. Dit
vanwege het ontbreken van voldoende experimentele
resultaten.
3.1.7 Spanning-rekrelaties voor het
berekenen van dwarsdoorsneden
Lees waar f ck staat f ck,i .
3.1.9 Omsloten beton
Lees waar f ck staat f ck,i .
5.5 Lineair-elastische berekening met
beperkte herverdeling
Lees waar f ck staat f ck,i .
5.8.8 Methode gebaseerd op de nominale
kromming
Toelichting
De kruipeffecten zijn gebaseerd op f
ck.
6.1 Buiging met of zonder normaalkracht
Lees waar f ck staat f ck,i .
6.2.2 Elementen die geen berekende
dwarskrachtwapening vereisen
(dwarskrachtweerstand)
Lees waar f ck staat ?cc,t fck,i .
Toelichting
De weerstand van een constructie is hier gebaseerd
op de karakteristieke waarde van de betondruksterkte.
Daarbij is het uitgangspunt reeds dat de sterkte van het
beton zal toenemen in de tijd. Dit is gecorrigeerd door
middel van het gebruik van de factor 0,85.
6.2.3 Elementen die berekende dwars-
krachtwapening vereisen
Lees waar f ck staat ?cc,t fck,i .
6.4.4 Ponsweerstand van platen en
kolomvoeten zonder ponswapening
Lees waar f ck staat ?cc,t fck,i .
6.5.2 Drukstaven (vakwerkanalogie)
Lees waar f ck staat ?cc,t fck,i .
6.8.7 Toetsing van beton onder druk of
afschuiving (vermoeiing)
Bij toepassing van deze paragraaf mag geen rekening
worden gehouden met de verhoogde betondruksterkte
op een andere wijze dan reeds in het artikel in NEN-EN
1992-1-1 is beschreven.
7.2 Spanningsbeperking
Lees waar f ck staat f ck,i .
8.3 Toelaatbare doorndiameters voor
gebogen staven
(3) Vervang
'Voor de waarde van f
cd behoort geen grotere waarde
te zijn genomen dan die voor sterkteklasse C55/67.'
door
'Waarbij voor de waarde van f
cd geen grotere waarde
dan 37 N/mm² mag zijn gebruikt.'
9.2.2 Dwarskrachtwapening
Lees waar f ck staat f ck,i .
9.4.3 Ponswapening (detaillering platen)
Lees waar f ck staat f ck,i .
13
11 Betonconstructies met lichte
toeslagmaterialen
Bij toepassing van dit hoofdstuk mag geen rekening
worden gehouden met de verhoogde betondruksterkte.
Toelichting
Bij beton met lichte toeslagmaterialen is het mogelijk
dat de toename van de sterkte van het beton in de tijd
niet optreedt vanwege mogelijke bezwijkmechanismen
in het lichte toeslagmateriaal.
12.1 Ongewapende en lichtgewapende
betonconstructies
Lees waar f ck staat f ck,i .
14
15
Betontechnologische aspecten 4
4 .1 Algemeen
De leverancier van de betonmortel moet op basis van
onderzoek (metingen in het verleden) en de statistische
interpretatie ervan voorafgaand aan de bouwwerkzaam-
heden, kunnen aantonen dat het ontwerpuitgangspunt
? een bepaalde sterkte bij een ouderdom van i dagen ?
tijdens de uitvoering gerealiseerd kan worden.
Toelichting
Voor i wordt gebruikelijk 56 of 91 dagen gehanteerd.
Mogelijk kan ook voor 182 dagen worden gekozen.
4.2 Aanvullende eisen bij NEN-EN
206 Beton - Specificatie, eigen-
schappen, vervaardiging en
conformiteit
4.2.1
Basiseisen
Voor iedere mengselsamenstelling moeten soort, hoe-
veelheid, herkomst en samenstelling van bindmiddel en
vulstoffen worden vastgelegd, alsmede de waterbind-
middelfactor. Van het toeslagmateriaal moet worden
aangegeven: type, D
max en aard (gebroken of rond).
4.2.2 Bewaarprocedure proefstukken
Proefstukken die op een later tijdstip dan na 28 dagen
worden beproefd, moeten tot het tijdstip van beproeven
onder water worden bewaard.
4.2.3 Conformiteitscontrole voor beton op
prestatie-eisen
Voor de aanvangsproductie en de vervolgproductie
gelden de aantallen beproevingsresultaten zoals
genoemd in artikel 8.2.1.3.2 van NEN-EN 206. Deze
metingen moeten worden uitgevoerd op de specifieke
ouderdom waarvoor de vereiste sterkte moet worden
aangetoond.
Geschiktheidsonderzoek
Voor het geschiktheidsonderzoek dienen ten minste
15 monsters van afzonderlijke charges van ten minste
6 verschillende productiedagen te worden genomen. Bij wisselingen in de grondstofkeuze dient de leveran-
cier zich ervan te vergewissen dat het desbetreffende
mengsel nog steeds voldoet aan de eisen, ofwel op
basis van eigen waarnemingen ofwel op basis van
informatie van derden.
Productiecontrole
De frequentie van monsterneming en onderzoek van de
kubusdruksterkte na i dagen is gelijk aan de frequentie
van monsterneming en onderzoek van de kubusdruk -
sterkte na 28 dagen.
Bepaling standaardafwijking
Bepaal van zes achtereenvolgende metingen op het
tijdstip i de standaardafwijking s
i.
Bepaal de gecorrigeerde populatiestandaardafwijking ?
i
met:
?
i = de grootste waarde van:
?
28 · s i / s 28
en
?
28 · i / 28
waarin
?
28 is de daadwerkelijk gemeten standaardafwijking
bij continue productie (processtandaardafwijking)
s
i is de standaardafwijking van zes opeenvolgende
metingen na i dagen
s
28 is de standaardafwijking van zes opeenvolgende
metingen na 28 dagen
x? i is de gemiddelde waarde van zes opeenvolgende
metingen na i dagen
28 is de gemiddelde waarde van zes opeenvolgende
metingen na 28 dagen
Voortdurend moet worden getoetst of de gebruikte
schatting van de populatiestandaardafwijking ? niet te
veel afwijkt van de standaardafwijking over de laatste
zes meetwaarden. Hiervoor geldt de eis:
0,63 · ? < s
6 < 1,37 · ?
Bepaling karakteristieke cilinderdruksterkte f
ck,i na
i dagen verharding.
Bereken de gemiddelde kubusdruksterkte na i dagen
op basis van 15 waarnemingen f
cm,cube,i en bereken op
basis hiervan in combinatie met ?
i de karakteristieke
kubusdruksterkte na i dagen f
ck,cube,i :
f
ck,cube,i = f cm,cube,i ? 1,48 · ? i
waarin:
f
ck,cube,i is de karakteristieke kubusdruksterkte
bepaald na i dagen verharding
x? x?
x?
16
fcm,cube,i is de gemiddelde kubusdruksterkte
bepaald na i dagen verharding
?
i is de (gecorrigeerde) populatiestandaard-
afwijking na i dagen verharding
Uit f
ck,cube,i kan f ck,i worden bepaald op basis van onder-
staande tabel:
Minimale karakteristieke
cilinderdruksterkte f
ck,i
N/mm 2
Minimale karakteristieke
kubusdruksterkte f
ck,cube,i
N/mm 2
8 10
12 15
16 20
20 25
25 30
30 37
35 45
40 50
45 55
50 60
55 67
60 75
70 85
80 95
90 105
100 115
4.2.4 Verharding bij temperaturen hoger
dan 30 °C
Indien de uitvoering en de leverancier verwachten
dat gedurende de eerste 48 uur van de verharding
de kerntemperatuur van het beton hoger zal zijn dan
30 °C, moet de waarde van f
ck,i zijn bepaald op basis
van metingen aan kubussen die de eerste 48 uur bij
minimaal die maximaal verwachte kerntemperatuur zijn
bewaard.
Toelichting
De kerntemperatuur is van invloed op de sterkte-
ontwikkeling. Bij hogere kerntemperaturen verloopt de
sterkteontwikkeling in eerste instantie sneller, maar
kan de sterkte na i dagen lager zijn dan bij lagere
kerntemperaturen.
In plaats van alle benodigde proefstukken eerst 48 uur
te bewaren bij de te verwachten maximumtempera-
tuur is het ook toegestaan om een correctiefactor te
bepalen waarmee de meetwaarden na i dagen voor bij 20 °C bewaarde proefstukken (Z1 t/m Z15) worden
gecorrigeerd. Hiervoor dienen van één monster zes
proefstukken te worden vervaardigd, waarbij drie
proefstukken (X1 t/m X3) tot i dagen bij 20 °C worden
bewaard en de overige drie proefstukken (Y1 t/m Y3) de
eerste 48 uur bij de te verwachten maximumtempera-
tuur en vervolgens tot i dagen bij 20 °C. De correctie-
factor is het gemiddelde van de meetwaarden na i
dagen voor Y1 t/m Y3 gedeeld door het gemiddelde
van de meetwaarden na i dagen voor X1 t/m X3. De
correctie-factor mag niet groter zijn dan 1,0.
De bij 20 °C bepaalde meetwaarden na i dagen (Z1 t/m
Z15) dienen vervolgens te worden vermenigvuldigd met
de correctiefactor.
17
Uitvoeringsaspecten 5
5 .1 Algemeen
In deze paragraaf worden de maatregelen beschreven
die tijdens de uitvoering moeten worden genomen om
de gewenste en voorspelde sterkteontwikkeling van
beton mogelijk te maken.
5.2 Nabehandeling
In aanvulling op NEN-EN 13670 en de nationale annex
NEN 8670 gelden de volgende eisen:
Beton waarbij gebruik wordt gemaakt van de door-
gaande sterkteontwikkeling moet worden nabehandeld
tot de betondruksterkte in het oppervlak ten minste
70% van de 28-daagse kubusdruksterkte en 50% van
de i-daagse kubusdruksterkte bedraagt.
De uitvoeringsverantwoordelijke dient schriftelijk te
verklaren dat voldoende is nabehandeld.
Toelichting
Relatief traag verhardende mengsels dienen langer
nabehandeld te worden om een goede kwaliteit van de
buitenhuid te verkrijgen.
5.3 Temperatuursinvloeden
Als de uitvoeringsverantwoordelijke verwacht dat de
kerntemperatuur na het storten gelijk zou kunnen
worden aan de door de leverancier gespecificeerde
maximale kerntemperatuur, dient tot 48 uur na het
storten de kerntemperatuur te worden gemeten.
Als de kerntemperatuur de gespecificeerde waarde met
meer dan 5 °C overschrijdt, dient de ontstane situatie te
worden beoordeeld door de constructeur en de beton-
technoloog.
18
19
Titels van vermelde normen 6
NEN-EN 206-1 Beton ? Deel 1: Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit,
inclusief wijzigingsbladen A1:2004 en A2:2005
NEN-EN 13670 Het vervaardigen van betonconstructies
NEN 8670:2018 Ontw. Nl Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670: Het vervaardigen van beton-
constructies
NEN-EN 1992-1-1 Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies -
Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen
20
21
Literatuur 7
NEN 5970:2001 Bepaling van de druksterkte-ontwikke-
ling van jong beton op basis van de gewogen rijpheid
The pros and cons of specifying strength at 91 days, T A
Harrison, ERMCO
Preadvies Beton met 91-daagse sterkte, SBRCURnet,
2016
Hoe groot is de milieuwinst bij uitgestelde verharding
van 28 naar 91 dagen?, Betoniek, 2015-2
Strength development of mortars containing ground
granulated blast-furnace slag: Effect of curing tempera-
ture and determination of apparent activation energies,
Barnet e.a., Cement and Concrete Research, November
2005
22
Over CROW
CROW bedenkt slimme en praktisc\fe oplossingen
voor vraagst\bkken over infrastr\bct\b\br, openbare r\bimte,
verkeer en vervoer in Nederland. Dat doen we samen
met externe professionals die kennis met elkaar delen
en toepasbaar maken voor de praktijk.
CROW is een onafhankelijke kennisorganisatie zonder
winstoogmerk die investeert in kennis voor n\b en in de
toekomst. Wij streven naar de beste oplossingen voor
vraagst\bkken van beleid tot en met be\feer in infrastr\bct\b\br,
openbare r\bimte, verkeer en vervoer en werk en veilig\feid.
Bovendien zijn wij experts op \fet gebied van aanbesteden
en contracteren.
Praktische kennis
direct toe\fasbaar
Colofon
CUR-Aanbeveling 122:2018
Ontwerpen en vervaardigen van betonconstr\bcties met
gebr\bikmaking van de doorgaande sterkteontwikkeling van
beton
Delft, j\bni 2018
\bitgave
CROW, Ede
artikeln\bmmer
AA122: 2018
projectmanager en rapporte\br
ing. M.J. van der Vliet
foto omslag
J\brjen Talsma
eindredactie
Samenspreken
dr\bk
Scanlaser bv, Zaandam
prod\bctie
CROW Media
bestellen
Deze \bitgave is via de webs\fop bij CROW te bestellen.
Zie voor de act\bele verkoopprijs www.crow.nl/s\fop
CUR-Aanbeveling 122_cov-CROW.indd 4 21-06-18 12:11
CUR-Aanbeveling 12\82:2018
Ontwerpen en verva\mardigen van
betonconstructies \mmet gebrui\fma\fing va\mn de doorgaande ster\fteo\mntwi\f\feling van beton
CUR-Aanbeveling 122_cov-CROW.indd 2 21-06-18 12:11
Reacties