TERINZAGE
Civieltechnisch CentrumUitvoering ResearchenRegelgeving
Aanbeveling
45
KATHODISCHE BESCHERMINGVANWAPENING IN
BETONCONSTRUCTIES
Met hetpubliceren vandeze CUR-Aanbeveling wordtvoorzien inde behoefte aanregelge-
ving voor kathodische bescherming vanwapening inbetonconstructies.
Het uitgangspunt bijhet opstellen vandeze Aanbeveling isgeweest,dataandehand vaneen
inspectie isvastgesteld datbescherming noodzakelijkisom deduurzaamheid vandebe-
treffende betonconstructie teverzekeren.
Kathodische bescherming iseen vandemethoden ombeton tebeschermen tegenschade
als gevolg vancorrosie vandewapening.
De wapening inhet beton wordtverbonden metdeminpool vaneen spanningsbron. De
pluspool wordtverbonden meteengeleidend materiaaldatopofinhet tebeschermen be-
ton wordt aangebracht. Despanning wordtvervolgens zoingesteld datdecorrosie vande
wapening inhet beton nagenoeg volledigtotstilstand komt.
Toepassing vankathodische bescherming betekentdatbijschade dieisontstaan dooringe-
drongen chloride, geenchloridehoudend betonhoeftteworden verwijderd. Voistaankan
worden methetrepareren vanplaatsen metzichtbare betonschade.
Kathodische bescherming iseen controleerbare enbeheersbare beschermingvoorlange
tijd, waarbij hetgoed functioneren regelmatigmoetworden gecontroleerd. Kathodischebe-
scherming kanworden toegepast opconstructies waaraanreedsschade isontstaan door
corrosie vandewapening, ofals preventieve maatregelbijconstructies waarschade wordt
verwacht. Deze Aanbeveling isvan toepassing opconstructies ingewapend beton,waarin dewape-
ning bestaat uitbetonstaal.lndien (gespannen)voorspanstaal aanwezigis,moeten aanvul-
lende eisenworden gesteld aanhetsysteem omschade aanhetvoorspanstaal tevoorko-
men. Hettoepassen vankathodische bescherming opvoorgespannen constructiesisniet in
deze Aanbeveling geregeld.
Deze CUR-Aanbeveling isopgesteld doorCUR-onderzoekcommissie B47 'Kathodische be-
scherming vanbetonconstructies'.
De Aanbeveling isgoedgekeurd doordeAigemene Voorschriftencommissie 'Beton'.
Op moment vanpubliceren wasdesamenstelling vancommissie B47 alsvoigt:
dr.R.F.M.Bakker (voorzitter)
dr.ir.G.J.L. vanderWegen (secretaris, rapporteur)
ing.P.Boone
ing.L.Gilde
ir.G.J.Klok ir.P.C.Nuiten
dr.R.B.Polder
ir.P.A.M.Zuidgeest
ir.J.P.G.Mijnsbergen (coordinator)
WBuist (mentor)
De tekst voordeze Aanbeveling isopgesteld doordr.R.B.Polder enbewerkt doorir.C.A. van
der Steen.
Redactionele bijlagebijCement 1996nr.9(september)
INHOUD
1 Onderwerp
3
2
Toepassingsgebied
3
3
Termen
endefinities
3
4
Criteria
4
4.1
Bescherming,
depolarisatie
4
4.2
Duurzaamheid,
maximaleanodestroomdichtheid
5
5
Instrumenten
5
6
Onderzoek
aandeconstructie
5
7 Ontwerp
enmaterialen
6
7.1
Ontwerp
6
7.2
Beton
7
7.3
Wapening
7
7.4
Plaats
anodes
7
7.5
Materiaalkeuze
8
7.5.1
Anodesysteem
8
7.5.2
Mortels
8
7.5.3
Kabels,
aansluitpunten envoeding
9
7.6
Elektrisch
ontwerp
9
7.6.1
Voeding
9
7.6.2
Zones
10
7.6.3
Monitoringsysteem
11
7.6.4
Overige
onderdelen
11
7.7
Proefprojecten
11
8
Uitvoering
12
8.1
Aigemeen
12
8.2
Controle
envoorbehandeling ondergrond
12
8.3
Kortsluiting
13
8.4
Continu'lteitwapening
enverbindingen
13
8.5
Hechting
deklaag
13
9 Activeri
ngeninregeli ng
13
10 Keuring
encontrole
14
10.1
Stroomverdeli
ngover oppervlak
14
10.2
Bepaling
specifieke elektrische weerstand
14
10.2.1
Beton
14
10.2.2
Mortel
15
10.3
Kortsluiting
16
10.4
Continu'lteit
16
10.5
Spanningsval
17
10.6
Hechtingomhulling
17
11
Beheer
enonderhoud 17
12 Documentatie
18
Titels vanvermelde CUR-Aanbevelingen ennormen 18
Informatieve bijlage:Referentie-elektroden 19
Informatieve bijlage:Anodesystemen
20
2
1
2
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Onderwerp
Deze CUR-Aanbeveling geeftregels voorhetontwerpen, uitvoeren,controleren enonder-
houden vaninstallaties voorkathodische bescherming (KB)vanwapeningsstaal inbeton-
constructies inde buitenlucht doormiddel vaneen door eenstroombron opgelegdestroom
of spanning.
Toelichting
Systemen meteenopofferingsanode vallenbuiten dezeAanbeveling.
Toepassingsgebied Deze CUR-Aanbeveling isvan toepassingop betonconstructies waaraanschadeisontstaan
of schade wordtverwacht alsgevolg vanwapeningscorrosie, aldan nietveroorzaakt door
chloride inhet beton.
De Aanbeveling isniet vantoepassing opvoorgespannen betonconstructies.
Toelichting
Het toepassen vankathodische bescherming opvoorgespannen betonconstructies ismoge-
lijk, waarbij voorde installatie aanvullende eisengelden amnegatieve effectenopdevoorspan-
wapening tevoorkomen. Vanwegedebeperkte ervaringmetkathodische bescherming van
voorgespannen betonvaltdeze toepassing buitendezeAanbeveling.
Kathodische bescherming istoepasbaarop constructiesdiezijn vervaardigd metalleinNeder-
land gangbare cementen opbasis vanportlandcementklinker: GEMI(portlandcement),
GEMIIi/B ofGEM III/A(hoogovencement) enGEM II/B-V (portlandvliegascement). Voorhet
beschermen vanconstructies dievervaardigd zijnmet andere cementen, zoalsaluminium-
cement engesulfateerd cement,isonvoldoende ervaringbeschikbaar.
In plaats vandecoderingen volgensNEN3550:1995 (GEMI,IIof III) zal indeze Aanbeveling de
oude benaming wordengehanteerd (portlandcement, hoogovencementofportlandvliegas-
cement), waarmee echtersteeds decementen volgensNEN3550:1995 zijnbedoeld.
Indien vergaande sCheurvorming en/ofafdrukken vanbeton isopgetreden, moetdezeschade
eerst worden gerepareerd. Aandereparatiemortel moetenbijzondere eisenworden gesteldin
verband metdetoepassing vankathodische bescherming.
Kathodische bescherming wordtnietalleen aangebracht opde plaats metschade, maarover
het oppervlak vandeconstructie waarschade iste verwachten.
Termen endefinities
Kathodische bescherming: eenelektrochemische beschermingstechniek, waarbijeensys-
teem wordtge'lnstalleerd datdewapening beschermttegen corrosiedoormiddel vanhetop-
leggen vaneen negatieve spanningaandewapening.
Toelichting
Hierdoorwordt depotentiaal vandewapeningten opzichtevanhetomringende betonnegatie-
ver gemaakt, hetgeendecorrosiesnelheid zodanigverlaagtdat degewenste levensduurwordt
gehaald.
Kathode: dewapening vandeconstructie endeoverige daarinopgenomen metalendelen
die met denegatieve poolvandevoeding wordenverbonden.
Kathodereactie: eenchemische reductiereactie aanhetgrensvlak tussenkathode (wape-
ning) enbeton.
Anode: eenelektrode vaneen geleidend enniet ofnauwelijks aanoxydatie onderhevig ma-
teriaal, dieisverbonden metdepositieve poolvandevoeding enop het betonoppervlak ofin
het beton wordtaangebracht.
Toelichting
Vanuit deanode wordtviaeen elektrolyt (hetvocht inhet beton) debeschermstroom toege-
voerd aandewapening, waardoordepotentiaal vandewapening tenopzichte vanhetomrin-
gende betonnegatiever wordt.
Prima ireanode: devoorziening diezorgt voordeinvoer vandestroom inhet anodemate-
riaal.
3
3.6
3.7
3.8
3.9
Anodereactie:
eenchemische oxydatiereactie aanhetgrensvlak tussendeanode enhet
beton.
Kathodische stroomdichtheid: destroom perkathodeoppervlak, uitgedruktinmAjm2s'
Anodische stroomdichtheid: destroom peranodeoppervlak, uitgedruktinmAjm2
a'
Toelichting
De subscripts's' en'a'duiden opstaal, respectievelijk anode.
Voeding: eenapparaat dateen gelukstroom meteenlage spanning laatlopen vandeanode
naar dekathode.
Toelichting
Meestal bevatde voedingeentransformator eneen gelijkrichter diedenetspanning omzetten
in de gewenste laagspanning.
3.10 Klemspanning: despanning diestaat tussen deplus- enminpool vaneen stroombron.
3.11 Potentiaalvanhetstaal: hetspanningsverschil tussendewapening enhet omringende be-
ton, zoals dezewordt gemeten tenopzichte vaneen referentie-elektrode volgensdeAmeri-
kaanse normASTM C876.
3.12 Referentie-elektrode: eenelektrochemische celdie opofinhet beton wordtaangebracht en
waarmee depotentiaal vandewapeningten opzichtevanhetbeton kanworden gemeten.
3.13 Instant-offpotentiaal: depotentiaal gemetenopeen tudstip datvalttussen hetuitschakelen
van destroom eneen seconde daarna.
3.14 Depolarisatie:hetverschil inpotentiaal vandewapening tussendeinstant-off potentiaalen
de potentiaal enkeleurentoteen daglater (ziefig.7).
Toelichting
De depolarisatie iseen maat voordebescherming vandewapening tegencorrosie.
3.15
3.16
3.17 Kortsluiting:
eenmetallisch contacttussendeanode endewapening.
Toelichting
Bij kortsluiting looptdebeschermstroom doordemetallische verbinding,waardoordebe-
scherming tenminste inde directe omgeving verlorengaatofsterk vermindert.
Pad met eenlage weerstand: eenplaats waardeweerstand tussenanodeenkathode veel
lager isdan inde omgeving, maarwaargeen metallisch contactbestaat.
Veld: eendeel vandetebeschermen constructiewaarvandeanodes inde uitvoeringsfase
elektrisch gescheiden ZUnvan derest vandeinstallatie.
Toelichting
Afzonderlijke veldenworden voordeactivering samengevoegd toteen zone doorzeaan elkaar
te koppel en.
4
3.18
Zone:eendeel vandetebeschermen constructiewaarvandebescherming inde bedrufsfa-
se afzonderluk wordtgeregeld engecontroleerd.
4 Criteria
4.1 Bescherming,depolarisatie
Voor elkezone moet derekenkundig gemiddeldedepolarisatie tussenhetuitzetten vande
stroom (instant-off) eneen tUdstip tenminste 4en ten hoogste
24
uur later, groter ZUndan
100 mV.Degemeten depolarisatie voorelkeindividuele referentie-elektrode moettenmin-
ste
80
mV bedragen enmag tenhoogste
250
mVzUn.
4.2
5
6
Deze
eisen gelden vanafhetactiveren vandeinstallatie totaan heteinde vandelevensduur
van debetonconstructie.
Indien dedepolarisatie vantenminste eenreferentie-elektrode meerdan100 mVafwijkt
van hetgemiddelde, moetnader onderzoek plaatshebben naardeoorzaak.
Het voldoen aandeze eisen moettenminste tweemaal perjaar worden gecontroleerd. Het
aantal meettijdstippen ineen depolarisatiemeting moettenminste vierbedragen.
Toe/ichting
Te hoge depolarisatie duidtopoverbescherming. Vanoverbescherming kansprake zijnindien
de depolarisatie meerisdan 250 mV.
Een grate afwijking vanindividuele waarnemingen kanwijzen opeen defect vandereferentie-
elektrade, oplokale over-ofonderbescherming ofop een defecte aansluiting.
Duurzaamheid, maximaIeanodestroomdichtheid
De maximale anodestroomdichtheid bedraagtvooreenopkoolstof gebaseerd anodesys-
teem 20mA/m
2
aen voor eenopgeactiveerd titaniumgebaseerd anodesysteem 100
mA/m
2
a'
tenzij deleverancier andersaangeeft.
De maximale anodestroomdichtheid magnietworden overschreden gedurendedegehele
resterende levensduur vandeconstructie, vanafhetactiveren vandeinstallatie.
Toelichting
Het beperken vandemaximale anodestroomdichtheid isvan belang voordelevensduur van
het anodemateriaal endaarmee vandekathodische bescherming. Bijde opgegeven straom-
dichtheid isonder normale omstandigheden gedurendetenminste 10jaar geen groot onder-
houd noodzakelijk. Welzijnperiodieke controlesvereist(zie11).
Instrumenten Een (wisselstroom )weerstandsmeter mageenonnauwkeurigheid hebbenvantenhoogste
0,1 Qinhet meetbereik 0-100 Qen 100 Qinhet meetbereik 0-100 kQ.
De frequentie moet50-1000 Hzbedragen.
Een (gelijkspanning) spanningsmeter moeteeningangsweerstand hebbenvantenminste
10 MQ enmag eenonnauwkeurigheid bezittenvantenhoogste 1mV inhet meetbereik
o -
1 Ven 10mV inhet meetbereik 0-10 V.
Een (gelijkstroom) stroommetermageenonnauwkeurigheid hebbenvantenhoogste
0,1 mAinhet meetbereik 0-100 mAen1mA inhet meetbereik 0-1 A.
Onderzoek aandeconstructie
Voordat eenkathodische beschermingsinstallatie wordtontworpen enaangebracht, moet
een onderzoek aandebetonconstructie plaatshebben.
Sij het onderzoek moetnaast dossieronderzoek naarhistorische informatieeenrepresen-
tatief beeldworden verkregen van:
? de opbouw vandebetonconstructie (grootteentype onderdelen ofelementen);
? aanwezige scheurvorming, delaminatieenlosse delen;
? aanwezige betondekking, ligging,maaswijdte enmiddellijn vandewapening;
? de carbonatatiediepte;
? het chloridegehalte, alsfunctie vandediepte;
? de elektrische weerstandvanhetbeton;
? de corrosietoestand vandewapening endemate vanaantasting (visueel),eventueel aan-
gevuld metpotentiaalmetingen;
? de elektrische continuneit vandewapening;
? de aanwezigheid vanoude reparaties, coatings,hydrofoberingen eninjecties endaarbij ge-
bruikte typenmortel, primers, verflagen, hydrofobeermiddelen eninjectiemiddelen;
? de vochtbelasting endevochtverdeling overdeconstructie;
? de aanwezigheid vaningestorte metalendelen,lOalshemelwaterdoorvoeren, schroefhul-
zen, ankers enbevestigingen vanhekwerken.
Toelichting
Het onderzoek bevatonderdelen vaneen normale inspectie inverband metbetonschade en
aanvullend eenaantal voorkathodische bescherming belangrijkeelementen. Specifiekeas-
5
77.1
b
Figuur 1
Plaatsing anodeafhankelijk vangeometrie
en wapening
a.
Eenvoudige geometrie:anodeaanboven
of onderzijde
b. Ingewikkelde geometrie:anodeaantwee
of
meer zijden
of
inhet midden
6
pecten
vandetebeschermen constructiekunnenvandoorslaggevend belangzijnvoor het
goed functioneren vandeinstallatie endaarmee voordekosten. Daarom moetdevoor katho-
dische bescherming relevanteinformatie voorafworden verkregen,zodathiermee reedsbijhet
ontwerp rekening kanworden gehouden.
Niet alleen degemiddelde waardeperbouwdeel isvan belang, ookdeuiterste waarden.ln het
bijzonder geldtditvoor dedekking opde wapening envoor devochtbelasting.
Het isvan belang vasttestellen ofhet chloride isingedrongen ofingemengd.
Bij zeer natte betonconstructies metportland cementmoetdegevoeligheid voordealkali-si-
licareactie (ASR)vanhetbeton worden beoordeeld volgensCUR-Aanbeveling40.lndien het
beton gevoelig isvoor ASR, moet debeslissing kathodische beschermingtoe tepassen wor-
den heroverwogen. Bijtwijfel kaninzulke gevallen doormiddel vanproeven wordenonder-
zocht ofergevaar bestaat voorASRbijtoepassing vankathodische bescherming.
Toelichting
Door hetlopen vandestroom worden denatrium- enkaliumionen (alkali-ionen) naardewape-
ning toegevoerd. Indienhettoeslagmateriaal reactiefis,kan hierdoor hetalkaligehalte boven
de kritische waardekomenteliggen enkan ASR-schade ontstaan.
Gecontroleerd moetworden of
in
de nabijheid vandeaan tebrengen kathodische bescher-
ming gelijkstroombronnen aanwezigzijndiedewerking negatief kunnenbeYnvloeden ofdat
de aan teleggen instaliatie dewerking vanreeds aanwezige installaties zalbeYnvloeden.
In
voorkomende gevalienmoetnaderworden onderzochtmetwelke maatregelen ongewenste
effecten zijntevoorkomen.
Toelichting
Gedacht kanworden aanbijvoorbeeld aanwezigekathodische bescherming vanleidingen of
gelijkstroomtractie.
Ontwerp enmaterialen
Onderscheid wordtgemaakt tusseneisenenrichtwaarden. Eisenrichten zichopdegewens-
te prestatie enop deduurzaamheid vanhetsysteem. Richtwaarden gevenaanwaarop moet
worden geletomdeeisen tekunnen realiseren.
On twerp
Het ontwerp vaneen kathodisch beschermingssysteem moetzodanig vanaard zijn,datde
beschermstroom permanent,opbetrouwbare wijzeen
in
voldoende matenaardetebe-
schermen wapeningvloeit.
Plaatselijke onder-ofoverbescherming moetworden voorkomen.
Toelichting
Onderbescherming kanertoe leiden datlokaal tochcorrosieschade ontstaat.Overbescher-
mingvermindertonnodigde levensduurvanhetanodemateriaal endaarmeevan degeheleka-
thodische bescherming.
Een ontwerp moetduidelijkheid gevenover:
? de plaatsing vandeanode(s) tenopzichte vandedoorsnede;
? de tegebruiken materialen, lOalsanode enreparatiemortel;
? het elektrisch ontwerp,zoalscircuit, voeding, zonering enmonitoring;
? de werkwijzen (uitvoeringsaspecten);
? de wenselijkheid vaneen eventuele proefprojectfase.
Bij het ontwerp moetendeaangegeven richtwaarden
in
beschouwing wordengenomen.
Over- ofonderschrijden vanderichtwaarden vermindertdebetrouwbaarheid vanhetsys-
teem. Bij het over- ofonderschrijden vanderichtwaarden ofeisen moethetontwerp wordenaange-
past, bijvoorbeeld doorhetsysteem optedelen
in
meer zones, ofdoor eenander anodesys-
teem tekiezen.
R
2
/R
1
<
5
waarin:
'R?)
I
R
1
isde weerstand tussendeanode endeeerste laagwapening gezienvanafdeanode,
inQ;
R
2 isde weerstand tussendeanode endetweede laagwapeninggezien vanafdeanode,
in
Q.
7.2
7.3
7.4
Figuur 2
Meten aanboorkern inhet laboratorium ter
bepaling vandestroomverdeling Toelichting
Het voldoen aanderichtwaarden kansoms pasinde uitvoeringsfase ofbU de activering daad-
werkeluk wordenvastgesteld.
Sij het antwerp moetaandacht wordengeschonken aandegewenste levensduur, hetge-
bruik, hetuiterlijk endeuitvoering.
Beton Het beton maggeen scheuren bevattendiedewerking vandekathodische bescherming na-
delig be'invloeden. Eerderuitgevoerde reparatiesmogengeenbelemmering vormenvoor
het goed functioneren vandekathodische bescherming.
Indien eraanwijzingen bestaandathetbetonoppervlak isvoorzien vaneen afwerking diede
stoomdoorgang belemmert,moetworden nagegaan ofcorrigerende maatregelennoodza-
kelijk zijn.
Toelichting
Scheuren inhet beton, loodrecht ophet oppervlak, ZUnaanleiding totpaden metlage weer-
stand. Evenwijdige scheuren(delaminatie) resulterenineen hoge weerstand.
Kunstharsgebonden mortelsgeleiden geenstroom. Wapening ineen kunstharsgebonden
mortel ontvangt dusgeen kathodische bescherming.
Het realiseren vanvoldoende bescherming vandewapening kanbetekenen datoude repara-
ties met kunstharsgebonden mortelsmoetenwordenverwuderd,
Ais het betonoppervlak eenafwerking bezitdieeen belemmering vormtvoordestroomdoor-
gang, zoalseenhydrofobering, kanhetbijeen oppervlakte-bedekkende anodenoodzakelijk
zun deslecht geleidende laagteverwijderen,
Wapening
AIIete beschermen wapeningmoetmetallisch contactmakeneninverbindingstaan metde
minpool vandegelijkstroombron (voeding).Deweerstand tussentweeverschillende wape-
ningsstaven opmeer dan1meter afstand vanelkaar, magalsrichtwaarde tenhoogste 1
Q
bedragen.
P/aats anodes
De anode moetzodanig wordenaangebracht datdestroom metname bijde corroderende
wapening komt.Hierbij moetrekening wordengehouden metderuimtelijk verdeling vanhet
aanwezige chloride(ofdecarbonatatie) ende ligging vandewapening.
Indien eenlaag wapening (eenwapeningsnet) inde doorsnede aanwezigis,kan een goede
stroomverdeling wordenbereiktmeteenanode dieopeen zijde vanhetbetreffende bouw-
deel isaangebracht. Indienmeerlagen wapening inde doorsnede aanwezigzijn,moet wor-
den nagegaan ofeen goede stroomverdeling zalontstaan bijde beoogde plaatsing vande
anode, zoalsbijvoorbeeld eenzijdig,tweezijdig ofinde doorsnede (fig.1).
Ais aile wapening ineen doorsnede moetworden beschermd, zoalsbijvoorbeeld bijinge-
mengd chloride, moetdeverhouding inweerstand tussenanodeeneerste laagwapening en
anode entweede laagwapening wordenberekend uitde respectievelijke afstandentotde
anode enworden getoetst aanderichtwaarde.
In geval vantwijfel moetdeweerstandsverhouding tussendeverschillende lagenwapening
worden gemeten aaneenboorkern (fig.2).
Ais richtwaarde voordestroomverdeling ineen doorsnede geldt:
Toelichting Destroomverdeling inde doorsnede tussendeeerste entweede laagwapening gezienvanuit
de anode, buvoorbeeld deonder- enbovenwapening ineen plaat, kanniet inhet werk worden
bepaald omdatdewapening meestalcontinuis.
In beton metportlandcement isde stroomverdeling naarverwachting relatiefgelukmatig tot
dieptes van150 mm.ln constructies methoogovencementen anderecementsoorten meteen
7
8
7.5
7.5.1
7.5.2
hoge
elektrische weerstand. zoalsportlandvliegascement, zaldetweede laagwapening aanzienlUk
minder stroom ontvangen dandeeerste laag.Globaal zalinbeton meteenhoge specifieke weerstand
de stroomverdeling evenredigzUnaandeafstand tussendeanode ende eerste ende anode endetwee-
de laag wapening.
Indien beidelagenwapening inbeton meteenhoge weerstand moetenwordenbeschermd ende anode
eenzUdig wordtgeplaatst, zUnmetingen inhet laboratorium aanteraden, uittevoeren aanboorkernen
uit de constructie (ofandere proefstukken metvergelUkbare eigenschappen). Deverschillende delen
van dewapening moetenhierinvanelkaar worden gersoleerd.
Materiaalkeuze
Anodesysteem Het anodesysteem moet:
? een gelijkmatige stroomverdeling totgevolg hebben;
? mechanisch enelektrisch duurzaam zijn;
? leiden toteen acceptabele massaverhoging;
? leiden toteen acceptabele veranderingvanhetuiterlijk vandeconstructie.
De stroomverdeling binneneenanode moetzodanig zijn,datdespanningsval tussenhet
anodeoppervlak nabijdeprimaire anodeenhet anodeoppervlak opeen zogroot mogelijke
afstand daarvandaan, beperktis.De spanningsval magnietmeer bedragen dantenhoog-
ste 10% vandeklemspanning.
Toelichting
Het anodesysteem bestaatuithetelektro-actieve anodemateriaalende eventueel benodigde
omhulling (deklaag), plusdevoorzieningvoorde invoervandestroom inhetanodemateriaal.
Er bestaan verschillende typenanodesysternen, diezUn onderte verdelen opbasis vandegeo-
metrie ofop basis vanhetelektro-actieve materiaal(ziedeinformatieve bUlage).
De capaciteitvan eenanodesysteem wordtmeestaldoordeleverancieraangegeven intermen
van maxirnale stroomdichtheid vandeanode. Hiermee wordtbeoogd eengoede duurzaam-
heid tebewerkstelligen. Opkoolstof gebaseerde systemenhebbeneenlagere maximale
stroomdichtheid danoptitanium gebaseerde systemen.
Bij geleidende coatingswordtdoorde leveranciermeestaleenmaxima Ieafstand tussendepri-
maire anoden aangegeven. Dezeisin de orde vaneen tottwee meter.
Ook bijtitaniumsystemen wordtdoordeleverancier vaakeenmaxima Ieafstand aangegeven
tussen depunten waardestroom wordtingevoerd. Dezekanenkele meters bedragen.
Het uiterlijk vandeconstructieverandertovereenkomstig hetgeometrischetypevandeanode.
Een deklaag alsomhulling vaneen gaasanode leidttothet opdikken vandeconstructie. Een
geleidende coatingiszwartdoorde koolstoftoevoeging enwordt daarom vaakovergeschilderd
met eencosmetische deklaag.Eisenaanhetuiterlijk worden hiernietnader uitgewerkt.
Mortels
Mortels voordeomhulling vandeanode, zoalseendeklaag, vullingvansleuven ofinjectie
van boorgaten enmortels voorreparatie vanopengehakte plaatseninverband metbijvoor-
beeld losseschollen, delaminaties ofplaatsing vanreferentie-elektroden, moetenvoldoen
aan CUR-Aanbeveling 11of21.
In
verband methettoepassen inkathodische bescher-
mingssystemen wordendevolgende aanvullende eisengesteld:
a. de mortel moetvoldoende duurzaamzijn;
b. de elektrische weerstandvandemortel moetIiggen tussen 0,5en2maal hetberekende
gemiddelde, ofde teverwachten weerstandvanhetbeton.
Toelichting
Cementgebonden reparatiemortelsbevattenvoldoende cementomweerstand tebieden te-
gen schade doordezuurproductie alsgevolg vandeanodereactie.
Omdat kunstharsgebonden mortelseenzeer hoge weerstand hebben,zijnzijnietgeschikt. Mi-
nerale toevoegingen alssilicafume kunnendeweerstand vancementgebonden rnortelssterk
verhogen. Cementgebonden, polymeergemodificeerde (pee)mortels kunnenookeen hoge
weerstand hebben.Binnendepcc-mortels bestaateengrote variatie inde specifieke weer-
stand, medeafhankelijk vanhettype engehalte aanpolymeer enandere toevoegingen. Hetis
echter ookmogelijk dateen mortel eenlagere weerstand heeftdandeconstructie, bijvoor-
beeld eenongemodificeerde mortelopbasis vanportland cementineen betonconstructie met
hoogovencement.
Tabe/1
G/oba/e richtwaarden voordespecifieke
elektrische weerstandvangrindbeton inbe-
staande constructies (ouderdom
>
10
jaar).
De omstandigheden tussenrechtehaken
zijn deovereenkomstige /aboratoriumklima-
ten milieu
zeer nat,onder water,
spatzone [vochtkamer]
buiten inweer enwind specifiekeelektrische
weerstand
Pbeton
{Q
m)
PQrtlandcement(CEM I)
I
hoogovencement (CEMHI/B)
50 -200
I
300 -lQOO
buiten beschut,
gecoat [20°Cj80% RV]
niet gecarbonateerd
idem, gecarbonateerd
binnenklimaat
(gecarbonateerd), [20 °Cj50% RV] 200
-500
1000 enhoger
3000 enhoger 1000-4000
2000 -6000 enhoger
4000 -10000 enhoger
De geschiktheid vaneen mortel voortoepassing bijkathodische bescherming, moetvooraf
worden bepaald. Ditkan door despecifieke weerstand vandemortel tevergelijken metde
specifieke weerstand vanhetbeton vandeconstructie oftevergelijken metglobale, uitproe-
yen verkregen richtwaarden. Bijde elektrische weerstandvanbeton moetalttid rekeningwor-
den gehouden meteenvrijgrate spreiding binneneenconstructie enzelfs binnen eenbouw-
deel, onder meerdoordeinhomogeniteit vanhetbeton.
Tabell geeftglobale richtwaardenvoordespecifieke weerstand vangrindbeton inbestaan-
de constructies, diezijn verkregen uitlaboratoriumproeven enmetingen inde prakttik.
7.5.3 Kabels,aansluitpunten envoeding
Kabels enverbindingen moetenvolledigzijngeYsoleerd enwaterdicht zijnafgewerkt.
Toelichting
Kabels enverbindingen inhet anodecircuit zijngevoeligvoorversnelde corrosieindiencontact
optreedt tussenhetmetaal vandekabel enhet beton.
Bij contactpunten opdewapening moetroestgoedworden verwijderd, moetendegelijke
klemmen wordengebruikt ofmoet eenlasverbinding wordengemaakt.
De weerstand vaneenverbinding, gemetenbijde uitvoering, moetbeperkt zijn.Aisricht-
waarde geldteenweerstand vantenhoogste 1
Q.
De voeding moetveiligenduurzaam zijnenvoldoen aandebetreffende Nederlandse nor-
men (NEN 1010) ofvergelijkbare buitenlandsenormen,alsmede afdoende zijnbeschermd
tegen (indirecte) schadedoorblikseminslag.
De kast waarin devoeding zichbevindt moetdegelijk zijnenworden beschermd tegenbe-
schadiging eninwateren (spatwater). Voorkabelgoten ofbuizen waarin deleidingen worden
weggewerkt, moetdeugdelijk materiaalwordengebruikt, dattegen weerenwind bestand
moet zijn.Tevens moeten leidingen tegenvandalisme wordenbeschermd.
7.6 Elektrischontwerp
Het elektrisch ontwerpvandeinstallatie moetingaan op:
? de capaciteit vandeonderdelen;
? de algehele opzetvan hetkathodische beschermingssysteem, zoalsdeindelinginzones;
? het aantal, hettype ende plaatsing vandereferentie-elektroden voorcontrole vandebe-
scherming.
7.6.1 Voeding
De capaciteit vandevoeding moetvoorelkezone voldoende zijnomdemaximaal benodig-
de beschermstroom televeren, gerekend overhettotale staaloppervlak vandetebescher-
men wapening enoverige onderdelen.
9
10
7.6.2
Ais
richtwaarde voordemaximale stroomdichtheid moetvoorrelatief drogeconstructies 20
mA/m2s
wordengehanteerd. Voorzeer natte enrelatief veelchloride bevattende construc-
ties geldt alsrichtwaarde 50
mA/m2s'
Toelichting
De daadwerkelijk benodigdebeschermstroom kansterk uiteenlopen, afhankelijkvanhettype
constructie endevochtbelasting. Inde tehanteren maximaIewaarde moeteenflinke reserve
worden ingebouwd. Voorconstructies diegeen hogevochtbelasting ondergaan,kaninnormaal
bedrijf worden gerekend opeen stroomdichtheid vancirca 5
mA/m
2
S'
Indien dehoeveelheid
staal onbekend is,moet dezeworden geschat opgrond vanhettype constructie.
De richtwaarde voordebenodigde capaciteitvoordevoeding wordtberekend uithet staalop-
pervlak maaldemaximale stroomdichtheid.
De spanning dienodig isom degewenste stroomtelaten lopen varieertvan 2tot20 V.De span-
ning wordt bepaald doorhettype anode(materiaal) envooral doordeelektrische weerstand
van hetbeton. Drogeconstructies behoevenbijoverigens gelijkeomstandigheden eenhogere
spanning dannatte. Ditgeldt evenzeer voorhoogoven- versusportlandcementbeton.
Het ontwerp moetaangeven ofde voeding functioneert opbasis vanconstante stroom
(stroomgestuurd systeem),waarbijinde regel eenmaximale spanninginacht wordt geno-
men, ofop basis vanconstante spanning(spanningsgestuurd systeem),waarbijmeestal
een begrenzing inde maximale stroomwordtaangehouden.
Ten behoeve vandepolarisatiemetingen moetdevoeding zijnvoorzien vaneen schakelaar
voor hetonderbreken vandestroom inhet laagspanningscircuit vanelke zone. Devoeding
moetvoorelke zonezijnvoorzien vanaansluitingen voorhetmeten vandeafgegeven stroom
en de spanning. Aileaansluitingen moetenduidelijk zijngemerkt.
Zones Het tebeschermen oppervlakmoetzonodig inmeer zones worden verdeeld opbasis vante
verwachten verschilleninstroombehoefte ofstroomgeleiding vanverschillende construc-
tieonderdelen.
Toelichting
Verschillen kunnenwordenveroorzaakt doorvariatie in:
? vochtbelasting ofvochttoetreding;
? cementsoort ofbetonsterkteklasse;
? chloridegehalte ofzuurstoftoetreding (doordeaanwezigheid vaneen coating).
Maatgevend bijverschillen instroomgeleiding isde elektrische weerstandvanhetbeton .
De binnen eenzone gemeten weerstanden tussenhetbetonoppervlak endetebescher-
men wapening, moetenIiggentussen 0,5en2maal degemiddelde weerstand.Isde variatie
groter, danmoeten delenmetgelijksoortige weerstandbijelkaar ineen zone worden ge-
plaatst.
Toelichting
Coatings enandere oppervlaktebehandelingen (hydrofoberen)dieworden aangebracht als
onderdeel vanhetherstel, werkenopdewat langere duurnivellerend opverschillen inweer-
stand voorzover deverschillen zijnveroorzaakt doorvariaties invochtbelasting.
Sij verschillen instroombehoefte, bijvoorbeelddoor(grote) verschillen inchloridegehalten,
moet proefondervindelijk wordenbepaald ofaan decriteria in4wordt voldaan alseen zone
wordt aangehouden.
Een zone magnietgroter zijndan 500 m
2.
Elke zone moet apart regelbaar tezijn.
Toelichting
Het apart regelbaar zijnwordt bereikt doorvolledige galvanische scheidingvandevoedingen
van aparte zones, ofdo ore enregelbare weerstand vanvoldoende vermogenenduurzaamheid
in serie teschakelen metelke zone.
Een zone groter dan500 m
2
istoegestaan alsopgrond vanhomogeniteit invochtbelasting
(weerstand) engeometrie, alsmedevanuitonderhouds- enbeheersbeleid wordtaangetoond
dat aan deoverige eisenwordt voldaan.
7.6.3
7.6.4
7.7
Monitoringsysteem
Een monitoringsysteem waarmeekanworden gecontroleerd ofaan decriteria in4wordtvol-
daan gedurende degebruiksperiode, moetonderdeel zijnvan een installatie voorkathodi-
sche bescherming.
Toelichting
Een monitoringsysteem bestaatuitreferentie-elektroden ende bUbehorende bekabelingen
contactpunten. Inhet ontwerp wordthettype, hetaantal ende globale plaatsvandereferen-
tie-elektroden aangegevenentevens dewUze vanaanbrengen, alsmedebUvoorbeeld hettype
mortel waarin dereferentie-elektroden wordengeplaatst.
Er bestaan verschillende typenreferentie-elektroden (zieinformatieve bijlage),meteenuit-
eenlopende duurzaamheid enstabiliteit opdelangere termUn. ErzUn nog geen typen bekend
die een bewezen levensduur hebbenvantenminste 10jaar.
Referentie-elektroden moetenv66rhetinbouwen wordenbeproefd opeen correcte poten-
tiaalaanwijzing volgensvoorschrift vandeleverancier.
In elke zone moet tenminste eenreferentie-elektrode per100 m
2
betonoppervlak worden
toegepast. Perconstructie moetentenminste driereferentie-elektroden wordenaange-
bracht. Indienverschillende soortenbouwdelen ineen zone worden geplaatst, bijvoorbeeld
kolommen enbalkonplaten, moetperzone inelk bouwdeel tenminste eenreferentie-elek-
trode worden aangebracht.
De referentie-elektroden moetenwordeningebouwd nabijdemeest actief-corroderende
wapening, eventueelinmortel meteenhoog chloridegehalte.
Toelichting
De referentie-elektroden gevendoorhetplaatsen bUde meest actief-corroderende wapening.
de mate vanbescherming aanvandeslechtste plaatsenbinnendeconstructie. Indienhet
staal daarisbeschermd, zalhet overal elders ookzUnbeschermd.
Er zijn aanwUzingen dateen tekorte afstand tussendereferentie-elektrode endeanode leidt
tot onjuiste meetresultaten. Aanbevolenwordtdereferentie-elektrode inieder geval opgelUke
diepte aantebrengen alsdetebeschermen wapening.
Een referentie-elektrode geplaatstnaasteenlas,met name ineen ander metaal zoalseenko-
peren smeltlas, kandemeting negatief be"lnvloeden. Aanbevolenwordteenafstand vanten
minste 200mmaantehouden tussendereferentie-elektrode ende las.
Overige onderdelen
Kabels, inclusief eventuele verbindingen enkoppelingen, moetendestroom gelijkmatig ver-
delen. Dedoorsnede moetzoworden gekozen, datdespanningsval overdekabellengte ten
hoogste 5%bedraagt vandeklemspanning. Eengrotere spanningsval isalleen toegestaan
als maatregelen wordengenomen dieertoe leiden, datterplaatse vandeaansluiting vande
kabels opde anode dejuiste klemspanning aanwezigis.
Het aantal kabels inhet anode- eninhet wapeningscircuit moetperzone tenminste twee
bedragen. Hetaantal aansluitingen inhet anode ofwapeningscircuit moettenminste twee
per veld bedragen.
Toelichting
Op deze wUzewordt voorkomen datwanneer ?enaansluiting uitvaltdoorbUvoorbeeld kabel-
breuk. degehele zonestroomloos wordt.
De kabels inhet positieve ennegatieve circuitmoeten herkenbaar zijnaan dekleur. Bijde
voeding enineventuele verbindingskasten moetendekabels verderzijngenummerd naar
constructiegedeelte ofzone. Kabels vanreferentie-elektroden moetenduidelijk herkenbaar
zijn.
Proefprojecten
Om inzichtte krijgeninhet functioneren vandekathodische beschermingverdient hetopzet-
ten van een proef insommige gevallenaanbeveling. Metingenmoetenvoldoende represen-
tatiefzijn. Eenproefmeteen geactiveerdekathodischebescherming moeteenduurhebben
van tenminste driemaanden enbijvoorkeur wordenuitgevoerd inhet voor- ofnajaar.
11
12
8
8.1
8.2
Toelichting
Een proefproject betrefthetaanbrengen vankathodische beschermingop een(klein) deelvan
de tebeschermen constructie,zoveelmogelijk volgenshetplan voor devolledige installatie.
Meestal wordtintensiever gemetendaninde praktUk.
Te hoge oftelage(gemiddelde) temperaturen envochtbelastingen alsmedeeentekortemeet-
periode, kunnenniet-representatieve gegevensopleveren.
Uitvoering
Algemeen Bij de uitvoering moetendeuitgangspunten wordengecontroleerd dieafkomstig zijnuithet
onderzoek (zie6)en die zijn gebruikt bijhet ontwerp.
Het kathodische beschermingssysteem moetworden aangebracht overeenkomstig de
voorschriften vandeleverancier.
Nagegaan moetworden ofwordt voldaan aandeeisen ofrichtwaarde voor:
? de afwezigheid vankortsluiting;
? de stroomverdeling overhetoppervlak;
? de stroomverdeling binnendeanode;
? het spanningsverlies inde kabels;
? de continuneit engeleiding vanverbindingen;
? de duurzaamheid vandedeklaag.
Controle envoorbehandeling ondergrond
Tijdens deuitvoering moetdeschadeomvang perconstructiedeel ofelement wordenge-
toetst aanhetonderzoek volgens6.Aile tebeschermen onderdelenmoetenwordenafge-
klopt omdelaminatie optesporen. Hetresultaat moetschriftelijk wordenvastgelegd.
Dude reparatieplekken moetenwordenvastgelegd enverwijderd, tenzijdoorhetmeten van
de elektrische weerstandmetwisselstroom (zie10.1) wordt aangetoond dateen goede
stroomgeleiding mogelijkis.
Op aile opengehakte plekkenmoetde kenmiddellijn vandewapeningworden gecontroleerd
op een reductie vandedoorsnede doorcorrosie. Steekproefsgewijs moetdewapening wor-
den gecontroleerd bijroestvlekken, ookalshet beton nietisgescheurd. Indieneenreductie
van dekenmiddelijn isopgetreden, moetworden nagegaan ofbijleggen vanwapening om
constructieve redenennoodzakelijk is.
De dekking opdewapening moetworden gemeten envastgelegd, inhet bijzonder opplaat-
sen waar eenlage dekking wordtverwacht. Aileplaatsen waarminder dan10mm dekking
aanwezig is,moeten wordengeregistreerd. Opdeze plaatsen moetextradekking ofeen iso-
lerende laagworden aangebracht.
Metalen deleninhet betonoppervlak, zoalsbinddraad, moetenzoveelmogelijk wordenver-
wijderd ofteruggebogen, zodateendekkingnaaralle kantenvantenminste 10mm ontstaat.
Is het vergroten vandedekking nietmogelijk, danmoeten dezeplaatsen wordenge"lsoleerd,
bijvoorbeeld meteenisolerende coating.
Toelichting
Het registreren vanplekken meteen lagedekking
«
10mm) vereenvoudigt hetlater opsporen
van eventuele defecten.
Het betonoppervlak moetzodanigwordenvoorbehandeld, dateen goede hechting kanont-
staan metdeaan tebrengen deklaagofcoating.
Toelichting
Het reinigen geschiedt veelaldoorstralen vanhetbetonoppervlak.
Losse delenmoeten wordenverwijderd enhersteld meteenreparatiemortel dievoldoet aan
de materiaaleisen volgens7.5.2.Bijreparaties tenbehoeve vankathodische bescherming
is het niet noodzakelijk meerbeton teverwijderen dandelosse delen.
Het wapeningsstaal datzichtbaar wordt,moetworden ontdaan vanlosse roestdoormiddel
van borstelen oflicht stralen.
8.3
8.4
8.5
9
Wijde
scheuren loodrecht ophet oppervlak
(>
0,3 mm) moeten wordendichtgezet meteen
isolerend materiaal, zoalseencoating ofinjectiehars.
Sij het repareren maggeen gebruik wordengemaakt vanhechtlagen ophet beton ofrondom
de wapening dieeen verstoring kunnenbetekenen vandegelijkmatige stroomverdeling.
Toelichting Het gebruik vankunstharsgebonden hechtlagen(primers)ophet oude beton, alsmede het
aanbrengen vaneen kunstharsgebonden laagopdewapening, isniet toegestaan.
V66r hetaanbrengen vandekathodische bescherming inde vorm vaneen geleidende coa-
ting, moet hetoppervlak opkortsluiting wordengecontroleerd doormiddel vanafvonken.
Toelichting
Afvonken heeftplaats doormeteen metalen borstellangs hetoppervlak testrUken. Deborstel
is hierbU verbonden metdeene endewapening metdeandere poolvaneen stroombran met
een signalering voorkortsluiting. Hetvoltage bedraagt doorgaans 9Vof meer.
Kortsluiting Kortsluitingen ineen kathodisch beschermingssysteem moetenwordenvermeden. Ais
richtwaarde geldtdatdeweerstand (R
AK)
tussen anodeenkathode (wapening) tenminste
1
Q
moet bedragen.
Toelichting
Kortsluiting ontstaatbijvoorbeeld doordatbinddraadjes inhet betonoppervlak contactmaken
met deanode ofdoordat ercontact istussen deanode enmetalen delenophet be-
tonoppervlak, zoalshekwerken enhemelwaterafvoeren.
Het verdient aanbeveling decontrole opkortsluiting bUgrate zones uittevoeren perveld, voor-
dat deze worden samengevoegd toteen zone.
Een aanwUzing voordeaanwezigheid vankortsluiting iseen duidelijk lagereweerstand ineen
veld ofeen zone dandegemiddelde waardevanailevelden ofzones.
Continui"teit wapeningenverbindingen
Tijdens deuitvoeringsfase moetdecontinu"lteit vandewapening steekproefsgewijs worden
gecontroleerd. Sijhet aanbrengen vanverbindingen, vooraldieopdewapening, moetde
goede geleiding vanelke verbinding wordengecontroleerd.
Toelichting
BU afwUkingen vandeontwerpinformatie kandan tUdig worden ingegrepen.
Hechting deklaag
De aangebrachte mortel-,spuitbetonomhulling ofcoating moetblijvend hechtend worden
aangebracht.
Activering eninregeling
Ten minste 14dagen nahetaanbrengen vandelaatste mortel, coating ofandere materialen,
mag hetkathodische beschermingssysteem wordengeactiveerd.
Toelichting
Deze periode isnodig vooreengoede doorharding vandetoegepaste materialen.
Direct v66rhetactiveren moetendevolgende controles wordenuitgevoerd:
? meten vanderustpotentialen vandereferentie-elektroden;
? meten vandewisselstroomweerstanden vanailezones endeelcircuits;
? testen vanhetsysteem opcorrecte polariteit doormiddel vankort aanzeUen vandestroom
en meten vanderespons vanhetstaal tenopzichte vandereferentie-elektroden ofexter-
ne elektroden. Sijdeze proef moetdepotentiaal vandewapening negatieverworden. Isdit
niet hetgeval, danisdit een aanwijzing vooreenverkeerde aansluiting (wapeningaande
positieve poolvandevoeding), diedirect moetworden gecorrigeerd.
13
Figuur3
Meten weerstand overhetbetonoppervlak
Figuur 4
Meten vandeelektrische weerstandvanbe-
ton volgens Wennermeteensensor ophet
betonoppervlak
10
10.1
10.2 10.2.1
14
Het
inbedrijf stellen moetplaatshebben doordevoeding aantezetten meteen instelling die
leidt toteen stroomdichtheid vanongeveer 5mA/m2s bijdroge enongeveer 10mA/m2s bij
natte constructies.
Bij een stroomgestuurd systeemmoetdegewenste stroomdirectworden ingesteld. Bijspan-
ningsgestuurde systemenmoeteenbeginspanning wordengekozen dieongeveer leidttot
de genoemde stroomdichtheden.
Vervolgens moetendespanning, destroom endestaalpotentialen gedurendeeenuurtot
enkele urenworden geregistreerd.
Toelichting
Direct nahet inschakelen zaldespanning, respectievelUk destroom, relatiefsnelveranderen.
Meestal neemtdespanning toe(bUstroomgestuurd systeem)ofwordt destroom kleiner(bU
spanningsgestuurd systeem).
Is na enkele urendespanning ofde stroom minofmeer stabiel ophetgewenste niveau,dan
wordt deinstallatie alsgeactiveerd beschouwd. Wordendespanning ofstroom nietstabiel,
dan isdit een aanwijzingvoor eenfout inhetsysteem enmoet deoorzaak hiervanworden op-
gespoord.
Toelichting
Ook buitensporig hogeoflage spanningen ofstromen zijneen aanwUzing daterdefecten inhet
systeem zitten.
In de activeringsfase kunnenlageklemspanningen instroomgestuurde systemeneenaanwU-
zing geven daterergens kortsluiting aanwezigis.Inspanningsgestuurde systemenduidteen
onverwacht hogestroom opkortsluiting. Indiendeinstallatie isopgedeeld in(kleine) zonesof
op andere wUze(tUdelijk) kanworden opgedeeld inkleinere gedeelten, vereenvoudigt dathet
opsporen vankortsluitingen.
Na het activeren gaatdeinregelperiode invan circa 3maanden.
Een eerste controle moetplaatshebben naenkele dagentotweken. Perzone moeten de
stroom, despanning ende potentialen wordengemeten bijeen ingeschakelde kathodische
bescherming. Vervolgensmoetendepolarisatiemetingen wordenuitgevoerd gedurende cir-
ca
4
tot
24
uur.
Een volgende controlemoetplaatshebben naongeveer 4,8en
12
weken.
De stroom moetinde eerste 4weken naactivering wordenaangepast alsdegemiddelde de-
polarisatie minderdan
50
mV ofmeer dan
300
mVbedraagt. Nadeze periode moetde
stroom worden aangepast alsdegemiddelde depolarisatie minderdan
100
mVof meerdan
250
mVbedraagt.
Keuring encontrole
Stroomverdeling overhetoppervlak
Voor eenbeeld vandestroomverdeling overhetoppervlak moetdewisselstroomweerstand
(ROoK)
worden gemeten tussendewapening eneen metalen elektrode dieviaeen bevochtig-
de spons ophet betonoppervlak wordtgeplaatst (fig.3).Degemiddelde waardevandege-
meten weerstanden moetworden bepaald.
Keu ringscrite rium:
De gemeten wisselstroomweerstand moetopelke plaats liggentussen 0,5en
2
maal dege-
middelde weerstand.
Bepaling specifieke elektrische weerstand
Beton
De specifieke (wisselstroom )weerstandvanhetbeton moetworden gemeten meteensen-
sor met vierelektroden, dieophet betonoppervlak wordtgeplaatst(fig.4).Indien nodigvoor
het verkrijgen vaneen goed contact tussenhetbeton ende elektroden, kanhetbeton licht
worden voorbevochtigd meteenzeepoplossing. Deweerstand moetworden gemeten met
een wisselstroom van
50
tot
1000
Hz.
Toelichting
De meting isgebaseerd opde methode vanWenner voorhetmeten vandeweerstand van
grond.
Despecifieke weerstand vanhetbeton wordtberekend uit:
Pbeton
=
Rgemeten ?
2n .
a
waarin:
Pbeton isde specifieke betonweerstand, in
Qm;
Rgemeten
isde weerstand uitde vierpuntsmeting, inQ;
a isde afstand tussendemeetelektroden, inm.
De meting moetworden verricht onderrepresentatieve omstandigheden metbetrekking tot
vochtbelasting entemperatuur.
Toelichting
In de praktijk betekent ditniet meten bUvorst oftemperaturen hogerdancirca 30'C.
BU het meten vandebetonweerstand kanstoring optreden doorwapeningsstaven inde buurt
van elektroden (dichtonder hetoppervlak vanhetbeton) enverder doordeaanwezigheid van
bUvoorbeeld coatingsenwaterafstotende lagen.
De specifieke weerstand magookworden bepaald aandehand vanboorkernen uitde con-
structie. Deboorkernen, meteen middellijn vantenminste 100mm, moeten opeen lengte
van 50tot 100 mmplanparallel wordenafgezaagd. Bijhet zagen enboren moetzoweinig
mogelijk waterworden gebruikt. Eventueel moetdeboorkern enigetijdworden bewaard in
vochtig ofsemi-droog klimaat,overeenkomstig deexpositie vandeconstructie. Tegenhet
buiten- enzaagoppervlak moeteenmetalen plaatworden aangebracht, waarbijtussen
plaat enbeton eenmeteenzeepoplossing bevochtigddoekjewordtaangebracht. Deweer-
stand tussen deplaten moetworden gemeten.
De specifieke betonweerstand wordtberekend uit:
Pbeton
=
Rgemeten .
A/I
waarin:
Pbeton
Rgemeten
A
I
is
de specifieke betonweerstand, inQm;
is de gemeten weerstand tussendeplaten, inQ;
is het oppervlak vandekern, inm
2;
is de lengte vandekern, inm.
10.2.2
Figuur 5
Proefstuk voordebepaling vandespecifieke
weerstand vanmortels Mortel
De elektrische weerstandvaneen mortel moetworden bepaald aanproefstukken metafme-
tingen van100 x100 x50 mm
3,
mettwee ingestorte messingofroestvaststalen schroefein-
den met eendiameter vancirca 6mm eneen tussenafstand vancirca 50mm. Deelektroden
moeten inde mal worden gefixeerd omeen goede maatvoering tewaarborgen. Eenschets
van hetproefstuk isgegeven infiguur 5.
De specie voorhetstorten vandeproefstukken moetzijnvervaardigd volgenshetvoorschrift
van deleverancier. Inde mallen moetdespecie zogoed mogelijk wordenverdicht. Deproef-
stukken moeteneenetmaal metfolie worden afgedekt, ontkistennaontkisten ineen kli-
maatruimte wordengeplaatst.
Een deel vanproefstukken moetengedurende tenminste 8weken worden bewaard ineen
verhardingskamer (circa20'C,relatieve luchtvochtigheid
>
95%). Hetandere deelmoet
worden bewaard ineen geconditioneerde ruimtemetcirca 20'Cen een relatieve luchtvoch-
tigheid vancirca 80%. Elkeweek moetdeweerstand tussendebeide elektroden wordenge-
meten meteenwisselstroom van50tot 1000 Hz.Deelektrische weerstandmoetperop-
slagconditie opten minste vierproefstukken wordenbepaald.
De specifieke weerstand vandemortel moetvoorbeide klimaten wordenberekend doorde
gemiddelde weerstandvanvier proefstukken tevermenigvuldigen meteen celconstante.
Deze celconstante moetworden bepaald dooreenbakje metdezelfde geometrie enplaat-
sing vanelektroden alsvoor deproefstukken, tevullen meteenzoutoplossing meteenbe-
kende specifieke weerstand endeweerstand temeten.
Pmortel
=
Rgemeten .
C
waarin:
Pmortel Rgemeten
C
is
de specifieke weerstand vandemortel, inQm;
is de gemiddelde weerstandvandeproefstukken, inQ;
is de bepaalde celconstante, inm.
15
16
10.3
10.4
Toelichting
Afhankelijk vandeexpositie vandetebeschermen constructiezaleen vandecondities het
meest realistisch zijn.
De conditianering bijcirca 80%RVstaat model voorhetgemiddelde Nederlandse(beschutte)
buitenklimaat. Betoninbuitenklimaattendeert langzaamnaareenevenwichtsvochtgehalte bij
circa 80%RV,tenzij hetvochtaanbod zogroat is,dat uitdroging oakoplange termijn nietofnau-
welijks optreedt.
De weerstand vandemortel inde verhardingskamer staatmodel voorhetlaagst bereikbare ni-
veau metdatmateriaal, hetgeenvanbelang isbij constructies inof aan (zee )water.
Deweerstand vanbeton inconstructies diezijn blootgesteld aanweer enwind ligttussen beide
uiterste proefklimaten in.
Keuringscriterium:
De specifieke weerstand vandemortel moetliggen tussen 0,5en2maal despecifieke weer-
stand vanhetconstructiebeton.
Korts/uiting Kortsluiting moetworden vastgesteld doorhetmeten vande(wisselstroom )weerstandtus-
sen anode enkathode. Demetingen moetenbijvoorkeurtijdens deuitvoering plaatshebben
en inieder geval voorhetactiveren vandeinstallatie.
Aantal bepalingen:
Tijdens deuitvoeringsfase moetelkveld opkortsluiting wordengecontraleerd.
Keu ringscriteri um:
De weerstand tussenanodeenkathode moetgrater zijndan 1Q.
Toelichting
Bij kortsluiting isde weerstand laagenveelal kleinerdan 1
Q.
Een kleinerewaarde dan1
Q
isbij
grote velden afzones echternietautomatisch eenbewijs vankortsluiting. Bijeen grootveld kan
detotale betanweerstand (zonderkortsluiting) inhetveld alkleinerzijn dan1
Q.
De betonweer-
stand vaneenveld zonder kartsluiting isgroter dan1
Q
bij velden van:
? circa 20m2bijnat beton metportlandcement;
? circa 50m2bijbeschut gelegen, niet-gecarbonateerde betonmetportlandcement;
? circa 100m
2
bijnat beton methoogavencement;
? circa 200m
2
bijgecarbonateerde betonmetportlandcement;
? circa 400m
2
bijbeschutgelegen betonmethoogovencement, aldan nietgecarbanateerd.
Pas alsdemetingwordt uitgevoerdinvelden diekleiner zijndan deze richtwaarden, kanmetze-
kerheid wordenvastgesteld ofsprake isvan kortsluiting.
In voorkomende gevallen,bijvoorbeeld bijconflicterende meetresultaten, kaneen eventue-
Ie kortsluiting ineen veld worden gecontroleerd doordegemeten weerstand tevergelijken
met deberekende weerstandswaarde:
Rberekend
=
Pbeton ?
Aid
waarin:
Rberekend
isde berekende weerstandvoorhetveld, inQ;
Pbeton
isde specifieke weerstand vanhetbeton, gemeten ofgeschat aandehand van
tabel1 endegeometrie vandewapening endeanode, inQm;
A ishet oppervlak vanhetveld ofde zone, inm
2;
d isde afstand tussenanodeenwapening, inm.
Keuringscriterium:
Er issprake vanmogelijke kortsluiting indiendegemeten waardeveelkleiner isdan debere-
kende waarde.
Continuiteit De continu"lteit vanwapening ineen betonelement, veldenzone moet worden vastgesteld
door deweerstand temeten tussen verschillende stavendiezover mogelijk uitelkaar liggen.
De continu"lteit vaneen geleidende verbindingmoetworden vastgesteld doordeweerstand
te meten tussen dekabel eneen schone plekopdewapening nabijdeverbinding.
10.5
Figuur 6
Spanningsval binnenhetoppervlak vaneen
coatinganode
10.6
11
Aantal
bepalingen:
De continu"iteit moetsteekproefsgewus wordengecontroleerd.
Keuringscriterium:
De weerstand tussenbeide punten moetkleiner zundan 1
Q.
Spanningsval De spanningsval inde anode ofinkabels moetworden gemetentussentweezover mogelijk
van elkaar gelegen puntenopdeanode ofvan dekabel.
De methode isvoor eengeleidende coatingweergegeven infiguur 6.
Keuringscriterium:
De spanningsval magtussentweepunten opdeanode nietmeer bedragen dan10% vande
klemspanning.
De spanningsval ineen kabel magnietmeer bedragen dan5%van deklemspanning.
Een grotere spanningsval inde kabel istoegestaan alservoorwordt gezorgddatophet aan-
sluitpunt metdeanode tenminste devereiste klemspanning aanwezigis.
Hechting omhulling
De hechting vaneen mortellaag-, spuitbetonomhulling ofcoating moetworden gecontro-
leerd doormiddel vanafkloppen ofstrijken meteenzwaar, stalenvoorwerp.
Keuringscriterium:
Op gehoor mogengeenlosse delen worden vastgesteld.
Beheer enonderhoud
De verantwoordelukheid voorbeheer enonderhoud moettussen partijenwordengeregeld.
Het beheer enonderhoud moetbestaan uit:
? een regelmatige controleopeen goede werking;
? het goed documenteren vanmeetrapporen enhet beoordelen vanmeetresultaten;
? het vervangen vandefecte onderdelen vanhetelektrisch systeem,referentie-elektroden,
deklagen, coatingofanode.
Indien dedepolarisatie bijde controlemeting gemiddeldtelaag ofte hoog is,moet devoe-
ding worden bUgeregeld. Naenige tijdmoet opnieuw wordengemeten. Isde depolarisatie-
waarde wederom tehoog oftelaag, danmoet dezelfde procedure opnieuwwordengevolgd.
In figuur 7is een voorbeeld vaneen depolarisatiemeting weergegeven.
Figuur 7
Voorbeeld depolarisatiemeting
Vinstant
off
Vaan
ro
ro
+=
c
Ql
-+-
a
a.
i
I
I
I
nJ
\
aan uit
(van
destroom )
f=o
~f(uren)
f=
24
uur Een
periodieke controlemoetplaatshebben metdevolgende frequentie:
? elektrisch (depolarisatie): tenminste elke6maanden;
? visueel: tenminste elkjaar.
Metingen mogennietbijvorst- ofzeer hoge temperaturen wordenuitgevoerd (zietoelichting
bij 10.2.1).
Bij twufel aanhetcorrect functioneren vanonderdelen moetnader onderzoek wordenuitge-
voerd. BIUktdateen onderdeel faalt,danmoet ditworden vervangen ofmoet opandere wijze
het correct functioneren wordenhersteld.
Toelichting
Speciale aandacht vraagthetgoed functioneren vanreferentie-elektroden. ZowelbUlaborato-
riumonderzoek alsbUsystemen inde praktijk isgebleken datreferentie-elektroden onderdelen
zUn dierelatief gevoelig zUnvoor storingen. DitblUkt uitpotentiaal- ofdepolarisatieresultaten
die sterk afwUken vanderesultaten vandeoverige referentie-elektroden.ln dergelUkegevallen
kan met behulpvan externereferentie-elektroden deaanwUzingworden gecontroleerd.DaarbU
moet errekening meeworden gehouden datvrUgrote verschillen inpotentiaal- endepolarisa-
tieaanwUzing kunnenoptreden tusseningestorte, respectievelUk externereferentie-elektro-
den. BU meten meteenexterne elektrode moetvoldoende afstandwordengehouden vandeanode
(ten minste 50mm).
17
NEN3550:1995
ASTM C-876:1980
1~
12
Bij
het normale beheerenonderhoud vandeconstructie moeterrekening meeworden ge-
houden datlekkages vanwater grotegevolgen kunnenhebbenvoorhetfunctioneren vanhet
kathodische beschermingssysteem. Doorlekkages wordtdeweerstand vanhetbeton plaat-
selijk (veel) lagerenverdeelt destroom zichopniet voorziene wijzeoverdeconstructie.
waardoor hetmonitoringsysteem nietmeer volgens plankanfunctioneren.
Documentatie Het ontwerp, dediverse materiaalbeproevingen ende belangrijkste uitvoeringsdetails moe-
ten goed worden vastgelegd, ondermeerom hetzoeken vaneventuele gebreken
in
een later
stadium tevereenvoudigen. Verdermoetvoorhetbeheer enhet onderhoud eengebruikers-
handleiding wordenopgesteld.
litels vanvermelde CUR-Aanbevelingen ennormen
CU R-Aanbevelingen:
11 Spuitbeton
20 Bepaling vandehechtsterkte vanmortels opbeton
21 Betonreparatie metcementgebonden, polymeergemodificeerde mortels
32 Injecteren vanscheuren
in
betonconstructies metbehulp vankunstharsen
40 Maatregelen omschade doordealkali-silicareactie
in
beton tevoorkomen
NEN 1010:1988 +Aanv.:1992 Veiligheidsbepalingen voorlaagspanningsintallaties
(+ 3wijzigingsbladen)
Cement. Definities, eisenenkeuringscriteria
Half cellpotentials ofreinforcing steelinconcrete
Met nadruk wordteropgewezen datdeze CUR-Aanbeveling destand vantechniek enkennis weergeeft
op moment vanuitgifte. DeCUR houdt zichdanookaanbevolen teworden ge"lnformeerd overervarin-
gen diemet hetgebruik vandeze Aanbeveling wordenopgedaan.
CUR-Aanbevelingen wordendriejaar napUblicatie geevalueerd en,indien daaraanleiding toebestaat,
geactualiseerd. Hiervanwordtmelding gemaakt inde vakpers.
Auteursrechten
Aile rechten voorbehouden. Nietsuitdeze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagenineen geau-
tomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt,inenige vormofop enige wUze, hetzUelektro-
nisch, mechanisch, doorfotokopieen, opnamenofop enig andere manier, zandervoorafgaande schrif-
telUke toestemming vanCUR.
Het istoegestaan overeenkomstig artikel15aAuteurswet 1912gegevens uitdeze uitgave teciteren in
artikelen, scriptiesenboeken, mitsdebron opduidelUke wUzewordt vermeld, alsmededeaanduidingen
van demaker, indiendezeinde bron voorkomt, 'CUR-Aanbeveling 45,Kathodische bescherming van
wapening inbetonconstructies, september1996,Stichting CUR,Gouda'.
Aansprakelijkheid De CUR endegenen dieaan deze pUblikatie hebbenmeegewerkt, hebbeneenzagroot mogelijke zorg-
vuldigheid betrachtbUhetsamenstellen vandeze uitgave. Nochtans moetdemogelUkheid nietworden
uitgesloten datertoch fouten enonvolledigheden indeze uitgave voorkomen. ledergebruik vandeze
uitgave engegevens daaruitisgeheel vooreigen risicovandegebruiker endeCUR sluit, mede tenbe-
hoeve vanaldegenen dieaan deze uitgave hebben meegewerkt, iedereaansprakelUkheid uitvoorscha-
de die mocht voortvloeien uithetgebruik vandeze uitgave endedaarin opgenomen gegevens,tenzUde
schade mochtvoortvloeien uitopzet ofgrove schuld zijdens CURen/of degenen dieaan deze uitgave
hebben meegewerkt.
Gouda, september 1996
Het bestuur vanCUR
Stichting CUR,Buchnerweg 1,Postbus 420,2800 AKGOUDA, tel0182 539600
Tabel81
G/oba/e standaardpotentia/en vanreferen-
tie-elektroden Informatieve
bijlage:Referentie-elektroden
Er bestaan verschillende soortenreferentie-elektroden, dieberusten opverschillende elek-
trochemische reacties.Degemeten potentiaalwaarde hangtinabsolute zinafvan dereactie
waarop dereferentie-elektrode berust.Bijelke gemeten potentiaal hoortdusbekend tezijn
ten opzichte vanwelke referentie-elektrode isgemeten. Ookiser verwarring mogelijkdoor-
dat afkortingen wordengebruikt dieinsommige gevallenopelkaar lijken.
De officiele (elektrochemische) standaardreferentie-elektrode isde zogenaamde water-
stof-elektrode (H
2
/W,afkorting NHEofSHE), dieonder standaardomstandigheden perde-
finitie eenpotentiaal van0V heeft. Dezewaterstofelektrode isniet geschikt voorgebruik in
de praktijk. Daaromwordenanderetypenreferentie-elektroden gebruikt.De'standaard'po-
tentiaal vaneen bepaald typereferentie-elektrode wordtmeestal opgegeven tenopzichte
van dewaterstofelektrode. Intabel B1worden globale 'standaard'potentialen gegevenvan
enkele typenreferentie-elektrode diebijkathodische bescherming vanbeton worden ge-
bruikt. Tevens worden devoorverschillende typengebruikte afkortingen alsmededetoepas-
sing aangegeven.
19
20
Informatieve
bijlage:Anodesystemen
Op basis vandegeometrie bestaandevolgende typenanodesystemen:
? anodegaas ophet betonoppervlak, bedektmeteencementgebonden overlaging.Deover-
laging verschaft eenduurzame ensterke mechanische verankeringenverhoogt demassa
van deconstructie endedikte;
? een geleidende, elektro-actieve laag(coating ofoverlaging) diedirect ophet betonopper-
vlak wordt aangebracht enhet oppervlak geheelbedekt;
? draad- ofstripvormige anodesdieophet oppervlak wordengelijmdofinsleuven ofboorga-
ten inhet beton worden geplaatst, dievervolgens wordengevuldmeteengeleidende
(elektro-actief) ofcementgebonden vulmateriaal.
Op basis vanhetelektro-actieve materiaalzundebelangrukste typen:
? metaal/metaaloxide, ditismeestal eendunne laagedelmetaal ofde oxiden daarvan op
een drager vantitanium ofeen ander metaal inde vorm vandraad, stripofgaas;
? koolstof (grafiet), meestalingebonden vorm.Hetbindmiddel kanzunasfalt (overlaging van
brugdekken), rubber(indevorm vanslabben rondpalen inde getijdezone), cementmortel
of een polymeer inde vorm vankabels ineen mortelomhulling ofeen coating.
De koolstof maakthetanodemateriaal geleidendvoorelektronen. Meestalwordtdestroom
ingebracht doormetalen draden(platina, zilver)ofplaten (siliciumijzer), primaireanoden
genoemd, diezun ingewerkt inhet koolstofbevattende materiaal.
Op koolstof gebaseerde anodematerialen zungevoelig vooraantasting doorzuurenoxide-
rende gassen, waardoor zUlangzamerhand degeleidende eigenschappen verliezen.Ditis
met name vanbelang bUhoge stroomdichtheden. BUlagere stroomdichtheden werkengelei-
dende coatings echtergoed.Systemen opbasis vangeleidende coatingszungevoeliger
voor vocht, hechtingsverlies envorstschade danandere typen.Reparaties aangeleidende
coatings zunechter relatief eenvoudig. Goedontworpen enuitgevoerde kathodische be-
schermingssystemen opbasis vangeleidende coatingsblukeninde praktuk reedsvelejaren
goed tefunctioneren.
De duurzaamheid vansystemen opbasis vangeactiveerd titaniumwordtinhoofdzaak be-
paald doordeduurzaamheid vandeomhulling (deklaaginmortel ofspuitbeton). Titanium
ondergaat geenofnauweluks degradatie. Dedeklaag ondergaat degradatie doordeanode-
reacties enstaat blootaandeinwerking vanfysische mechanismen alsvorst enkrimp. Op
koolstof gebaseerde systemenondergaan weldegradatie, dieglobaal evenredig ismet de
stroomdichtheid.
Globaal kanworden aangenomen datdelevensduur vaneen installatie voorkathodische
bescherming meteengeleidende coatingovereenkomt metdelevensuur vaneen coating
op beton. Delevensduur vaneen installatie voorkathodische bescherming metmortelom-
hulling (deklaag) komtovereen metdelevensduur vaneen deklaag zonderkathodische be-
scherming.
Reacties